'Mijn liefje, mijn liefje'
Andrej herenigd met leeuw Grr:
Andrej Bitsjenko heeft net van een uitgebrand autowrak op zijn erf gezegd dat dat zijn Skoda Fabia was, wanneer hij zich schuifelend een weg baant in de richting van een hoopje verschroeide resten.
Schuifelend, want de Russische granaat die op de tweede dag van de oorlog zijn auto tot schroot reduceerde, richtte niet alleen materiële schade aan. Bij de ontploffing van het projectiel kreeg de 40-jarige bedrijfsleider zoveel granaatsplinters in zijn been, dat hij nu twee krukken nodig heeft om de plek des onheils te bereiken. En dan mag hij nog van geluk spreken.
Niet ver van de plaats waar het asfalt is opengereten, wijst hij met een van zijn krukken op een hoopje verkoolde resten: een verschrompelde, zwartgeblakerde schedel waar nog een stuk wervelkolom aan hangt; een ander deel hangt vast aan een al even zwartgeblakerd bekken. De rest is zo verpulverd dat je je afvraagt wat ze zouden kunnen zijn geweest. Maar Andrej weet genoeg. Dat is Vladimir, zegt hij, terwijl hij met zijn hand naar het verkoolde hoopje wijst.
Nadat hij gezegd heeft dat het moet worden weggehaald, doet hij een paar stappen naar voren. Het ogenblik is gekomen om op een plechtige manier afscheid te nemen van zijn vriend en misschien ook van het onheil dat hem is overkomen.
,,Op 25 februari stonden ik en mijn vriend Vladimir hier (bij het uitspreken van de naam van zijn vriend slaat hij zich met zijn rechterhand tweemaal op de borst), toen er een projectiel uit die richting kwam (wijst met zijn kruk naar boven) en daar ontplofte (wijst met zijn kruk naar onder). Ik werd gewond en Vladimir - Vova - werd gedood."
Opnieuw wijst hij naar het hoopje verkoolde resten. ,,Dat is Vova, dat is er wat er van hem overblijft."
Andrej is de kalmte zelve. Het is de eerste keer dat hij terug is. Op de vraag hoe het met zijn been is gesteld, antwoordt hij droogweg: ,,Komt goed."
Eerder zat het er niet in, om de eenvoudige reden dat de Russen zijn bedrijfje - een boerderij eigenlijk, met varkens en kippen, tenminste voor de oorlog - wekenlang bezet hielden. Toen ze een paar uur na de fatale beschieting met tanks zijn erf opreden en hem daar in al zijn ellende zagen liggen, werd hij in plaats van geholpen bespuwd. Op de mouw van zijn jas hadden ze een Oekraïens vlaggetje gezien.
Hij mocht van geluk spreken dat hij nog leefde toen de ambulanciers hem te midden van de beschietingen naar het nabijgelegen Boetsja en vandaar naar Kiev brachten, waar hij tot op de dag van vandaag op de verpleegafdeling van een ziekenhuis ligt.
En eigenlijk zou hij daar vandaag ook nog moeten liggen: zijn been is nog lang niet genezen. Hij mag het ziekenhuis niet uit. Maar hij wilde o zo graag terug naar de plek waar hij woonde en werkte, zeker nu het opnieuw kan. Hostomel, de stad waar zijn boerderij zich bevindt, werd vorige week heroverd op de Russen.
Dus toen zijn vriend Stepan hem aanbood om te rijden, kon hij niet anders dan van het aanbod gebruik maken, ook al zou het voor zijn gezondheid beter zijn geweest als hij nog een tijdje in de ziekenboeg was blijven liggen. Slechts met de grootste moeite slaagt hij erin met zijn gewonde en ook wel zware lichaam in de passagierszetel van Stepans Hyundai Lanos te kruipen. Voor zijn familie hoeft Andrej het niet te doen. Nadat zijn vrouw twee weken lang met hun 2-jarige dochter in een schuilkelder had doorgebracht, vluchtten ze op 10 maart naar het veilige, in het uiterste westen van Oekraïne gelegen Lviv. Zijn drie oudere kinderen waren al eerder in veiligheid gebracht; zij hebben samen met hun moeder onderdak gevonden in het buitenland, in een hotel in de buurt van Schiphol.
Ook Sergej en Larissa, twee van zijn kompanen, zullen het wel zonder hem redden, en hij zonder hen.
Maar er is iets waarvan hij weet dat het niet zonder hem kan; een drie jaar oude leeuw - zonder manen, want gecastreerd - die hij van kleins af heeft grootgebracht. Eerst in zijn flat, daarna op de boerderij. Hij is de mascotte van zijn bedrijfje geworden.
Dat het dier nog leeft, heeft hij te danken aan mensen van goede wil, vertelt hij bij het uitrijden van Kiev. En misschien ook aan het feit dat voor de Tsjetsjeense soldaten die eerst op zijn boerderij zaten, de beruchte kadyrovtsy, de leeuw symbool staat voor dapperheid. Het enige wat ze wel eens durfden te doen is, voor de grap, een paar salvo's afvuren op de bovenverdieping terwijl Larissa het dier te eten gaf.
De rit duurt langer dan gedacht, niet alleen omdat de meeste wegen richting Hostomel door de oorlog zijn afgesloten, maar ook omdat zijn vriend, die zo vriendelijk was zijn auto ter beschikking te stellen, zich tot doel heeft gesteld om de gruwel van de oorlog op band vast te leggen.
Om de haverklap moet er halt worden gehouden, tot we in de buurt van de plaats van bestemming bijna niet meer vooruit komen. Als geen andere plaats heeft Hostomel te lijden gehad onder de oorlog.
De ooit 17.000 inwoners tellende stad haalde op de eerste dag van de oorlog het wereldnieuws toen Russische para's er met gevechtshelikopters de luchthaven bezetten. Het werd het begin van een slijtageslag die bijna veertig dagen zou duren, tot de stad uiteindelijk door het Oekraïense leger zou worden bevrijd, al is bevrijd misschien een verkeerd woord, want zoveel blijft er van Hostomel niet meer over.
In het centrum moet Stepan met zijn Hyundai tussen het puin laveren. Ook de op het Mariabeeld geverfde smeekbeden - SOS & Moeder Gods, Red ons & Vergeef ons onze schulden - hebben duidelijk niet veel uitgehaald. Net als in het aanpalende Boetsja schoten Russische soldaten gewoon burgers op straat dood, omdat ze op het verkeerde moment een foto maakten of gewoon terwijl ze de stad probeerden te ontvluchten. Her en der staan tot schroot gereduceerde auto's schots en scheef over de weg, alsof de inzittenden nog op het laatste moment probeerden weg te komen en daarbij verschrikkelijke ongelukken veroorzaakten.
Andrej blijft er onbewogen onder, zelfs wanneer hij het heeft over de vernielingen die de oorlog bij bekenden heeft aangericht. "Dit is de winkel van mijn schoonzus", zegt hij, wijzend op een gebouw waarvan de blikplaten aan de voorgevel er verwrongen bijliggen. Bij weer een ander totaal verwoest gebouw: ,,Dit was de winkel van mijn kennis Ramazan Koermagezetov; hier kocht ik altijd mijn kaas."
Vergeleken daarmee lijkt zijn boerderij aan de rand van Hostomel, op een rommelig terrein vol loslopende honden, het er nog relatief goed vanaf te brengen. Die staat er tenminste nog, iets wat niet van alle gebouwen in de stad kan worden gezegd. Maar bij nader toezien heeft het gebouw toch ook zijn deel van de ellende gekregen. Aan de ene kant ontbreekt het dak en aan de andere kant zitten grote gaten in de muur.
En dan zijn er nog de doden.
Behalve zijn vriend Vladimir vond ook nog zijn werknemer Oleg er de dood. Hij heeft zijn laatste rustplaats gevonden naast een stapel betonnen platen, aan de overkant van de aarden weg waarlangs zich behalve de boerderij van Andrej ook nog een dieren- asiel en een manege bevinden. Eerst lag er enkel een witte zak over zijn lichaam, maar daarna moet iemand toch medelijden hebben gehad, want er is een hoop aarde over hem gegooid, zij het niet heel grondig; zijn gymschoenen steken er nog uit.
Volgens Sergej, een manusje van alles die samen met zijn vrouw Larissa voor het asiel werkt, werd zijn 37-jarige kameraad doodgeschoten toen hij weigerde de Russen te helpen bij het opbergen van munitie, maar heel zeker weet hij het niet, want hij zat bijna de hele tijd samen met Larissa ondergedoken in het asiel aan de overkant. Honderden blaffende honden hebben er een onderkomen gevonden.
Alina Serpinska, beheerder van wat het grootste asiel van Oekraïne moet zijn, kan haar boosheid moeilijk de baas wanneer ze de met kogels gevulde granaat laat zien die hier onder haar lievelingen dood en vernieling zaaide. Al even weinig geluk hadden de paarden in de manege achter het dierenasiel. In een van de stallen liggen, met opengereten buiken, de verkoolde karkassen van minstens zes dieren; er moet een raket op het gebouw terecht zijn gekomen, met als gevolg een moeilijk te harden walm van rottend vlees die zich over de hele omgeving verspreidt.
Niet dat de paarden in de stal aan de andere kant van de jumpingpiste er veel beter vanaf kwamen. De meeste kwamen aan hun eind toen ze door de Russen werden losgelaten en daarna werden doodgeschoten, vertelt Sergej tijdens een rondleiding. Wat dan weer niet belette dat een van die Russen op de muur van de stal 'Vrede aan de wereld' schreef.
Misschien lag het wel aan die Rus dat Andrejs leeuw de oorlog overleefde. Nadat het dier een week lang zonder voedsel had gezeten, kreeg Sergej van de Russen de opdracht om het eten te geven. Eten was er genoeg, godzijdank. In de koelkasten van wat het grootste dierenasiel van Kiev moet zijn, zit wel 20 ton voedsel.
Nadat Andrej afscheid heeft genomen van zijn verkoolde vriend Vladimir moet diens stoffelijk overschot worden geborgen, een taak die gemakkelijker gezegd is dan gedaan. Het duurt een eeuwigheid voor Andrej erin is geslaagd om de grootste resten op te rapen, en dan blijft ook nog eens het bekkenbeen haperen aan de bovenkant van de zak.
Maar eindelijk is het dan zover en kan hij zich reppen naar het dier dat hem als geen ander ter harte gaat. Voor het eerst sinds hij in Kiev in de auto is gestapt, lijkt Andrej zijn kalmte te verliezen. Hij loopt sneller dan daarnet en nog voor hij het hok bereikt waarin de leeuw zit opgesloten, is hij al aan het roepen: Grr Grr, hallo, poesje.
Hij herkent je, zegt zijn vriend Stepan, die volop aan het filmen is. En inderdaad, aan de andere kant van het ijzerdraad die de leeuw scheidt van de rest van de boerderij springt Grr ongeduldig tegen de afscheiding.
Normaal gesproken zou Andrej nu de kooi moeten binnenkomen, maar met zijn toegetakelde been kan dat niet. Zijn blijdschap is er niet minder om. Terwijl het opgewonden beest zijn poot door de draad steekt, laat de anders zo onbewogen Andrej zijn gevoelens de vrije loop: 'Mijn liefje, mijn liefje, mijn liefje'.
De oorlog is even heel ver weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten