woensdag 17 juli 2024

Tambú



Tambú


Slavernij heeft ook in de muziek een rol gespeeld, zoals bij de Curaçaose tambú. Deze muziekstijl was lange tijd verboden, maar werd in de jaren zeventig officieel erkend als de muziek en dans van het volk.

Tambú verwijst niet alleen naar een trommel, maar ook naar een muziekstijl die ontstond tijdens de slavernij op Curaçao. De oorsprong ligt in Afrika, waar tot slaaf gemaakten de tambú in de zeventiende eeuw mee naar Curaçao brachten. De muziek kenmerkt zich door opzwepende ritmes en bevat Afrikaanse elementen zoals call-and-response zang en (poly)ritmes, waarbij meerdere ritmes tegelijk worden gespeeld.

Tijdens de slavernij was tambú een belangrijk onderdeel van het leven van tot slaaf gemaakten. Het bood een uitlaatklep om de zware omstandigheden te vergeten door samen te zingen, klappen en dansen. Tambú diende ook als middel om te communiceren zonder dat de plantage-eigenaren het konden begrijpen. Zelfs na de afschaffing van de slavernij bleef tambú lange tijd verboden. Pas in de jaren zeventig werd het officieel erkend als muziek en dans van het volk.

Tambú speelt nog steeds een belangrijke rol op Curaçao en heeft zowel een sociale als spirituele functie.





Landhuis Bever.

 



Landhuis Bever.

Landhuis Bever ligt in het zuidwesten van Curaçao, in Willemstad. In de buurt liggen ook Landhuis Rooi Catootje, Landhuis Gaito en Landhuis Zuikertuintje. Landhuis Bever staat ook bekend als Buena Vista (vanwege het schitterende uitzicht).

Landhuis Bever staat op een kleine heuveltop genaamd Wiltschutborgh, ten noordoosten van het Schottegat, midden in de bebouwde kom van Willemstad. Het T-vormige landhuis heeft een tuitgevel en een zadeldak met vier dakkapellen, maar het zadeldak bedekt alleen het kerngedeelte. Rondom zijn er galerijen met lessenaarsdaken en de keuken heeft een aparte bijkeuken. Aan de oostzijde is er een zijvleugel met een tentdak. Het huis heeft een vestibule met een halfronde toegangstrap, omgeven door perkjes van IJsselsteentjes en een houten tuinhek tussen gemetselde kolommetjes. Het landhuis is een officieel monument van Curaçao.

Op de Wiltschutborgh-heuvel stond eerst een klein fort, later een houten huisje genaamd Buena Vista, gebouwd voor twee militaire commandanten van de ruiterij eind 17de eeuw. De ruiters bewaakten de baaien van Curaçao en brachten berichten over het eiland rond. De twee commandanten, Jan Pietersz van Oxfort en waarschijnlijk zijn zoon Thomas Pietersz, zijn begraven aan de westzijde van het landhuis, samen met Johanna Mattias, de vrouw van Jan Pietersz. Deze graven zijn waarschijnlijk de oudsten op Curaçao.

Het houten huis werd uiteindelijk afgebroken en rond 1812 werd Landhuis Bever gebouwd als buitenverblijf met een kleine tuin. Op het terrein staan twee cilindrische waterputten en een houten verblijf voor bedienden. Het landhuis is vernoemd naar Daniel Beevers, een vroegere eigenaar. Het oorspronkelijke landhuis is nog volledig intact en werd in 2016 gedeeltelijk gerestaureerd.






    maandag 1 juli 2024

    Kunukuhuis

     

    Kunukuhuis



    Een kunukuhuis, ook bekend als ‘kas di kunuku’ in het Papiaments, verwijst naar een voormalige slavenwoning op de Benedenwindse Eilanden Curaçao, Aruba en Bonaire.

    Het woord “kunuku” betekent zowel ‘plantage’ als ‘platteland’. Na de Nederlandse verovering van deze eilanden legde de West-Indische Compagnie uitgebreide plantages aan voor de handel met Europa. Voor het werk op deze plantages werden slaven uit Afrika gehaald. Zij bouwden woningen op het plantageterrein in de stijl die ze uit West-Afrika kenden. Deze woningen hadden wanden gemaakt van lokale materialen zoals hout, koraalsteen, kalksteen of leem, vermengd met koeienmest en gevlochten takken. De daken waren gemaakt van mais- of rietstengels. In het Papiaments zijn er specifieke termen voor deze materialen, zoals “kas di yerba” voor een “strohut”, “kas di torto” voor een “lemen hut” en “kas di pal’i maishi” voor een “hut van maisstengels”.

    Toen de slavernij op 1 juli 1863 werd afgeschaft, kregen voormalige slaven kleine stukjes grond toegewezen waarop ze hun eigen voedsel konden verbouwen. In het begin van de 20e eeuw werd de olieraffinaderij (de Isla) opgericht, waardoor de voormalige plantagewerkers arbeiders werden in de raffinaderij. Tijdens deze periode evolueerden de huisjes en werden materialen zoals geplette olieblikken, steen, gegolfd plaatijzer en dakpannen gebruikt voor de wanden en daken. Deze gemoderniseerde huisjes kregen de naam “kas krioyo”.

    Naast kunukuhuizen werden er ook huizen gebouwd van hout dat als verpakking was gebruikt voor goederen die over zee werden vervoerd. Deze houten huizen staan bekend als “plankenwoningen” of “kas di tabla” in het Papiaments.
    Een interessante ontwikkeling in de periode na de Tweede Wereldoorlog was de introductie van huizen die volgens het kunukuconcept werden gebouwd, maar met een binnenshuis keuken en een veranda. Deze modernere huizen werden opgetrokken met materialen zoals steen en dakpannen.

    Street Art van Curaçao


     Street Art van Curaçao



    De Handelskade met de gekleurde pandjes is wereldberoemd, maar het centrum van Willemstad (de wijken Punda, Otrobanda en Scharloo) hebben zoveel meer ‘verborgen’ straatkunst. Wanneer je een wandeling maakt kom je prachtige panden tegen, vervallen of niet, maar ook streetart.

    Ga op pad, neem je camera mee en maak kennis met de Street Art van Curaçao. De wijken Punda, Otrobanda, Pietermaai en Scharloo zijn ware openluchtmusea en hebben een artistiek sfeertje en tijdens een wandeling verdwaal je al snel in de prachtige muurschilderingen van de stad.

    De afgelopen jaren al prachtige schilderingen gefotografeerd en zijn we pareltjes tegen gekomen in onder anderen Otrobanda, Punda’s art alley, Scharloo en Fleur de Marie (buurt Scharloo). Een project dat de wijk steeds meer toeristische aanzien geeft is het street art project. Kunstenaars van Curaçao wordt de mogelijkheid gegeven om de wijk(en) nog meer kleur te geven.
    Kaya Kaya is een samenwerking tussen Fundashon Ser’i Otrobanda en andere partijen om Otrobanda nog mooier te maken. Dit doen ze door de buurt op te ruimen en huizen op te knappen. Het doel is om een veilige, aantrekkelijke leefomgeving te creëren. Voor iedereen! Bewoners en bezoekers. Kunstenaars krijgen een geweldig platform om hun creativiteit en werk te laten zien.
















































    Landhuis Knip

     

    Landhuis Knip





    Landhuis Kenepa is genoemd naar de vrucht van de Kenepaboom. Het landhuis dateert van het begin van de 18e eeuw. Het was ooit een van de meest welvarende plantages op het eiland.

    Producten waren divi-divi-zaadpotten en schapenwol. Het koloniale huis is een belangrijk monument in de historie van Curaçao. Hier gebeurde het, op 17 augustus 1795, dat een aantal slaven, onder leiding van Tula, weigerden aan het werk te gaan op de plantage. De rebellerende slaven trokken naar Santa Cruz en stuitten daar op een politiemacht die was opgetrommeld. Het groeiende aantal slaven, op dat moment meer dan 1000, werd overweldigd en de leiders werden ter dood veroordeeld. Tula is nog altijd een belangrijke historische figuur, zelfs voor de huidige inwoners van Curaçao. In 1875 waren er bij Landhuis Kenepa nog altijd 175 slavenhutten en vijf stenen gebouwen die 390 mensen huisvestten. Het huis werd in 1985 hersteld. Het vormt een rechthoek en de brede galerijen op de ruime terrassen zijn bedoeld om het huis koel te houden. Het lijkt alsof het landhuis de mooie stranden Kleine Knip en Grote Knip bewaakt.

    Bron: http://www.curacao.com






























































































































    Landhuis Hato

     

    Landhuis Hato.

    Al rijdend over het eiland kwamen we terecht bij een landhuis. Leeg en verlaten. Verwilderd. Landhuis Hato. Het landgoed heeft een architectuur- en cultuurhistorische waarde vanwege zijn geschiedenis als een van de grootste plantages. In 2013 is het landhuis gerenoveerd en was er een B&B, wijngaard en wijnhuis te vinden.

    Landhuis Hato (is spaans voor veeplaats) was ooit met zijn 1.400 hectare grond een van de grootste veeplantages en er waren bijna 100 slaven werkzaam. Het stond bekend om zijn natuurlijke waterbronnen die gebruikt werden voor irrigatie en later ook voor een vijver. Men dacht dat het water helende krachten had en het werd dan ook aanbevolen om in het water te baden. Mede dankzij deze bron waren er veel goede weidegronden. Er waren runderen, schapen en geiten en uitgebreide maïsvelden.
    Het landhuis ligt vijftig meter ten noorden van de huidige weg naar het vliegveld Hato en bestaat uit: een terras, restanten van een regenbak, putten, constructies van een irrigatiesysteem en een begraafplaats met ongeveer 7 graven.

    Op de voormalige plantage is thans het internationale vliegveld van Curaçao gevestigd, welke eveneens de naam Hato draagt. Op enkele tientallen meters van het landhuis staan de vliegtuigen opgesteld. Het landhuis bestaat uit een kern met een schilddak en aan alle zijden dakkapellen. Aan de twee lange zijden van het huis is een galerij met lessenaarsdak.