Therapiehonden kunnen wonderen verrichten. Maar vinden ze het ook leuk?
Nieuw onderzoek naar het stressniveau van honden met dit soort 'werk' levert geruststellende resultaten op.
Als je van honden houdt, is het gewoon fijn als je huisdier in de buurt is. Het is dan ook niet vreemd dat therapiehonden goed gezelschap zijn voor mensen met aandoeningen als kanker, posttraumatisch stresssyndroom of dementie.
In de Verenigde Staten zijn er 50.000 therapiehonden, en ze worden ook in andere landen, zoals Nederland, Noorwegen en Brazilië steeds populairder. In de VS worden de honden opgeleid en ‘goedgekeurd’ door verschillende organisaties. Ze gaan met hun verzorgers naar ziekenhuizen en andere instellingen en hebben daar contact met de patiënten.
Uit onderzoek blijkt dat dit soort therapie een positief effect heeft op patiënten, maar hoe vinden de honden het om mensen te helpen? Daar is ook onderzoek naar gedaan, en de resultaten zijn geruststellend.
Uit een onlangs verschenen publicatie in Applied Animal Behaviour Science bleek dat therapiehonden op afdelingen voor kinderkanker geen stress ondervonden door hun ‘werk’ en het meestal eigenlijk juist leuk leken te vinden.
“Dit onderzoek was uniek, omdat het op verschillende locaties werd uitgevoerd, in vijf verschillende ziekenhuizen door heel Amerika. Bovendien deden ruim honderd patiënten en 26 honden mee, waardoor het de grootste studie op dit gebied is,” aldus onderzoeksleider Amy McCullough. Zij is national director of research and therapy bij American Humane, een dierenbeschermingsorganisatie uit de stad Washington.
Een hondenbaan De onderzoekers bekeken de hoeveelheid cortisol in het speeksel van de honden. Bij stress gaat de spiegel van dit hormoon omhoog. De monsters werden zowel bij de honden thuis als tijdens ziekenhuisbezoeken afgenomen. Maar de cortisolspiegel kan stijgen door zowel positieve als negatieve stress. “Stel dat een hond graag met een bal speelt. Als er dan een bal tevoorschijn komt, en die hond mag erachteraan rennen, dan stijgt de cortisolspiegel ook,” legt McCullough uit.
Daarom bekeek het onderzoeksteam ook 26 soorten gedrag van honden, en deelden die in drie categorieën in: positieve acties, zoals naar iemand toegaan, of iemand ‘uitnodigen’ om te spelen; matige stress zoals lippen likken en trillen; en veel stress, zoals janken.
De onderzoekers vonden geen verschil in de cortisolspiegels van de honden thuis of in het ziekenhuis, wat erop wijst dat de therapiehonden geen last hebben stress.
Lol in het werk
Deze conclusie komt overeen met eerdere onderzoeksresultaten, stelt Lisa Maria Glenk, auteur van een literatuuroverzicht uit 2017 over het welzijn van therapiehonden.
Het onderzoek, dat ze “goed opgezet” vindt, is vooral nuttig vanwege het oog voor detail: “in eerdere onderzoeken werd nauwelijks of niet bijgehouden welke activiteiten plaatsvonden tijdens een sessie. Daardoor is lastig te zeggen welke activiteiten het stressniveau van de honden verhogen,” zegt Glenk, die werkzaam is aan de Oostenrijkse Veterinärmedizinische Universität Wien.
Volgens haar is de volgende vraag of de honden het werk ook leuk vinden. In het nieuwe onderzoek naar kinderkanker lijken daarvoor aanwijzingen te vinden.
Zo lijken honden bijvoorbeeld blijer tijdens sommige activiteiten dan tijdens andere. Als een kind tegen een hond praatte, of met zijn speeltje speelde, leek dat meer positieve acties op te leveren dan als een kind het dier aaide of tekende.
Kijkend naar de resultaten “kun je wel stellen dat sommige activiteiten leuker zijn voor de hond dan andere,” merkt McCullough op.
“Dat is nuttige informatie voor de verzorgers. Die kunnen dan vaker activiteiten doen waarvan ze denken dat hun hond die leuk vindt.”
De goede match vinden
Daarvoor is het nodig om de therapiehonden goed te observeren, ook als hun gedrag soms tegenstrijdig lijkt. Zo bleek bijvoorbeeld uit de studie dat bij de honden die het meeste stressgedrag vertoonden, ook het vaakst positieve acties werden gezien. Dat duidt erop dat sommige honden hun emoties gewoon duidelijker tonen.
Net als met iedere baan, is het belangrijk om een geschikte kandidaat te vinden, voegt McCullough daaraan toe. Veel baasjes zijn bereid om de gezelligheid van hun huisdier te delen met de mensen om hen heen, “maar dat betekent nog niet dat hun hond geschikt is voor dit soort werk.”
Daarom moeten hondentrainers en -verzorgers, en ook baasjes, kijken of honden het echt leuk vinden, en het niet alleen maar toelaten.
“Vraagt de hond zelf om aandacht van anderen, of moet het dier met lekkers worden overgehaald om contact met anderen te maken?,” geeft zij als voorbeeld.
“Een bezoek aan patiënten moet voor iedereen leuk zijn, dus is het heel belangrijk dat de hond ook echt lol heeft in het werk.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten