woensdag 16 juni 2021

Auto-ongelukken voorkomen? Dit zijn de beste tips

 

Auto-ongelukken voorkomen? Dit zijn de beste tips


Door corona is het minder druk op de weg, maar aan het aantal verkeersdoden is dat niet te merken. In 2020 kwamen er zelfs meer mensen om het leven bij een verkeersongeval dan het jaar daarvoor. Reden genoeg om deze tips in uw oren te knopen.

Auto-ongelukken voorkomen? Dit zijn de beste tips

In 2020 kostte 680 mensen een verkeersongeval het leven, blijkt uit een schatting van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). In 2019 waren dit 661 mensen. Omdat de definitieve cijfers over heel 2020 nog niet beschikbaar zijn, is dit getal gebaseerd op gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de eerste helft van dat jaar. Eén van de oorzaken van deze stijging is dat mensen vanwege de corona-maatregelen vaker voor de auto kozen in plaats van de trein. Liever geen pechvogel zijn? Met deze tips verkleint u de kans op brokken:

1. Houd de weersvoorspelling in de gaten

Een laagstaande zon, mist, gladheid of een flinke hoosbui - het is het recept voor ongelukken. Daarom is het meer dan verstandig om voor vertrek de weersvoorspelling in de gaten te houden. Niet voor niets gebruikt KNMI handige waarschuwingskleuren als het weer een risico is. Omdat niets in het leven zeker is, is het ook goed om te weten wat u moet doen bij noodweer. Want wanneer moet je de mistlampen gebruiken? Wat is dé tip tegen aquaplaning? En hoe voorkom je slippartijen bij gladheid? U leest het allemaal hier.

2. Gebruik uw telefoon niet in de auto

‘Ja, ja, dat weet ik nu wel’, denkt u misschien bij het lezen van deze tip. Het is namelijk algemeen bekend dat een telefoon gebruiken in de auto een no-go is. Daarom geldt sinds 1 juli 2019 ook een verbod voor het vasthouden van alle mobiele elektronische apparaten in de auto. Dus niet alleen voor smartphones, maar ook voor navigatiesystemen, tablets en muziekspelers. Uit onderzoek van SWOV kwam iets opvallends: het bedienen van een telefoon terwijl die in de houder zit, is net zo gevaarlijk. Alleen is dit gek genoeg wel toegestaan. SWOV pleit daarom voor een verbod op het bedienen van een mobiele telefoon in de houder. U kunt daar natuurlijk vandaag al mee stoppen.

3. Doe altijd de autogordel om

De kans is groot dat u een niet te negeren piepje hoort als u rijdt zonder gordel. Toch kunnen we niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om de autogordel om te doen. Door het dragen van een gordel is de kans op letsel bij een ongeluk 40% kleiner. Als uw bolide een airbag heeft, is de kans zelfs 50% kleiner. Ook uw portemonnee is uw dankbaar: rijden zonder gordel levert u een bon van € 140 op.

4. Onderhoud de auto zelf

Een manier om ongelukken én dure reparaties te voorkomen, is door uw auto zelf te onderhouden. Er zijn namelijk genoeg dingen die u zelf kunt doen, ook als u geen kluswonder bent. Het oliepeil controleren is zo’n klusje. Een te laag oliepeil is schadelijk voor de motor en kan zorgen dat uw auto plotseling stilstaat. En als u dan toch bezig bent, meet ook meteen de bandenspanning bij een tankstation. Door te rijden op te zachte banden is de kans op ongelukken een stuk groter. Hier vindt u een handig overzicht van alle klusjes die u zelf kunt doen op een rij.

En ook belangrijk om auto-ongelukken te voorkomen:

  • Niet te veel achteromkijken in de auto. Veel ongelukken worden veroorzaakt door automobilisten die te veel focussen op het verkeer achter zich
  • Altijd uw richtingaanwijzers gebruiken, ook als u denkt dat er toch niemand in de buurt is
  • Nooit met een slok op achter het stuur gaan. Het is een inkoppertje, maar wel een hele belangrijke
  • Niet bumperkleven
  • Het dimlicht gebruiken bij slecht zicht en in het donker. Hier leest u wanneer u grootlicht en het mislicht nodig heeft

Zo gebruikt u de richtingaanwijzer nu écht

Zo gebruikt u de richtingaanwijzer nu écht

De richtingaanwijzer niet gebruiken, heeft een terechte plek in de top 10 verkeersergernissen. Maar hoe gebruik je een richtaanwijzer zoals het hoort?

Een halve eeuw wachten op de rotonde, duimendraaien op de parkeerplaats en met de handen in het haar zitten als iemand plotseling toch van rijbaan wisselt. Allemaal ergernissen die ontstaan als iemand de richtingaanwijzer niet gebruikt. Tijd voor verandering! Dit moet iedere automobilist weten:

Het is verplicht om de richtingaanwijzer te gebruiken

Er wordt wel eens gedacht dat een richtingaanwijzer een extra functie is die u gratis bij de auto krijgt, maar niets is minder waar. Wie hem niet gebruikt, kan zelfs verrast worden met een fikse boete van €90. Het is dus niet alleen veiliger om de knipperlichten te gebruiken, maar ook beter voor uw portemonnee.

Eerst kijken, dan doen

Wie het knipperlicht wilt gebruiken, heeft een plan. Denk aan afslaan of van rijstrook wisselen. Het is meer dan logisch, maar kijk altijd eerst of het wel veilig is. Check de spiegels en houd rekening met de dode hoek. Geef dan duidelijk de richting aan en voer het vervolgens uit.

Richtingaanwijzer en rotondes

De meeste onduidelijkheid bestaat over het gebruik van het knipperlicht bij rotondes. Eigenlijk is het heel simpel: pas als u de rotonde verlaat, moet u richting aangeven omdat u dan naar rechts gaat. Als u de rotonde oprijdt, hoeft u het knipperlicht niet te gebruiken. Het mag natuurlijk wel.

Niet afdwingen

De richtingaanwijzer wordt ook vaak dwingend gebruikt. Om ruimte te claimen in de file bijvoorbeeld of om snel duidelijk maken dat je dat plekje op een parkeerplaats op het oog had. Niet netjes en het kan heel gevaarlijk zijn. Probeer in deze situaties daarom altijd oogcontact te maken met de andere bestuurders.

Ook fietsers moeten richting aangeven

Net zoals automobilisten moeten ook motor- en brommerrijders duidelijk richting aangeven. Fietsers doen dit door hun hand uit te steken, net zoals in de eerste auto’s moest. Deze hadden nog geen richtingaanwijzer, waardoor je gedwongen werd om je arm naar buiten te steken.

[bron: autorij-instructie.nl, auto-en-vervoer.infonu.nl]


Zo gaat u slim om met bumperklevers


Zo gaat u slim om met bumperklevers

Bumperklevers. Elke weggebruiker kan ze missen als kiespijn. Maar hoe ga je er slim mee om? En wat moet je vooral niet doen met een bumperklever achter je?

3 keer niet doen bij een bumperklever

1. Op de rem trappen

Wie een bumperklever achter zich heeft, is snel geneigd om op de rem te trappen. De kans dat de automobilist achter u hiervan schrikt, is groot. Alleen is de kans op een ongeluk nog veel groter. Niet doen dus.

2. Harder rijden

Laat u niet opjagen door een bumperklever. U brengt zo uzelf en de automobilisten voor u in gevaar. En de bumperklever drukt waarschijnlijk ook iets harder het gaspedaal in.

3. Boos worden of in paniek raken

Het is schrikken als u een bumperklever achter u heeft, maar probeer toch rustig te blijven. Als u boos bent of in paniek raakt, is het een stuk lastiger nadenken. Adem een keer diep in en uit en let extra goed op de weg. Met deze mindfulness oefeningen blijft u zelfs in deze situaties Zen in het verkeer.

4 keer wel doen bij een bumperklever

1. Naar de rechterrijstrook gaan

Eén van de beste manieren om van een bumperklever af te komen, is door van rijstrook te wisselen. Stel dat u op de snelweg rijdt, stuur dan naar de rechterrijstrook.

2. Afslaan of een extra rondje over de rotonde rijden

Soms is afslaan of een extra rondje over de rotonde rijden de slimste manier om een bumperklever af te schudden. Dat is die extra reistijd wel waard. Vergeet niet uw richtingaanwijzer te gebruiken.

3. Een vrachtwagen volgen

Heeft u steeds een auto aan uw bumper kleven? Probeer dan achter een vrachtwagen te gaan rijden. U rijdt dan wel iets langzamer, maar wordt veel vaker ingehaald. De meeste weggebruikers willen namelijk niet achter een vrachtwagen rijden. En geen weggebruikers achter u, betekent ook geen bumperklevers.

4. Blijf zelf wel genoeg afstand houden

Het is verleidelijk om iets harder te rijden als er een bumperklever achter u rijdt. Het risico is alleen dat u zelf in een bumperklever verandert. Kijk met de 2-seconden-regel of er genoeg ruimte tussen u en de auto voor u zit. Als de auto voor u een vast punt, zoals een verkeersbord of een hectometerpaal, passeert, telt u 2 seconden af. Passeert u na 2 seconden hetzelfde punt? Dan houdt u genoeg afstand. Spreek de tekst: ‘eenentwintig’, ‘tweeëntwintig’ uit om het goed te meten.


Wanneer gebruik je welke autoverlichting?


Wanneer gebruik je welke autoverlichting?

Dimlicht, dagrijverlichting of mistlampen. Wanneer gebruik je welke autoverlichting? Wij zetten de regels voor u op een rij.

Altijd aan – dagrijverlichting

Sinds 2011 is dagrijverlichting verplicht op nieuwe auto’s. Deze verlichting zorgt ervoor dat u overdag beter zichtbaar bent en gaat automatisch aan zodra u de motor start. DRL’s (daytime running lights) zijn vaak energiezuinige LED lampen en stralen wit licht uit. Let op: bij slecht zicht op de weg en in tunnels zorgt dagrijverlichting voor onvoldoende zichtbaarheid. Het is dan belangrijk om de gewone verlichting te gebruiken. Heeft uw auto nog geen dagrijverlichting? Gebruik dan ook de gewone verlichting.

In het donker - dimlicht

In het donker is dimlicht verplicht. Ook als u door mist, hagel regen of sneeuw slechter ziet, moet u deze verlichting gebruiken. Dimlicht zorgt ervoor dat de koplampen, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting brandt. Met deze lampen kunt u geen tegenliggers verblinden, daarom de naam ‘dimlicht’.

Bij heel slecht zicht – mistlicht

Als mist, sneeuw of regen ervoor zorgt dat u heel slecht ziet, mag u het mistlicht aan de voorkant gebruiken. De dimlichten hoeven dan niet aan, maar het mag wel. Alleen als u minder dan 50 meter kunt zien door zware sneeuw of mist, is het toegestaan om de mistachterlichten te gebruiken. De hectometerpaaltjes zijn een goede manier om te testen hoeveel u ziet, die staan op elke 100 meter langs de weg. Bij zware regen mag u het mistachterlicht niet gebruiken.

’s Nachts op een lege weg - grootlicht

Een betere verlichting dan grootlicht is er niet. Het verblindt medeweggebruikers zelfs. Binnen en buiten de bebouwde kom mag u grootlicht gebruiken, als het nacht is en er geen ander verkeer in de buurt is. Officieel mag seinen met grootlicht niet, maar het is wel de handigste manier om aan andere automobilisten te laten weten dat de autolichten het niet doen. Let hier wel mee op, want de politie geeft u zo een boete van €90.

Bij het parkeren - stadslicht

Stadslicht zorgt dat een geparkeerde auto zichtbaar is. De achterlichten, de kentekenplaatverlichting en twee kleine lampjes branden dan. Als u ’s nachts of bij slecht zicht parkeert buiten de bebouwde kom of op de rijbaan, zijn deze lichten verplicht.

3 weetjes over autoverlichting

  • De mistlichten gebruiken terwijl het eigenlijk niet mag, kan een boete van €140 opleveren. U mag echt niet meer zien dan 50 meter.

  • Wie geen reservelampen in de auto heeft liggen als een lamp defect is, kan een boete van €90 tot €140 krijgen.

  • Bij grootlicht, dimlicht, stadslicht en mistlichten (voor) moeten altijd de achterlichten branden. Dat geldt niet voor de mistachterlichten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten