Wat zit er in de neus van een vliegtuig?
Ik sprak daarom met Martijn Smorenburg, grondwerktuigkundige bij KLM. Eerst vertelde hij mij over de officiële naam van de vliegtuigneus; de radome (radar + dome = radome). De radome is een bolvormige, kunststof kap die open kan en de weerbestendige behuizing vormt voor de belangrijke apparatuur die erachter schuilgaat: de radarantenne. Dit is een gevoelige plaat, ook wel de dish antenna genoemd, die radiogolven uitzendt en ontvangt. De neus is van slim materiaal gemaakt dat weersinvloeden van buitenaf tegenhoudt, maar elektromagnetische straling wel doorlaat.
De twee belangrijkste functies van de radarantenne zijn:
- De ‘Weather Radar’: deze radar meet de grootte van waterdruppels in de lucht waardoor het vliegtuig vervelende weersomstandigheden aan ziet komen. Omdat de piloot een zo comfortabel mogelijke vlucht wil voor zowel de passagiers als de crew, wordt neerslag en turbulentie vermeden. Toch wel prettig als je net je ‘chicken or beef’ voorgeschoteld hebt gekregen…🍲
- Het ‘Ground Proximity Warning System’ (GPWS): kort gezegd waarschuwt dit systeem de piloot als het vliegtuig te dicht bij de grond vliegt of als er een object in de buurt is🛬. Het terrein onder het vliegtuig wordt gescand, zodat de piloot weet hoe hoog hij/zij boven de grond zit. Als het vliegtuig bijvoorbeeld te snel daalt, wordt het commando ‘PULL UP’ gegeven. Hiermee weet de piloot dat hij neus van het vliegtuig zo snel mogelijk omhoog moet worden.
Localizer
Verder zit er onder de radar nog een antenne. Dit is de zogeheten ‘localizer’. Samen met de ‘glide slope’ antenne (die zit bij de A330 onder de cockpit, en bijvoorbeeld in de B777 bij het neuswiel) en het flight director signaal (een soort TomTom voor piloten die het vluchtplan aangeeft) vormt hij het ideale daalpad voor het vliegtuig. De twee antennes maken contact met de antennes op de landingsbaan en kunnen zo de perfecte landingspositie bepalen. De glide slope kijkt naar de hoogte van het vliegtuig, om te voorkomen dat het vliegtuig te vroeg of te laat begint met dalen. De localizer kijkt of het vliegtuig niet te veel naar links of recht uitwijkt. Handig!
Nog een paar feitjes over de neus van een vliegtuig:
- Extreme weersomstandigheden kunnen slecht zijn voor de neus, zo raakt de radome wel eens beschadigd door bijvoorbeeld heftige hagelbuien. Het is daarom belangrijk dat de neus van het vliegtuig zorgvuldig wordt gecontroleerd. Dit gebeurt regelmatig in de hangar. Een beschadigde neus is overigens geen gevaar voor de vlucht, de piloot kan in dat geval zonder problemen het toestel aan de grond zetten.
- Het testen van de radar mag nooit plaatsvinden in de hangar. De radar kan flinke straling afgeven, en mag daarom alleen op een daarvoor bestemde testplaats buiten de hangar getest worden.
- Zijn de lijnen op de neus je ooit opgevallen? Deze hebben een belangrijke functie. Als de neus van het vliegtuig door bliksem wordt geraakt – en dat gebeurt soms – begeleiden die draden op de neus de bliksem veilig langs de romp naar de staart. Bij de staart verlaat de bliksem het vliegtuig weer.
- Het volgen van een vliegtuig op Flightradar24 werkt niet via de dish antenna van het vliegtuig, maar via antennes onder op het vliegtuig. Dit zijn kleine, gele vinnen die de positie van het vliegtuig uitzenden.
- De neus van een A330 klapt naar boven, terwijl die van een 777 naar de zijkant klapt.
Dus kijk de volgende keer dat je bij de gate staat, en zo’n blauwe jongen klaarstaat voor vertrek, nog maar eens goed naar die felblauwe neus. Er zit meer achter dan je denkt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten