dinsdag 27 oktober 2020

De geschiedenis van het vliegen in 6 hoogtepunten

 

De geschiedenis van het vliegen in 6 hoogtepunten

In 1903 maakten Orville en Wilbur Wright hun eerste vluchtjes met een zelfgebouwd vliegtuig. Nu kijken we op 10 kilometer hoogte rustig naar een film. De geschiedenis van de luchtvaart in zes hoogtepunten.



1. De eerste gemotoriseerde vlucht

Na jaren van experimenteren met zweefvliegtuigen en daarna met toestellen met een motor, lukte het de broers Orville en Wilbur Wright op 17 december 1903 om een stukje te vliegen. Orville wist die dag in twaalf seconden 37 meter af te leggen. Het was de eerste geslaagde vlucht van een gemotoriseerd vliegtuig (al zeggen sommigen dat pionier Gustave Whitehead hen in 1901 voor was). Daarna legde Wilbur 53 meter af met hun Wright Flyer.

2. De eerste overleden vliegtuigpassagier

De gebroeders Wright wilden geld verdienen met hun vliegtuigen, maar het Amerikaanse leger was alleen geïnteresseerd als er ook een passagier meekon. Na een paar vluchten met een nieuw model, met een zandzak als ballast, mocht op 14 mei 1908 Charles Furnas meevliegen. De techneut had de broers regelmatig geholpen. Furnas kon zijn vlucht gelukkig navertellen. Maar op 17 september 1908 crashte Orville Wright. Zelf brak hij een been, maar zijn passagier Thomas Selfridge overleed, als eerste vliegtuigpassagier ooit.



3. De eerste Nederlandse lijnvlucht

Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de vliegerij reuzensprongen gemaakt. Toen het vrede werd, stonden honderden toestellen te niksen. In Europa werd vanaf de zomer van 1919 heen en weer gevlogen tussen Parijs en Londen. Een dienstregeling was er nog niet. In 1920 startte Schiphols eerste lijndienst. Op maandag, woensdag en zaterdag kwam een toestel uit Londen naar Nederland, op dinsdag, donderdag en vrijdag ging de kist terug. Comfort was ver te zoeken. De stoelen waren niet vastgeschroefd, maar zaten met haken en banden vast. De passagiers schoven heen en weer. Wel kwam er al snel een riem aan de stoel om ook de reiziger vast te maken.

4. De eerste wc aan boord

De vroegste reizigers moesten hun behoefte ophouden. Maar er kwamen al snel wat grotere vliegtuigen, vertelt luchtvaarthistoricus Marc Dierikx. ‘Vanaf pakweg 1925 hadden de meeste verkeersvliegtuigen wel een toilet aan boord. Dat was meestal een klein hokje achterin de staart van het toestel. Er stond een toiletpot, maar zoals in de trein ging het bij vliegtuigen ook naar buiten. Je kon naar beneden kijken.’ Het was enorm koud met de billen bloot op het toilet. En op de deur stond een mededeling: ‘Gelieve het toilet niet te gebruiken boven bewoonde gebieden.’ Dierikx: ‘Maar het moet natuurlijk een keer iemand getroffen hebben, dat kan haast niet missen.’


5. De eerste stewardess

De eerste stewardess was Ellen Church. De Amerikaanse was behalve verpleegster ook piloot, maar Boeing Air Transport liet haar niet vliegen. ‘De vliegerij was, en is nog steeds, een mannenwereld’, zegt Dierikx. Church betoogde dat het een goed idee was om verpleegsters mee te nemen aan boord. Veel mensen vonden het maar eng, vliegen, en een zuster kon reizigers over de drempel helpen. Ze overtuigde de grote baas en Church mocht vanaf 15 mei 1930 mee als stewardess. Ze selecteerde nog zeven verpleegsters, allemaal single, jonger dan 25, lichter dan 52 kilo en kleiner dan 1 meter 63. De sky girls waren een groot succes.

6. De eerste goedkopere kaartjes

Tot in de jaren 50 was er maar één klasse vliegtuigstoelen beschikbaar. ‘Omdat vliegtuigen alsmaar groter werden, was het steeds lastiger om al die stoelen vol te krijgen’, legt Dierikx uit. ‘Maatschappijen bouwden hun oudere toestellen om voor de ‘toeristenklasse’. Er kwamen smallere stoelen in die dichter op elkaar stonden.’ De eerste KLM-vlucht met toeristenklasse steeg op in 1952. In 1958 kreeg KLM ook een economy class. De nieuwe straalverkeersvliegtuigen waren alleen rendabel te krijgen als mensen met dure en goedkope kaartjes in hetzelfde toestel kwamen te zitten. ‘Er kwam een gordijntje tussen het gepeupel achterin en de mensen die de volle mep betaalden.’ De economy class was tot dertig procent goedkoper dan de toeristenklasse. Wel nog steeds duur. ‘Voor de prijs van een retourtje Amsterdam–New York kon je ook een nieuwe auto kopen.’










Geen opmerkingen:

Een reactie posten