dinsdag 29 december 2020

Multimiljonair in gouden Lamborghini uit Zeewolde verovert Nederland met badkamertegels én YouTube

 

Multimiljonair in gouden Lamborghini uit Zeewolde verovert Nederland met badkamertegels én YouTube

Chahid Charrak (30), online bekend als ‘Dutch Performante’, verliet school op zijn veertiende en woont nu in een luxueuze villa met bijpassende sportwagen. De Zeewoldenaar werd multimiljonair in de sanitair- en tegelhandel en is groot op internet met opdrachten waarbij jongeren onder meer een Rolex kunnen winnen. ,,Mijn ouders waren eerst flink teleurgesteld in mij.”

Hoe een gemiddelde dag van Chahid eruit ziet? Hij begint met bellen, facturen controleren en mails beantwoorden voor zijn zes tegelzaken. Het vervolg is meestal minder normaal. ,,Straks ga ik met Don de Jong (een youtuber met bijna één miljoen abonnees, red.) voor een video een ballenbak achterin een busje maken. In de avond ga ik in mijn auto rijden met een jongen die niet lang meer te leven heeft. Ik doe wel bijzondere dingen ja”, zegt Chahid met het nodige gevoel voor understatement.
























Binnenzwembad en keukeneiland

In Zeewolde woont hij in een voor hem op maat gebouwde villa. Het bonkende geluid van heipalen die de grond ingaan hoort hij overdag goed. Nog geen vijftig meter verderop worden volop woningen gebouwd. Zijn huis is al helemaal klaar: hij duikt met zijn vier kinderen regelmatig het binnenzwembad in en eten doet hij in zijn keukeneiland dat van alle gemakken is voorzien.

Zijn vrouw heeft loempia’s meegenomen. ,,De beste loempia’s van Nederland zijn te krijgen in Zeewolde”, zegt hij tegen zijn volgers in een op Instagram geplaatste video, waarna zijn vrouw in beeld komt en met een ietwat verbaasde blik ‘ja’ zegt. ,,Ik hoef niet zo nodig in de spotlights”, zegt zijn vrouw Samantha nadat Chahid het bericht heeft geplaatst. ,,Maar ik vind het prima wat hij allemaal doet. Hij is veel weg, dat was vroeger altijd ook al zo.”

















Een gouden Lamborghini in de garage, een zwembad en meer luxe; dit was tien jaar terug voor hem wel anders. Bij het opzetten van een sanitairbedrijf in Tiel sliep hij in de keuken van zijn bedrijfspand en had hij een sportschoolabonnement om te kunnen douchen.

,,Na mijn basisschooltijd ben ik gaan werken bij een pallethandel in Zeewolde”, zegt Chahid. ,,Daar heb ik geleerd om lichamelijk zwaar werk te doen. Voor dat bedrijf ben ik in Litouwen gaan werken. Ik had veel geld gespaard. Terug in Nederland - ik was achttien jaar - zag ik dat mijn stiefvader ontzettend veel geld verdiende met sanitaire tegels. Ik ben naar hem toe gegaan en zei dat ik ook een eigen zaak wilde beginnen. Hij had niet verwacht dat ik zoveel had gespaard. In Tiel heb ik gesproken met een leverancier van tegels. Hij was net met een groothandel begonnen en zei dat ik echt in Tiel moest gaan zitten om aan particulieren tegels te gaan verkopen.”

Snelle groei

,,Ik had niet genoeg geld om een zaak volledig zelf te beginnen, maar we hebben afgesproken dat de hele hal vol kon staan met badkamermeubels en tegels en ik op afbetaling alles terug kon betalen. Binnen een halfjaar had ik dit al terugbetaald. Het ging bizar snel. Het eerste jaar had ik al 600.000 euro omzet. Dit werd alleen maar meer. Ik leerde veel van de vragen van klanten.”

,,In het begin was het echt overleven. Van mijn laatste 2900 euro heb ik een Peugeot 205 gekocht. Ik sliep in de keuken bij de bedrijfshal, sportte bij de sportschool op de hoek om te kunnen douchen en at magnetronmaaltijden. Ik was 66 kilo toen ik begon. Binnen een jaar was ik 98 kilo. Ik werkte elke dag van negen tot negen uur. Ik ging naar klanten toe met mijn pinautomaatje. Het gaf altijd een lekker gevoel als mensen betaalden. Na twee jaar ontmoette ik mijn vrouw en heb ik een huisje op de hoek van de zaak gehuurd.”




















,We hebben nu vier kinderen en wonen weer in Zeewolde. Deze plaats ligt mooi centraal. Ik heb hier een topjeugd gehad. Ik kwam op de middelbare school nadat ik veel geld had verdiend met mijn zomerbaan. Ik ging spijbelen. Mijn ouders respecteerden dat niet en wilden dat ik naar school ging. Ik was koppig. Ik ben toen uit huis gegaan en bij een vriend gaan wonen. Mijn ouders waren flink teleurgesteld. Mijn moeder had atheneum gedaan, mijn vader gymnasium. Ze wilden niet dat ik zwerver werd. Maar ik wilde geld verdienen en mijn enige doel was rijk worden.”

,,In Zeewolde ging het goed. Mijn stiefvader had een winkel in Dalen. Het personeel stal van hem en de zaak was bijna failliet. Ik had hem geld geleend en kreeg in ruil de helft van de aandelen en ging het bedrijf runnen. Ik heb een ton geïnvesteerd in de showroom en binnen een half jaar liep het heel goed. Daarna zijn meer ondernemers naar mij toe gekomen met de vraag of ik een winkel kon overnemen. Het ging niet altijd goed. In Enschede is een winkel van mij failliet gaan. Dat is ook ondernemen.”

Krachten bundelen

,,Vrienden van mij hadden in Zeewolde een winkel. Uiteindelijk ben ik met hun in zee gegaan. Ik kon alles altijd redelijk goedkoop inkopen. Zij hadden met Tegeldepot een goede webshop waar ze in 2010 al mee waren gestart. Mijn webshop liep niet zo goed. Ik lag op een gegeven moment met ze, mijn vrienden en concurrenten, in het zwembad en we hebben besloten om samen te gaan en het beste van twee werelden te combineren. We werden steeds groter. Eelco Kalsbeek, mijn zakenpartner, woont tegenover mij.”

,,Zo’n jaar geleden heeft een collega een Instagram-account aangemaakt voor mijn dure auto met de naam Dutch Performante, een verwijzing naar het model van mijn auto. Ik ging steeds meer samenwerken met andere mensen die veel volgers hadden. Mensen zagen mij rijden in de gouden Lambo en zetten dat op internet. Zo werd het steeds groter en groter.”























,Ik ben niet online actief geworden om meer tegels te gaan verkopen. Instagram is een losgeslagen hobby. Ik vind het leuk om met andere youtubers toffe dingen te doen. Tien jaar lang ben ik alleen maar bezig geweest met werken. De eerste vier jaar had ik geen personeel. Je durfde nooit weg te gaan en het aan personeel over te laten. Ik wil het nu misschien een soort van inhalen. Het is ook ontspannend.”

In badkuip zitten

,,Op YouTube ben ik begonnen met challenges. Vier mensen moesten proberen zo lang mogelijk in een badkuip te zitten. De winnaar kreeg 5000 euro. Deze video is al door 1,5 miljoen mensen bekeken. In Amerika heeft MrBeast eenzelfde soort concept, maar in Nederland is dit uniek. In een half jaar tijd heb ik 250.000 abonnees. Ik denk dat een account in Nederland nog nooit zo snel is gegroeid.”

,,Door de grote prijzen die ik weggeef verdien ik aan de video’s niet veel. Alle winst pomp ik weer terug om video’s te maken. Ik hoef hier niet rijk van te worden. Met de verkoop van tegels wil ik geld verdienen. Wel is het zo dat de tegelhandel en YouTube elkaar nu versterken. Mensen worden steeds meer fan en gunnen het mij om naar de winkel te komen.”

,,Ik lach altijd. Als iemand mij boos maakt, moet die heel ver gaan. Dan word ik ook echt boos. Ik wil niet graag dat mensen mij gaan na-apen. Ik zou het niet leuk vinden als iemand in de tegelbranche ook op YouTube begint.  Op YouTube helpt iedereen elkaar. Je doet niemand na en helpt elkaar. In de zakenwereld is dat wel anders.”

Foute mensen

,,Ik heb zes ondernemingen, waaronder Tegeldepot en Megadump, met ruim 100 medewerkers en zit goed te boeren. Ik ben drie jaar terug begonnen met wat vastgoed. Dat geeft zekerheid. Voor mij was het een goed jaar. Veel mensen zijn hun badkamer gaan aanpakken. Ik denk dat de omzet van mijn bedrijven dit jaar ver over de 40 miljoen euro gaat. Ik ben erg open over wat ik doe en ben niet bang dat dit foute mensen aantrekt. Ik ben er trots op wat ik heb bereikt. Ik heb er hard voor gewerkt. Dat mag iedereen zien.”

Het gesprek is een uur bezig als hij naar zijn telefoon wijst. ,,280 gemiste telefoongesprekken, onder meer met rapper Bizzey. Voor hem ga ik een badkamer plaatsen. Dit is mijn leven nu”, vertelt hij met een grote glimlach op zijn gezicht. Die glimlach verdwijnt niet snel van zijn gezicht. Of hij voor een foto een duik in het zwembad wil nemen? Nog geen tien seconden later zwemt hij in het zwembad in zijn rode boxer. Hij deelt het verzoek van de fotograaf met zijn 300.00 Instagram-volgers. Met een knipoog en grote glimlach op zijn gezicht: ,,Ze vragen wel veel van mij.”


























zondag 27 december 2020

Ruwe en stugge handdoeken? Zo houd je ze het langst zacht!

 

Ruwe en stugge handdoeken?           Zo houd je ze het langst zacht!























Als je je handdoeken al een tijdje hebt, gaan ze na een tijdje steeds ruwer en stugger aanvoelen. Dit is natuurlijk helemaal niet fijn om je mee af te drogen. Om ze zo lang mogelijk zacht te houden kun je het beste deze tips opvolgen.

Hoe vaker je je handdoeken wast, hoe ‘harder’ ze worden. Ook gaan ze zo steeds minder water opnemen. Erg zonde dus als je ze nog niet zo lang hebt. Daarom hebben wij een aantal tips om langer van je handdoek te genieten.

1. Rollen in plaats van vouwen

Je handdoeken blijven langer zacht als je ze regelmatig laat ‘luchten’. Dit kun je het beste doen door ze opgerold op te bergen in plaats van opgevouwen op een stapeltje. Rol ze echter niet te strak op want anders kunnen ze nog steeds niet goed luchten.

2. Dikke handdoeken

Kwalitatief goede handdoeken gaan natuurlijk het langste mee. Ze kunnen namelijk vaker gewassen worden totdat ze verslijten. Ook absorberen dikke handdoeken het meeste water. Geef dus liever iets meer geld uit aan goede, dikke handdoeken waar je langer van kunt genieten.

3. Géén wasverzachter

Je zou denken dat wasverzachter je handdoeken alleen maar zachter maakt. Dit is in principe ook wel waar, maar door dit middel nemen je handdoeken op den duur steeds minder water op. Je wilt natuurlijk dat je handdoeken goed afdroogt, dus gebruik maar beter geen wasverzachter.

4. Makkelijk drogen

Heb je een wasdroger? Gebruik deze dan lekker om je handdoeken te drogen. Handdoeken worden namelijk lekker zacht als je ze in de droger doet. Zet hem alleen niet op de heetste stand, want zo beschadig je de handdoek. Voor het zachtste resultaat moet je de handdoeken gelijk nadat de droger klaar is, eruit halen.







dinsdag 22 december 2020

In 3 stappen naar een ononderbroken nachtrust

 

In 3 stappen naar een ononderbroken nachtrust

Midden in de nacht wakker worden en niet meer in slaap komen. Voor veel mensen zijn gebroken nachten de dagelijkse realiteit. Wil je ook graag wat beter slapen? Wij helpen je graag met de eerste stappen.













Heb jij weleens problemen met slapen? Dan weet je hoe lastig het is om daar iets aan te doen. Hoe meer je probeert in slaap te komen, hoe minder het lijkt te lukken. Gelukkig zijn er een aantal handige tips, om toch die voldoende slaapuren te krijgen.

Stap 1: Goed slapen begint overdag

Bepaalde dingen doen (of niet doen) overdag kan helpen bij het in slaap vallen ’s avonds. Zo is het belangrijk gedurende de dag voldoende te bewegen, zodat je lichaam toe is aan rust wanneer je naar bed gaat. En hoe aantrekkelijk het ook is wanneer je moe bent, lange dutjes overdag zijn geen goed idee. Deze kunnen je slaapritme verder verstoren, en ervoor zorgen dat je ’s nachts minder goed slaapt. Hou je het echt niet vol? Ga dan voor een powernap, en zorg dat deze niet langer dan 20 minuten duurt. Daarnaast is het belangrijk een vast slaapritme op te bouwen. Dat betekent: altijd op dezelfde tijd gaan slapen, en op dezelfde tijd opstaan (ja, ook in het weekend!). Dit helpt je lichaam te wennen aan vaste slaapmomenten.

Stap 2: De ideale slaapomgeving

Om goed te kunnen slapen, is een optimale slaapomgeving belangrijk. Films kijken of lezen in bed zorgt ervoor dat je de slaapkamer gaat verbinden met dingen die niks met slapen te maken hebben. Daarnaast is het belangrijk dat de slaapkamer zo donker mogelijk is, en niet te warm (17-20 graden), zodat je tijdens het korte waakmoment na een slaapcyclus niet wakker wordt van prikkels. O, en een wekker of klok waarop je in het donker kan zien hoe laat het is? Beter van niet. Constant zien hoe de tijd verstrijkt wekt niet alleen ergernis op (waardoor je nog minder makkelijk in slaap valt), het kan ook een prikkel zijn die je uit je slaapcyclus haalt, omdat je de neiging hebt even te kijken hoe laat het is.

Stap 3: Kom in de slaapmodus (en hou deze vast!)

Zo’n twee uur voordat je gaat slapen, kun je beginnen met je voorbereiden op de nachtrust. Vermijd beeldschermen, fel licht, alcohol, opwekkende middelen zoals cafeïne of suiker, en eet of sport niet vlak voordat je wil gaan slapen. Daarnaast kan het helpen om je een vast ‘slaapritueel’ aan te leren, bijvoorbeeld door alvast je pyjama aan te doen, je kleren voor morgen klaar te leggen en dan nog een paar bladzijdes te lezen. Je lichaam gaat deze gewoonte op den duur herkennen, en komt makkelijker in de slaapmodus. En vergeet niet: elke dag op hetzelfde moment naar bed. Dus niet stiekem nog een hoofdstuk of aflevering, want daarvan raakt je slaapritme juist in de war.

Het belangrijkste: geen paniek!

Het is niet makkelijk in een keer je hele slaapritme aan te passen. Maar een paar kleine aanpassingen kunnen soms al een wereld van verschil maken. En het allerbelangrijkste: geen paniek. Iedereen heeft weleens een tijdje dat slapen minder goed gaat. Hou vol, er komen uitgerustere tijden aan. Echt waar!


De zin en onzin van de powernap

De een gelooft heilig in de powernap, de ander zegt dat je absoluut niet overdag moet slapen. Maar wat als je echt heel moe bent? Kun je dan een dutje doen dat je echt vooruit helpt?

We slapen allemaal wel eens belabberd. En helaas merk je dat meteen. Éen nacht slaapachterstand kan al effect hebben op je focus, gemoedstoestand, geheugen en zelfs je immuunsysteem. Gelukkig is er wat aan te doen.

Slaaptekort te lijf

Een kort dutje – vaak een powernap genoemd– kan helpen bij slaaptekort, een alert gevoel bevorderen en het cognitief vermogen een boost geven. Dat zegt ook Slaapcoach Floris Wouterson. Hoewel de positieve invloed bij iedereen verschillend is, verbetert een powernap over het algemeen je alertheid, creativiteit en stressniveau.

Hazenslaapjes

Grappig genoeg merk je de positieve effecten al bij een slaapje van slechts 10 minuten. Blijkt uit studies van een team Australische onderzoekers onder 12 jong-volwassenen. Zij concludeerden dat proefpersonen na een powernap van 10 minuten alerter waren en een groter denkvermogen hadden.

Langer alert

Zelfs de NASA, het Amerikaans ruimtevaartinstuut, deed onderzoek naar powernaps. Ook zij bevestigen dat piloten na een powernap van 25 minuten ruim 2 uur lang alerter waren dan zonder dutje. Deze studie heeft er zelfs toe geleid dat powernaps nu standaard zijn opgenomen in het piloten-programma.

Te lang slapen?

Het lijkt erop dat er niet veel nadelen hoeven te zitten aan de powernap. Een van de valkuilen is té lang slapen. Uit dat eerder genoemde Australische onderzoek bleek namelijk ook dat de proefpersonen die een powernap van 30 minuten deden, juist minder alert waren na hun dutje. Over het algemeen luidt het advies om de powernap tussen de 10-30 minuten te houden.















Slaap je slecht of heb je écht een slaapprobleem?

 

Slaap je slecht of heb je écht een slaapprobleem?

Woelen, piekeren, wakker liggen. Iedereen heeft er weleens last van. Maar soms leiden slapeloze nachten tot een chronisch slaaptekort. Dan moet er echt iets gebeuren. Zo herken je dat je aan de slag moet.











We kennen allemaal periodes waarin slapen lastiger gaat. Tegen een deadline aanwerken (en bang zijn die niet te halen) of relatieperikelen kunnen zorgen voor heel wat doorwaakte nachten. Maar wanneer zo’n spannende periode voorbij is en het daarna weer lukt om te slapen als een baby, is er niet zoveel aan de hand.

Over een echt slaapprobleem hebben we het als iemand meer dan drie keer per week slecht slaapt/niet in slaap komt en dat ten minste drie maanden lang. Overdag rondlopen als een zombie, concentratieproblemen, moeite met opstaan en constant rondlopen met een geprikkeld gevoel zijn meestal onlosmakelijk verbonden aan chronische slapeloosheid.

Slecht slapen is écht slecht
Te weinig slapen is funest voor onze gezondheid. Het verhoogt de kans op obesitas, diabetes type 2 en een verhoogde bloeddruk. Allemaal dingen waar we niet op zitten te wachten. Notoir slechte slapers hebben vaak helemaal niet door hoeveel invloed ze zelf hebben op hun nachtrust. Beter leren slapen kán, zegt Slaap Performance Coach Floris Wouterson in zijn boek Superslapen. Het gaat meestal om bepaalde gewoontes afleren en vervangen. Check dit rijtje maar eens:

1. Piekeren en klagen
Wie eindeloos nadenkt en praat over dingen die anders gaan dan had gemoeten, helpt zichzelf niet aan een goede nachtrust. Het is belangrijk om te beseffen en te accepteren dat er dingen buiten en binnen onze invloedssfeer liggen.

2. Geen structuur in naar bed gaan, opstaan en te weinig daglicht
Slechte slapers kunnen er een handje van hebben om te laat te gaan slapen, vaak uit te slapen, overdag dutjes te doen en halve dagen de gordijnen dicht te houden. Houd een strak ritme aan, ga elke dag op dezelfde tijd naar bed en sta op dezelfde tijd op. Laat genoeg daglicht naar binnen vallen, ga naar buiten en laat ’s avonds steeds minder licht schijnen. Vermijd vlak voor het slapengaan ook gebruik van schermen. Blauw licht houdt ons wakker. Slaap in een donkere kamer.

3. Te veel vet en zoet eten, koffie en wijn
Een teveel aan koolhydraten en suikers zorgt ervoor dat de spijsvertering niet optimaal werkt en door een te hoge concentratie cortisol wordt de slaap verstoord. Ook alcohol en koffie zitten een natuurlijk slaapritme in de weg. Let dus goed op wat je eet en drinkt.

4. Zittend werken, liggend series kijken
Iedereen weet dat bewegen belangrijk is, maar toch doen we het nog steeds te weinig. Want ach, zo dik is die buik toch niet? Bewegen is niet alleen goed om slank en fit te blijven maar ook essentieel voor onze nachtrust. Neem de trap, haal koffie voor de afdeling, maak een wandelingetje naar de bakker. Het is beter om dagelijks 10.000 stappen te zetten dan twee keer per week een uur te trainen in de sportschool.






donderdag 10 december 2020

Nooit meer nachtmerries Hoe voorkom je enge dromen?

 

Nooit meer nachtmerries

Hoe voorkom je enge dromen?


Badend in het zweet word je wakker. Gelukkig, het was alleen maar een enge droom! Niets aan de hand zou je denken, maar toch kunnen zulke nachtmerries je leven aardig door de war gooien. Van niet meer durven slapen, tot indutten overdag. Waarom hebben we nachtmerries en valt er iets tegen te doen?


Drie op de vier mensen heeft wel eens last van een nachtmerrie. Maar zo'n half miljoen Nederlanders hebben een paar keer per week een akelige droom. De meeste van zulke dromen ontstaan toevallig. Maar nachtmerries kunnen ook ontstaan nadat iemand iets traumatisch heeft meegemaakt. Dit herbeleeft hij telkens in zijn dromen.


Vaker vrouwen

Iedereen kan een nachtmerrie krijgen. Maar vrouwen en kinderen lijken er meer te hebben. Tussen het vijfde en negende jaar hebben de meeste kinderen nachtmerries. Ook slaapwandelen komt in deze fase meer voor. Als kinderen ouder worden, groeien ze hier overheen. Vrouwen lijken er ook vaker last van te hebben. Maar het kan ook zijn dat ze er sneller over praten, of ze beter onthouden dan mannen. Mensen die van zichzelf gevoeliger zijn, dus eerder bang of boos, hebben ook vaker nachtmerries.

En nachtmerries kunnen dus ontstaan na een akelige en ingrijpende gebeurtenis. Het gebruik of juist het stoppen van sommige medicijnen kunnen ook de oorzaak zijn.


Nachtangst of nachtmerrie?

Als je zo'n nachtmerrie hebt gehad, weet je die vaak nog tot in detail op te rakelen. Als je niet meer weet waar je over droomde, is het misschien geen nachtmerrie geweest. Je wordt wakker met bonkend hart, bent angstig of in paniek en weet niet meer goed waar je bent.  Een ander kan proberen je te geruststellen, maar dat lukt vaak niet. Vaak zul je het je zelf 's ochtends niet meer herinneren. Zo'n nachtelijke angstaanval wordt ook wel nachtangst of 'pavor nocturnus' genoemd. Dit is heel iets anders dan een nachtmerrie.


Geen boodschap

Er zijn nogal wat mensen die denken dat dromen een doel hebben. Soms kunnen de beelden inderdaad nuttig zijn. Als je een traumatische gebeurtenis telkens weer doormaakt in je slaap, kan het zijn dat deze steeds minder eng wordt. Je verwerkt je trauma in je slaap. Zwangere vrouwen hebben vaak enge dromen over hun baby en de bevalling. Dit lijkt wel een functie te hebben; deze vrouwen hebben minder last van depressies na de geboorte.                       Maar meestal werkt het niet zo. Dromen rakelen gebeurtenissen en gevoelens telkens weer op. In plaats dat ze je een nuttige boodschap geven, zorgen ze dat je een trauma juist niet kan verwerken. Dit kan voorkomen bij een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS).


Of je blijft al jarenlang zonder reden hangen in hetzelfde droomthema. Dit komt omdat je bepaalde verwachtingen hebt bij het zien van de nachtelijke beelden. Als je al jaren droomt dat je verdrinkt, zul je bij het zien van een zwembad in je droom niet aan een verjaardagspartijtje denken. Hierdoor stuur je onbewust je dromen altijd diezelfde kant op.    Je blijft maar vallen of van schrik verstijfd zijn. Je ligt hele nachten wakker, omdat je bang bent verder te dromen. En overdag ben je prikkelbaar en ongeconcentreerd. Op zo'n manier voegen dromen helemaal niets toe aan je leven en kun je er beter iets aan proberen te doen.


Verwachtingen aanpassen

Zelfs veel doktoren denken dat nachtmerries vanzelf over gaan en doen er niets aan. Toch is dit niet zo. Bij PTSS kunnen nare dromen jarenlang blijven voorkomen. Gelukkig is er de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan en proberen wetenschappers behandelingen te vinden. Zelf kun je proberen om je beter te ontspannen voor je gaat slapen. Mensen die gespannen gaan slapen, hebben meer kans op nachtmerries. Ontspanningsoefeningen kunnen je hierbij helpen. Ook kun je in behandeling gaan. Daar leren ze je gedachten en verwachtingen aan te passen.





Heeft piekeren nut?

 

Heeft piekeren nut?


Je relatie, baan, kinderen, geld, gezondheid: er zijn talloze onderwerpen waarover je je het hoofd kunt breken. Maar waarom piekeren we eigenlijk? En heeft zo’n slapeloze nacht misschien ook nog nut?


Een mens kan nogal wat negatieve gedachten hebben. Er zijn wel verschillen. Naast piekeren heb je bijvoorbeeld rumineren: het herkauwen van vervelende situaties. Ook dwanggedachten – op een balkon op zeven hoog plots denken dat je naar beneden gaat springen – vallen niet onder de noemer ‘piekeren’.

‘Rumineren heeft met piekeren gemeen dat het een aaneenschakeling van negatieve gedachten betreft’, zegt psycholoog Bart Verkuil van Universiteit Leiden, die ook het boek De gelukkige piekeraar schreef. ‘Maar waar rumineren meestal over het verleden of heden gaat, is piekeren op de toekomst gericht. Dwanggedachten zijn ook negatief, alleen zijn die zo vreemd dat je er verder niet veel aandacht aan zult geven. Terwijl piekergedachten juist altijd te maken hebben met zaken die dicht bij je staan en waarbij je je erg betrokken voelt.’

Zorgen maken doen we onbewust

Typisch voor piekeren is ook dat we het vaak onbewust doen. Voor je het weet ben je een kwartier verder met het pijnigen van je hersenen over de vraag of je je huis wel verkocht krijgt. Een ander specifiek kenmerk is het abstracte ervan. Verkuil: ‘Je maakt je zorgen om gebeurtenissen en situaties waarvan je niet weet of en hoe ze zullen plaatsvinden. Je probeert met allerlei niet-concrete wat-als-gedachten een oplossing te bedenken voor problemen die zich mogelijk gaan voordoen.’

Dat laatste is precies de reden dat we piekeren: we willen dreiging afwenden door die te slim af te zijn. ‘Vanaf het moment waarop het menselijk brein evolueerde tot een orgaan dat in staat was om toekomstscenario’s te bedenken, ontwikkelden piekergedachten zich als een beschermingsreactie tegen verwachte schade’, legt Verkuil uit. ‘Met onze grotere geheugencapaciteit konden we op basis van opgeslagen herinneringen voorspellen of er wellicht een gevaarlijke situatie zou ontstaan. En met de kennis van eerdere ervaringen gingen we alvast bijpassende reacties verzinnen.’ 
Dat was flinke vooruitgang. We schoten niet meer acuut in de stress in een droge periode die tot honger kon leiden. We maakten ons van tevoren even druk en legden daarna een graanvoorraad aan.

Vooral andere mensen laten ons piekeren

Volgens Verkuil zijn in onze westerse maatschappij die vroegere primaire behoeftes, zoals voedsel en veiligheid, vervangen door fundamentele sociaalpsychologische verlangens. ‘Ieder mens wil bij een groep horen, in vrijheid beslissingen nemen en het gevoel hebben ergens competent in te zijn.’


Daarom piekeren we als vader of moeder over kinderen met wie het niet goed gaat, bang dat we falen in de opvoeding. En over ons werk, als we daar alleen maar bevelen van de baas moeten opvolgen. Ons grootste zorgenkind is relaties. ‘Een derde van ons gepieker gaat over andere mensen’, weet Verkuil.

Piekeren laat zien dat je ergens om geeft

Net als in de oertijd is ons hedendaagse gepieker best nuttig. Ook als je gebroken opstaat na een slapeloze nacht vol getob over een familieruzie? Ja, zegt Verkuil. ‘Allereerst kan piekeren aanzetten tot actie.’ Je besluit bijvoorbeeld die broer met wie je bent gebrouilleerd te bellen voor een gesprek, in plaats van elkaar via de app verwijten naar het hoofd te slingeren.

‘Ook zorgt het ervoor dat we beter kunnen omgaan met tegenslag. En toekomstgericht piekerdenken pakt soms voordelig uit.’ Als je bijvoorbeeld verschillende onheilspellende scenario’s in je hoofd hebt doorlopen, dan komt het minder hard aan als dat knobbeltje in je borst inderdaad kwaadaardig is. Of het blijkt verstandig te zijn geweest om ruim op tijd een paar liter desinfecterende handgel in te slaan om het coronavirus buiten de deur te houden.

Ten slotte maakt piekeren duidelijk wat we belangrijk vinden. We zitten immers niet in over een test als de uitslag daar van ons geen bal kan schelen. ‘Alles waar wij in het leven waarde aan toekennen, is kwetsbaar en kan een aanleiding vormen tot bezorgdheid. Achter ieder piekerprobleem is daarom wel een waarde in het leven te ontdekken. Zorgen over je partner laten zien hoeveel je om hem of haar geeft. Je druk maken over je baan wijst erop dat je een betekenisvolle rol in de maatschappij wilt innemen. Een piekergedachte zegt daarmee iets over de prioriteiten die je hebt in het leven.’ Leuk is misschien anders, maar al dat gepieker heeft dus wel degelijk zin. Mits je het met mate doet natuurlijk. Hoe zit dat bij jou?






Zonder oorschelp zouden we een stuk slechter horen. Hè, wat?

 

Zonder oorschelp zouden we een stuk slechter horen. Hè, wat?


Het is een vreemde schijf aan ons hoofd. Steekt hij uit, dan laten we hem plat zetten, of we kammen er haar overheen als er een foto wordt gemaakt. Maar zonder oorschelp zou je gehoor een stuk minder goed functioneren.


Om een exceptioneel gehoor staan mensen niet bekend. Maar er is één aspect dat we als geen ander beheersen: richtinghoren. Tot op een paar graden nauwkeurig kunnen we de herkomst van een geluid bepalen. ‘Het kan qua nauwkeurigheid niet veel beter dan wat wij doen’, vertelt neuropsycholoog Martijn Agterberg van de Radboud Universiteit. We horen niet alleen of geluid van links of rechts komt, maar ook van beneden of boven. En daarvoor zijn je oorschelpen, die verfrommelde stukken kraakbeen met huid, erg belangrijk.


Waar komt dat geluid vandaan?

Om de richting van geluiden te bepalen hebben we twee oren. ‘Geluid komt eerder aan bij het ene oor dan bij het andere’, vertelt Agterberg. ‘Door dat minieme tijdsverschil tussen de ontvangst van het signaal kan ik mentaal verwerken waar het vandaan komt.’  ‘Ook mensen met één werkzaam oor kunnen leren horen waar het geluid vandaan komt’, zegt Agterberg. Geluid dat uit de kant van dat oor komt, komt namelijk ongehinderd binnen. Komt het van de andere kant, dan moet het je hoofd passeren. ‘Het hoofd filtert hogere frequenties eruit.’ Je brein herkent dat en weet zo de richting.


Oorschelpen zijn een klankkast

Maar er is één ding dat ook met twee werkende binnenoren niet zal lukken: horen van welke hoogte een geluid komt. Als geluid recht van voren komt, zal het gelijktijdig aankomen in beide oren, of het nou vanaf beneden of van boven komt. Om het toch te kunnen plaatsen is een ander kunstje nodig, en dat vereist oorschelpen. Je oorschelpen werken als een klankkast: ze weerkaatsen geluid in de richting van je gehoorgang. Door de kronkels in je oren gebeurt dat niet uniform. Hoe precies, dat hangt maar net af van de hoek waaruit het geluid komt. De richels en bobbels van de schelp hebben steeds een iets ander effect, waarbij hogere tonen anders weerkaatsen dan lagere tonen. Dat ze het geluid vervormen klinkt onhandig. Maar dat is juist de truc, legt Agterberg uit. ‘Als geluid van de andere kant komt, zijn de reflecties anders.’ Je brein kan uit de vervormingen afleiden van welke hoogte het geluid kwam.


Daarom hebben bejaarden zulke grote oren

Om de hoogte te kunnen lokaliseren, moet het geluid wel uit meerdere toonhoogtes bestaan. Bij een monotoon geluid lukt dat niet. En daar lopen oudere mensen tegen een moeilijkheid aan. Zij horen hoge tonen minder goed, waardoor hun oren minder toonbereik hebben. Dat bereik is juist nodig om de hoogte van geluiden te plaatsen.



Gelukkig staat daar een andere verandering tegenover, realiseerde Agterberg zich in 2013. ‘Ik zat tv te kijken en ik dacht: jeetje, wat heeft die ouwe kerel grote oren. Zo begon het.’ Doordat onze oren blijven groeien, hebben bejaarden grotere oren dan kinderen. En dat komt van pas, bleek uit het onderzoek dat Agterberg vervolgens opzette.

Die enorme schelpen compenseren het wegvallen van de hoge tonen deels. Het grote oppervlak weerkaatst de lagere tonen namelijk goed. ‘Doordat ouderen grotere oren hebben, kunnen zij richting bepalen bij geluiden met relatief lage frequenties, terwijl jonge kinderen dat niet kunnen.’ Opa-oren hebben dus een functie, al compenseren ze het algehele gehoorverlies niet volledig.







dinsdag 8 december 2020

Hoeveel moet je nu écht drinken na het sporten? Vergeet de voorbereiding en nazorg niet

 

Hoeveel moet je nu écht drinken na het sporten?

Vergeet de voorbereiding en nazorg niet

Sporten brengt je even op andere gedachten, al moet je wel een beetje je hoofd erbij houden. Het gewichtsverlies geeft misschien een prettig gevoel, maar het is heel belangrijk om het vochtverlies ook weer aan te vullen. Hoeveel water moet je eigenlijk drinken en wanneer?

Drinken vóór het sporten

Drinken gaat voor een groot deel automatisch tijdens het sporten: je krijgt een droge keel of gewoonweg dorst. Maar iets wat je misschien snel vergeet voor het sporten, is ervoor zorgen dat je in ieder geval niet uitgedroogd aan een work-out begint. Een soepel verlopende sportsessie begint pas goed als je genoeg vocht tot je hebt genomen. Als je uitgedroogd aan een work-out begint, moet je hart harder werken om bloed rond te pompen en stijgt je lichaamstemperatuur sneller.

Urine als gids

Weet je niet precies hoe het ervoor staat met je vochtgehalte? De snelste en gemakkelijkste manier om dit te checken is door even kijken naar de kleur van je urine. Hoe lichter de kleur, hoe kleiner de kans is dat je uitgedroogd bent of raakt. Is je urine wat donkerder? Dan is het tijd om even wat water te drinken. 



Pas op dat je je vochtgehalte niet te snel rechtzet. Het is beter om het regelmatig op pijl te houden dan om in een keer heel veel water te drinken vlak voor het sporten. Drink liever zo’n vier uur voor het sporten wat meer en top je niveau dan af met een kleinere hoeveelheid vlak voor het sporten.

Tijdens het sporten

Een flesje water meenemen bij het hardlopen is misschien wat onhandig, maar het is wel nodig. Waarom vocht zo belangrijk is? Dat heeft vooral te maken met je spieren. Die bestaan voor driekwart uit water. Je voelt het dus als eerste in je spieren wanneer je te weinig water hebt gedronken. Regelmatig vocht opnemen is daarom ook één van de belangrijkste maatregelen tegen kramp. Denk daarbij aan zo’n 125 tot 250 milliliter per kwartier.

Ieder lichaam is anders, dus let vooral op wat voor jou het beste werkt. Om uit te meten hoeveel water jij het beste kunt drinken is je lengte en gewicht belangrijk, maar er zijn veel meer factoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hoe fit je bent: hoe meer je lichaam gewend is aan trainen, hoe sneller en meer je zweet. Ook zweet je meer in warmere, maar ook vochtigere omgevingen. Tot slot hangt je gewichtsverlies en daarmee je vochtinname af van hoe zwaar je training is.

Na het sporten

Zorg dat je op tijd je vochtgehalte weer op peil brengt. Je spieren kunnen pas herstellen wanneer je genoeg water tot je hebt genomen. Alcohol is overigens een hele slechte keuze na het sporten. Dit zorgt juist voor uitdroging.

Wil je zeker weten dat je genoeg vocht opneemt? Weeg jezelf dan voor en na de training en check hoeveel vocht je bent verloren. Voor iedere kilo die je verliest, moet je ongeveer anderhalve liter water drinken.

Te veel drinken en watervergiftiging

Te veel drinken kan ook schadelijk zijn. Als je meer drinkt dan je kwijtraakt, kun je een watervergiftiging oplopen. Dit herken je aan de volgende symptomen:

  • Je voelt je verward of gedesoriënteerd
  • Moeite met evenwicht houden
  • Hoofdpijn
  • Misselijkheid en overgeven
  • Opgeblazen gevoel

Drink dus niet overmatig, want een watervergiftiging kan ernstige gevolgen hebben.

De zin en onzin van sportdranken

Als je een gemiddelde sporter bent, heb je in principe geen sportdrankjes nodig. Water is vaak de beste optie. Houd daarbij de volgende vuistregels aan:

  • Als je minder dan een uur traint, voldoet water prima.
  • Train je langer dan een uur, dan is sportdrank of een gesuikerd drankje een goede stimulans om langer door te kunnen gaan. Deze bevatten vaak extra voedingsmiddelen die je door het zweten verliest.