woensdag 18 november 2020

Wat veroorzaakt slissen? (en nog vier feiten over geslis)

 

Wat veroorzaakt slissen? 

(en nog vier feiten over geslis)

Bij kleine kinderen kan het erg schattig klinken, dat geslis. Maar voor een volwassene is het toch minder leuk om een spraakgebrek te hebben. Wist jij deze dingen al over slissen?
















1. Slissen noemen we officieel sigmatisme

Het is eigenlijk best lastig dat het woord 'slissen' uit maar liefst drie s'en bestaat. Dat maakt het bijna onmogelijk om je eigen afwijking uit te spreken. De officiële naam voor het moeilijk kunnen uitspreken van de s-klank is al niet veel makkelijker: sigmatisme. Of sigmatismus, dat mag ook. Die naam danken we aan het Griekse alfabet, waarin de s de sigma heet.

2. Er zijn verschillende manieren waarop je kunt slissen

Die slisklank kan op meerdere manieren ontstaan. Als je je tong tegen of tussen je voortanden duwt, gaat je 's' vanzelf anders klinken. Hetzelfde geldt voor andere letters waarbij je tong nogal belangrijk is, zoals de z, d en t. Dat noemen we frontaal slissen.

Je kunt ook lateraal slissen, ook wel lispelen genoemd. Dat gebeurt als je je tong tussen je zijtanden of kiezen laat gaan als je de s-klank wil maken. Het klinkt dan een beetje alsof er net iets te veel speeksel in je mond zit om te praten. Een beetje zoals Sylvester, een personage uit de Looney Tunes.

3. Er zijn meerdere oorzaken

Niet iedereen slist om dezelfde reden. Bij de een is er een afwijking in de tanden of de kaakstand te vinden, bij anderen is juist de tong of de mondbodem het probleem. Zo leggen sommige kinderen hun tong niet tegen hun gehemelte aan, maar laten ze hem onderin de mond rusten. Daardoor worden de tanden naar voren geduwd, en kunnen ze gaan slissen. Een logopedist kan hier vaak wel iets aan doen.

En wat dacht je van kinderen met een overbeet? Voor hen is het een stuk makkelijker om hun tong tussen de voortanden te duwen, waardoor ze gaan slissen. In zulke gevallen kan het lonen om een bezoekje aan de tandarts of orthodontist te brengen.

Er zijn ook nog mensen met een articulatiestoornis. Die hebben als kind doorgaans niet goed geleerd hoe ze bepaalde klanken moeten uitspreken. Ook dat is vaak te verhelpen met logopedie.

4. Mensen associëren geslis vaak met homoseksualiteit

Het is misschien een vreemd stereotype, maar sommige mensen associëren geslis met homoseksualiteit. Twee onderzoekers van de Universiteit Gent (België) wilden weten of het stereotype klopt, en lieten in 2014 vijftien heteroseksuele mannen en vijftien heteroseksuele vrouwen naar geluidsopnames van 275 mannen luisteren. Honderd van hen waren hetero, waarvan er achttien slisten. De overige 175 mannen waren homoseksueel. Van hen slisten er 74. Aan de luisteraars de taak of ze de geaardheid van de mannen correct konden raden. Wat bleek? Zowel de mannen als de vrouwen die naar de opnames luisterden, schatten de slissende mannen bovengemiddeld vaak in als homoseksueel. Ook als ze dat niet waren. Hoewel de raders er weleens naast zaten, hadden ze het wel vaak bij het juiste eind. In totaal wisten ze in 56,2 procent van de gevallen de seksualiteit van de sprekers goed in te schatten, en dat is meer dan wat je op basis van kansberekening zou verwachten. Er lijkt soms dus 'iets' in de spraak van homoseksuele mannen te zijn wat hun geaardheid weggeeft. Of dat puur en alleen het geslis is, valt overigens te betwijfelen. Want 87 procent van de heteroseksuele mannen met een slis, werd toch correct als hetero geïdentificeerd. Het was dus niet het geval dat een slis automatisch betekende dat iemand als homoseksueel werd ingeschat. Tijd om het vooroordeel gedag te zeggen.

5. Best veel mensen doen het

Een onderzoek aan diezelfde Belgische universiteit zocht uit hoeveel volwassenen nog slissen. Het viel de onderzoekers namelijk op dat veel studenten aan de universiteit een frontale slis hadden. Daarom lieten ze 374 vrouwen en 374 mannen voor de camera een tekstje oplezen. De onderzoekers analyseerden het zinnetje van de studenten, en kwamen tot de conclusie dat bijna een kwart (23,3 procent) een slis had.

Dat is best veel. Maar of slissende volwassenen altijd al heel gebruikelijk waren of dat dit een nieuwe ontwikkeling is, konden de onderzoekers niet zeggen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten