vrijdag 21 mei 2021

De Slag om Dishoek

 

De Slag om Dishoek

Antwerpen werd tijdens de Tweede Wereldoorlog bevrijd door de geallieerden op 4 september 1944. Voor de doorstoot naar Berlijn en de bevoorrading van de geallieerde legers bij Antwerpen was het belangrijk dat de Westerschelde in geallieerde handen kwam. Dit was namelijk de enige vaarweg naar de wereldhaven van Antwerpen, met aan de monding het eiland Walcheren. Op 1 november 1944 brandde de slag om Walcheren los met onder meer de invasie bij Westkapelle. Twee afdelingen van het Royal Marine Commando vochten zich een weg door de duinen van Westkapelle naar Vlissingen. Op 2 november leidde het 47 Royal Marine Commando de aanval vanaf Zoutelande.

Op de top van de duinovergang staat een monument voor de gevallenen van het 47ste Commando. De commando’s stootten in de duinen van Valkenisse en Dishoek op vastberaden tegenstand met als gevolg dat vele mariniers hier sneuvelden.

Aan het einde van de ochtend van 3 november was de Duitse weerstand in Dishoek verslagen en daarmee was een einde gekomen aan hun beheersing van de Westerschelde. Daardoor was de bevoorradingsproblematiek van de geallieerden opgelost en konden ze de definitieve overwinning op nazi-Duitsland voorbereiden.

Wandelroute

Stichting Landschapsbeheer Zeeland heeft een wandelroute uitgezet rondom het slagveld van de beslissende slag om Dishoek in het kader van het vrij maken van de vaarroute naar Antwerpen. Via de teksten op de borden bij de vijf belangrijkste punten wordt het verloop van die slag kort uiteengezet. Hieronder volgt een weergave van deze vijf belangrijkste punten in de wandelroute.

Monument
Bij het monument zie je de vaarweg naar Antwerpen en de kustlijn vanaf Westkapelle. Daar was op 3 oktober 1944 de dijk gebombardeerd om Walcheren te inunderen. Vervolgens vond daar op 1 november vanuit Oostende (achter de horizon recht tegenover het monument) een invasie plaats. Veteranen, die ook op D-Day, 6 juni 1944, in Normandië waren geland waren unaniem van mening dat de strijd hier veel zwaarder was. De gevechten eisten tientallen doden van het 47 Royal Marine Commando. De namen van de gevallenen zijn weergegeven op het monument.

De vuurleidingsbunker bij Dishoek. Door de geallieerden umbrella bunker genoemd. (Bron: Stichting Landschapsbeheer Zeeland)

Umbrella
Na de verovering van de Duitse weerstand in Valkenisse op 2 november 1944 concentreerde de strijd zich bij een vuurleidingsbunker bij Dishoek. Aan de westrand van een hoge duintop hadden de Duitsers een grote bomvrije bunker van gewapend beton gebouwd als vuurleiding met een gewapend betonnen dak zwevend op vier ronde stalen pijlers. De Britten zagen er een paraplu in, vandaar de naam.

Slagveld
Het slagveld bij Dishoek is nog vrijwel geheel zoals het was tijdens de Slag om de Schelde. Hier werd aan het einde van de middag van 2 november 1944 de Britse opmars door de Duitsers tot stilstand gebracht. In de daaropvolgende nacht lagen de Britten en de Duitsers hier tegenover elkaar in stelling. Beiden wisten dat de volgende ochtend de beslissende strijd zou losbarsten. Dit vredige duinlandschap vormde in de nacht van 2 op 3 november 1944 de Britse frontlijn. De huidige begroeiing was er toen niet. Het was voor de commando’s gevaarlijk uit hun dekking te komen. Hun silhouet stak ’s nachts in het maanlicht duidelijk af tegen de lichte zandduinen. De Duitse verdedigers lagen boven op de duinheuvel met ruim zicht over het front.

Soldaten op het slagveld bij Dishoek. (Bron: Stichting Landschapsbeheer Zeeland)

Noodboerderij
Restaurant en vakantieverblijf ‘Hof aan Zee’ is gevestigd op een van de grote nog overgebleven noodboerderijen op Walcheren. Deze zijn gebouwd in de jaren 1946-47, daar waar een boerderij door de oorlog was verwoest. Voorheen stond hier een hofstede die bij het bombardement op de batterij Dishoek op 28 oktober 1944 verloren ging. Het gebouw is onlosmakelijk met de oorlogsgeschiedenis van Walcheren verbonden en in het bijzonder met die van Dishoek. Op 28 oktober 1944 is de kustbatterij Dishoek in de duinen gebombardeerd. Hierbij is eveneens een hier gelegen boerderij verwoest en na de oorlog door een noodboerderij vervangen. De stijl is afwijkend van de Zeeuwse boerderijen die een Vlaams karakter hebben. Het gebouw is onderdeel van de oorlogsgeschiedenis van Walcheren en in het bijzonder die van Dishoek.

Bunkerverhalen
Het ‘museum’ van ‘Stichting Bunkerverhalen Dishoek november ’44’ is gevestigd in de bunkers van het laatste nog min of meer intacte slagveld uit de Slag om de Schelde. Het gaat om een indrukwekkende combinatie van geschiedenis en cultuur in een prachtig natuurgebied. In dit decor wordt het aangrijpende verhaal van de Slag om de Schelde en in het bijzonder dat van Dishoek verteld.

De hospitaalbunker is de toegang tot de voormalige kustbatterij Dishoek. Toen op 2 november een ernstig gewonde Duitse soldaat werd binnen gebracht was de pas afgestudeerde dienstdoende arts vertwijfeld: wat te doen? In de nacht ging hij met witte vlag naar de vijand. Hij legde de kwestie voor aan de Britse arts, kapitein dr. John O. Forfar, waarop die bereid was de gewonde op te zoeken. ‘Geneeskunde gaat boven vijandschap’ vond hij. Uit respect is een straat naar hem vernoemd.


De invasie op Walcheren november 1944

Walcheren had door zijn ligging aan de monding van de Westerschelde altijd al een grote strategische betekenis gehad. In hun opmars tegen de Duitse bezetter wilden de geallieerden Walcheren dan ook graag in bezit nemen. Zij zetten de invasie in met onder meer landingen in Vlissingen en Westkapelle op 1 november 1944.

Franse commando's landen op het strand van Vlissingen, 1 november 1944. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland)Franse commando’s landen op het strand van Vlissingen, 1 november 1944 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Vanaf Walcheren kon de Westerschelde worden beheerst en daarmee de toegang tot de haven van Antwerpen. De Duitsers hadden het eiland met zware verdedigingswerken versterkt. Voor de geallieerden waren de haven van Antwerpen en de Westerschelde erg belangrijk in verband met de aanvoer van voorraden en versterkingen. Ze stelden een plan op met verschillende operaties voor de invasie en bevrijding van Walcheren.

Operatie Infatuate I: een landing in Vlissingen vanuit Breskens
Operatie Infatuate II: een landing in Westkapelle vanuit Oostende
Operatie No name: een aanval via de Sloedam vanuit Zuid-Beveland

Infatuate I

De operatie zou beginnen op 1 november 1944. Het was die dag winderig en koud. Om 4.45 uur begon het artilleriebombardement op Vlissingen. Een uur later volgde de eerste aanvalsgolf op de glooiing van de dijk onderaan bij de Oranjemolen.

Een tweede landingseenheid rukte oostelijk op en bezette het Scheldeterrein op het Eiland. Omdat er veel sluipschutters zaten, verliep de inname van de rest van de stad langzaam. Straat voor straat veroverden de geallieerde troepen op de Duitsers. Aan het eind van de volgende dag (2 november) waren er nog twee verzetshaarden over: Hotel Britannia en het havengebied. Op 3 november bestormden de Schotten van het 7/9e bataljon Royal Scots het hotel. In een kelderbunker vonden ze de Duitse Vestingkommandant Reinhardt met zijn staf. Ze namen hem gevangen. Vlissingen was in geallieerde handen.

Verwoest deel van het Betje Wolffplein in Vlissingen, met op de achtergrond de in aanbouw zijnde Willem Ruys, november 1944. (foto Beeldbank Zeeland)Verwoest deel van het Betje Wolffplein in Vlissingen, met op de achtergrond de in aanbouw zijnde Willem Ruys, november 1944 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Een sabotageactie – naar later blijkt op Duits bevel – voorkwam dat het latere cruiseschip Willem Ruys, dat bij De Schelde lag, werd opgeblazen. Via de watervoorziening van het schip zou Vlissingen later van zoet water worden voorzien.

De geallieerde commando’s trokken vervolgens vanuit Vlissingen verder op richting Dishoek.

Infatuate II

Op 1 november om 03.15 uur ging operatie Infatuate II van start. Vanuit Oostende kwamen 25 ondersteuningsvaartuigen, 81 verschillende types landingsboten, 20 hulpschepen, het slagschip Warspite en de kanonneerboten Roberts en Erebus.

Om 8.20 uur openden de Warspite en de Roberts het vuur op de kustbatterijen. De batterijen W15 (Westkapelle) en W17 (Domburg) werden het zwijgen opgelegd. Even na 10.00 uur wist het eerste landingsvaartuig de kust van Westkapelle te bereiken. Er waren toen al negen ondersteuningsvaartuigen gezonken en elf buiten gevecht gesteld.

Voet aan wal

Noorse, Belgische en Nederlandse commando’s zetten voet aan wal in hun Buffalo’s en Weasels. Dat waren twee typen bewapende pantservoertuigen met rupsbanden. Ze veroverden de kustbatterij W15. Rond 11.45 uur was Westkapelle in geallieerde handen. Grote materiële en persoonlijke verliezen vertraagden de voortgang. Ook waren veel commando’s ten noorden van het dijkgat geland, terwijl ze zuidelijk hadden moeten landen. Pas tegen de avond van 1 november gaf de Zoutelandse batterij W13 zich over.

Krijsgevangen Duitse militairen in een bomkrater bij Westkapelle, 1 november 1944. (Foto J.A.B. Hillsman, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland)Krijgsgevangen Duitse militairen in een bomkrater bij Westkapelle, 1 november 1944 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J.A.B. Hillsman).

Aan de andere zijde van het eiland waren de geallieerden bij Domburg aangekomen. In de ochtend van 2 november werd Zoutelande bevrijd en vele Duitse soldaten gevangen genomen. De opmars ging verder richting Vlissingen. Bij Dishoek lukte het die dag niet meer batterij W11 in te nemen.

Opmars na 3 november

Pas na versterking was een nieuwe aanval op batterij W11 succesvol. Ook bij Domburg stokte de aanval door felle Duitse tegenstand. Twee Sherman- en Churchilltanks schakelden de mitrailleurnesten en verzetshaarden in Domburg uit. In de bossen ten noorden van de kustplaats en vanuit batterij W18 werden de geallieerden nog drie dagen bestookt. Pas op 6 november gaven de Duitsers zich over. Driehonderd Duitse soldaten werden gevangen genomen.

Het laatste Duitse bolwerk was batterij W19 bij Vrouwenpolder. Op 8 november gaven de troepen zich daar over. Ruim 900 man werden krijgsgevangen gemaakt. Er waren ruim 170 gesneuvelde commando’s en 425 gewonden. Op 7 november werd Veere bevrijd via de Sloeverbinding. Daarna trokken de Buffalo’s het binnenland van Walcheren in. Vier Buffalo’s liepen nabij Serooskerke op een mijn. Daarbij kwamen negentien mensen om.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten