woensdag 23 oktober 2024

Kunstmatige intelligentie brengt historisch Amsterdam tot leven


Kunstmatige intelligentie brengt 

 historisch Amsterdam tot leven











In aanloop naar de viering van het 750-jarig bestaan van Amsterdam in 2025 heeft filmmaker en kunstenaar Bob de Jong een video ontwikkeld die de rijke geschiedenis van de stad op een innovatieve manier tot leven brengt. Met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) en eeuwenoude kunstwerken laat de kunstenaar kijkers een visuele reis door de tijd maken.

Toen De Jong twee jaar geleden op de Dam ging wonen ontstond bij hem het verlangen de geschiedenis van deze locatie levensecht te ervaren. Gefascineerd door de rijke historie van de stad, begon hij vervolgens aan een zoektocht naar de oudste afbeeldingen van Amsterdam. De kunstenaar:

Zoveel historie, zoveel verhalen, tekeningen en schilderijen. Maar hoe zag het er nou écht uit? Ik wilde het proeven, het ruiken, er echt bij zijn.

Zijn video opent met een weergave van Rembrandts ets Gezicht op Amsterdam vanuit het noordwesten uit circa 1640. Molens draaien, het water vloeit en het wolkendek komt tot leven. De Jong ziet het nut van de nieuwe technieken: "

Met AI kunnen we niet alleen het verleden herbeleven, maar ook nieuwe perspectieven ontwikkelen en generaties inspireren om ons gedeelde verleden te verkennen.

De kunstenaar zegt toeschouwers uit te willen nodigen opnieuw verbinding te maken met het verleden. Met behulp van AI-tools zoals Stable Diffusion verfijnt hij beelden van zowel bekende als minder bekende kunstwerken.

Het ging me om de ontwikkeling van de stad en de belangrijke historische momenten. Welke shots zou ik maken van de stad als ik terug in de tijd kon reizen? Waar wil ik écht bij zijn? En hoe zou het beeld eruitzien door een moderne lens?

 





















dinsdag 17 september 2024

Mist in je brein. Wanneer is het vergeetachtigheid en wanneer het begin van dementie?

Mist in je brein. 

Wanneer is het vergeetachtigheid en wanneer het begin van dementie?

Ouder worden zorgt voor minder flexibele hersenen. Met als gevolg dat je dingen gaat vergeten. Wat gebeurt er als je geheugen steeds meer achteruitgaat? En wanneer is het geen vergeetachtigheid maar dementie?


Je loopt van de kamer naar de keuken en bent vergeten wat je daar ook alweer wilde pakken. Je gaat naar de supermarkt omdat je boter nodig hebt en komt met van alles thuis, behalve boter. Of je pakt je telefoon en vergeet wie je wilde bellen. Herkenbaar?


De meeste mensen vergeten weleens iets, de een wat vaker dan de ander. Hoe ouder je wordt, hoe meer die vergeetachtigheid je leven insluipt. En kan het zomaar gebeuren dat je naar buiten loopt en geen idee hebt wat je daar ging doen. Om vervolgens een aha-erlebnis te krijgen: o ja, je zou de grijze vuilnisbak ophalen aan het eind van de straat.


‘Hersenen worden minder flexibel als je ouder wordt, net als de rest van je lichaam’, zegt Yvonne Martens, specialist ouderengeneeskunde. ‘Dat hoeft niet meteen te betekenen dat je in een voorstadium van dementie bent beland. Vergeetachtigheid is een symptoom van dementie, maar als het blijft bij vergeten waarom je naar boven liep, is er niet zo veel aan de hand, anders dan het af en toe uitvallen van je kortetermijngeheugen of het verslappen van je aandacht.’


Een belangrijke functie van onze hersenen is het opslaan en onthouden van gegevens. Je kunt je afvragen hoe het dan toch komt dat we dingen vergeten. Ons geheugen kun je onderverdelen in een zintuigelijk (sensorisch) geheugen, een kortetermijngeheugen en een lange­termijngeheugen.


Het geheugen onderverdeeld

Het zintuigelijk geheugen werkt als een poortwachter: het filtert alle informatie die binnenkomt via onze zintuigen (zien, proeven, horen, ruiken, voelen). En dat is maar goed ook, anders zouden we helemaal gek worden van alles wat ons geheugen binnenvliegt. Na een paar seconden zet het zintuigelijk geheugen dat wat we belangrijk vinden door naar het kortetermijngeheugen.


In het kortetermijngeheugen wordt recente informatie opgeslagen, denk aan een telefoonnummer of boodschappenlijstje. Er is maar beperkt ruimte in het kortetermijngeheugen, meer dan zo’n zeven dingen kan het niet aan. Daarom kan het dus gebeuren dat iemand zijn naam zegt en je dat dan een paar seconden later bent vergeten.


Een onderdeel van het kortetermijngeheugen is het werkgeheugen, het deel dat verantwoordelijk is voor de bewuste verwerking van informatie. Daar waar het kortetermijngeheugen dingen kort onthoudt, zorgt het werkgeheugen ervoor dat we ook iets met die informatie kunnen doen. Als je een diner bereidt voor vrienden, is je werkgeheugen je grote steun en toeverlaat. Het zorgt dat je niet alleen het recept leest, maar ook de vervolgstappen doorgrondt én onderwijl je partner antwoord kunt geven op vragen als wat jullie eten, hoe laat alles klaar is en wie er ook alweer allemaal komen.


Het langetermijngeheugen ten slotte krijgt, kort gezegd, informatie door van ons werkgeheugen en bewaart dat, zodat we dat op een later moment weer kunnen ophalen. Het is de opslag van vaardigheden zoals zwemmen, lopen, lezen en autorijden, maar ook de plek waar jouw feitenkennis is opgeslagen, zoals jouw levensverhaal en dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Het is daarnaast ook de plek waar allerlei herinneringen in je onderbewuste zijn opgeslagen. Zo kan het gebeuren dat, wanneer je een bepaald liedje hoort, je plots moet denken aan die eerste kus op dat schoolfeest, decennia geleden.


Als het je dagelijks leven gaat verstoren

Zoals gezegd kan een beetje vergeetachtigheid geen kwaad. Beperkte geheugenklachten, zoals even niet op een naam kunnen komen, verstoren je dagelijks leven niet. Ook goed om te weten: bijna iedereen die ouder wordt, krijgt er last van. Het wordt daarom ook wel ouderdomsvergeetachtigheid genoemd.


Vergeetachtigheid wordt beginnende dementie als je niet alleen de naam van iemand vergeet, maar ook de persoon in kwestie niet meer herkent. Informatie verdwijnt dus uit je geheugen en zal je uiteindelijk in de dagelijkse bezigheden belemmeren. Yvonne Martens: ‘Als er op meerdere gebieden dingen niet goed gaan, dus als je vergeet hoe je naar de supermarkt moet lopen, je financiën niet meer kunt regelen, en je de dagen door elkaar haalt, dan is er wellicht meer aan de hand. 


Overigens merkt de persoon zelf vaak niet dat hij of zij dingen vergeet of door elkaar haalt, maar de omgeving wel.’


(Nadat de 74-jarige moeder van Alies (54) een uur lang had rondgelopen omdat ze niet meer wist hoe ze van de bakker naar huis moest komen, besloot Alies in te grijpen. ‘Mijn moeder is lang een ster geweest in het verbloemen van haar ‘vergeetachtigheid’. En in het begin had ik het ook zelf niet door. Iedereen vergeet weleens iets, dacht ik. En dat was ook wat mijn moeder steeds zei. Totdat ik merkte dat ze bijvoorbeeld op de verkeerde dag naar een afspraak met de huisarts ging. Of niet thuis was, terwijl ik met haar had afgesproken. Ook mensen om haar heen vonden haar steeds warriger worden. Mijn moeder was altijd heel punctueel en kwam nu niet opdagen. We hebben een test laten doen waaruit naar voren kwam dat ze beginnende dementie heeft. Geen leuk bericht, maar er is nu wel meer begrip. Mijn moeder begrijpt zelf ook dat ze hulp nodig heeft.’)


Yvonne Martens: ‘Een test kan laten zien of iemand beginnende dementie heeft. De huisarts kan en mag zelf de diagnose stellen. Dan wordt er een testonderzoek gedaan (bijvoorbeeld de MMSE, de Mini Mental State Examination). 


Bij deze screenende test wordt onder andere gekeken naar oriëntatie in tijd en plaats, inprenting, taalvermogen en hogere cognitieve functies zoals rekenen.’

Daarnaast wordt vaak gevraagd om een klok te tekenen. 


De kloktest geeft op twee niveaus aan hoe iemand functioneert. Je hebt de klok als het concrete ding: lukt het nog om de cijfers op de goede plek te tekenen en de wijzers? Daarnaast is er de abstracte betekenis van de klok, namelijk de tijd. Is iemand nog in staat het begrip tijd te bevatten?


De huisarts kan ook verwijzen naar een specialist ouderen­geneeskunde voor diagnostiek aan huis of naar de geheugenpoli in het ziekenhuis. Uiteraard is het belangrijk om uit te sluiten dat er andere lichamelijke oorzaken zijn die invloed hebben op het geestelijk functioneren.’



Wat is dementie?

Dementie is de verzamelnaam voor zo’n vijftig verschillende ziekten waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. De meest bekende is de ziekte van Alzheimer. Signalen die op dementie kunnen wijzen zijn vergeet­achtigheid, taalproblemen, en gedrags­veranderingen zoals ongeduld, onrust, woedeaanvallen en problemen hebben met het uitvoeren van simpele dingen: denk aan boodschappen doen, pinnen, een WhatsApp-bericht sturen. Dementie is dus erger dan ‘gewone’ vergeetachtigheid. Iemand met dementie raakt bijvoorbeeld keer op keer de weg kwijt naar de winkel en weet na verloop van tijd de weg naar huis ook niet meer te vinden. Of vergeet de naam van een kleinkind. En die informatie komt ook niet meer terug, zoals steeds meer informatie uit het geheugen verdwijnt.



Heeft een dementietest zin?

Niet iedereen zit te wachten op de diagnose dementie. De 92-jarige vader van Danielle (66) is behoorlijk vergeetachtig. De huisarts stelde voor om een dementietest te doen, maar zij vindt dat niet nodig. ‘Als je zo oud bent als mijn vader, dan wordt je wereld steeds kleiner, hij maakt steeds minder mee. Mijn vader vertelt honderd keer hetzelfde verhaal en stelt steeds dezelfde vragen. Als ik een week op vakantie ga, vergeet hij waar ik naartoe ga. En als ik het hem weer vertel, vraagt hij of ik in een hotel ga slapen, terwijl ik dan al heel vaak heb gezegd dat ik een appartement heb gehuurd. En hij weet niet meer wat hij gisteren heeft gegeten. De vraag is hoe erg dat is. Zijn korte­termijngeheugen is slecht, maar vraag hem naar het bombardement van Rotterdam dat hij als kind heeft meegemaakt en hij vertelt van minuut tot minuut wat er gebeurde.



Wie was dat ook alweer? 

Vergeetachtigheid wordt beginnende dementie als je niet alleen de naam van iemand vergeet, maar ook de persoon in kwestie niet meer herkent. Informatie verdwijnt uit je geheugen en dat zal je belemmeren in je dagelijks leven. 



De huisarts stelde voor om een dementietest te doen. Dan moet hij onder meer drie maanden geen alcohol drinken, want voor die test moet hij zo helder mogelijk zijn. Ik twijfel. Heeft zo’n test wel zin? Stel: de uitslag is ‘beginnende dementie’ of ‘de kans is groot dat deze meneer tussen nu en drie jaar gaat dementeren’, wat heeft mijn vader daar dan aan? Wat heeft de familie eraan? Het is wat het is. Mijn zus en ik – zijn mantel­zorgers – passen ons aan. Mijn vader woont zelfstandig in een mooi appartement in een seniorencomplex. Er is een alarmbel, hij kan er eten in het restaurant en elke ochtend komt iemand van de zorg langs om hem zijn medicijnen te geven, zodat hij die niet dubbel inneemt. Mijn zus en ik gaan allebei twee keer per week naar hem toe en regelen alles, van de was tot ziekenhuisbezoeken.’

Yvonne Martens: ‘Zolang mensen geen gevaar zijn voor zichzelf kunnen ze met hulp vaak prima zelfstandig blijven wonen. Zelfstandigheid is voor mensen belangrijk, ook voor degenen met dementie. En in hun eigen omgeving blijven is vaak prettiger. Het stellen van de diagnose kan wel helpen om de juiste zorg in te kunnen zetten wanneer het nodig is. Je kunt dan bijvoorbeeld een casemanager dementie inschakelen, die als spin in het web fungeert en kan ondersteunen in de wens om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. In de situatie van de vader van Danielle zou ik als specialist ouderen­geneeskunde bijvoorbeeld aan huis kunnen komen om de situatie in kaart te brengen en op basis van mijn conclusie zou er ondersteuning kunnen worden ingezet. Niet alleen voor meneer, maar ook om Danielle en haar zus te ondersteunen in hun mantelzorgtaken. Met als doel hem zo lang mogelijk thuis te laten wonen.’

Danielle: ‘Mijn vader heeft een grote agenda waarin staat wat er die dag te doen is en wie er langskomt. Ook sport­evenementen zetten we erin. Wanneer Feyenoord-Ajax in de agenda staat, weet hij dat hij op het papiertje bij de televisie moet kijken, want daarop staat op welk nummer hij de sportzender kan vinden. En als hij dat doet, heeft hij een topmiddag. Hij kan op deze manier zelfstandig leven én weet dat wij vlakbij zijn. Dat vergeet hij niet.’

woensdag 28 augustus 2024

Niet alle kwispelaars zijn blij en andere lessen over de lichaamstaal van honden

 

Niet alle kwispelaars zijn blij en andere lessen over de lichaamstaal van honden


Kwispelen = blij. Staart tussen de benen = bang. Grommen = foute boel. Hoe moeilijk kan het zijn om de lichaamstaal van je hond te lezen? Of ligt dat toch wat genuanceerder?



Sommige honden moeten nog veel leren, maar wij kunnen ook veel leren van onze honden. Ze zijn dan wel niet zulke kletskousen als wij, maar dat betekent niet dat Fikkie, Bella en Max ons niets proberen te vertellen. Een kwispel zegt soms meer dan duizend woorden. Maar wat vertellen honden ons dan precies met hun lichaamstaal? Daarover praten we met dr. Ineke Herwijnen, diergedragstherapeut en docent aan de Universiteit Utrecht.


Drie buien

Om je hond te begrijpen is het volgens Herwijnen goed om te weten dat honden drie basistoestanden hebben: speels, angstig en agressief. Vaak gaan die buien gepaard met spanning die positief of negatief geladen kan zijn.

Speels

Is je hond erg uitgelaten tijdens het uitlaten, dan kan dat een teken zijn dat je hond in een speelse bui is. Speelse honden sloven zich graag een beetje uit. ‘Ze doen overdreven onhandig, klungelig en clownesk’, legt Herwijnen uit. Zo geven ze ook aan anderen aan dat ze in een jolige bui zijn. ‘Daarnaast komt het spelen ook altijd van twee kanten. Spelende honden lassen af en toe een pauze in en draaien de rollen om.’ Als jouw hond alleen maar achter het keffertje van de buren aanjaagt, en niet andersom, dan zijn ze dus niet aan het spelen.

Agressief

Als een hond zijn kaken in je kuiten zet, is hij in een agressieve bui. Zoveel is duidelijk. Ook grommen is een goede indicator. 'Maar eigenlijk is het dan al te laat', zegt Herwijnen. 'Het lijkt soms alsof agressie uit het niets komt, maar het bouwt vaak op.'

Een van de eerste signalen dat een hond zich niet op zijn gemak voelt is vermijdgedrag. Heerwijnen: ‘Draait een hond zijn hoofd weg van een situatie, dan geeft hij aan: dit is niet oké, ik wil dit niet.’ Ook als er een klein puntje van zijn tong uit zijn mond steekt of als je veel oogwit ziet, zijn dit tekenen dat de spanning aan het opbouwen is bij een hond.

Angstig

‘Als een hond bang is, zakt de staartaanzet naar beneden.’ Dat is het gedeelte waar de staart aan de hond vastzit. Daar komt ook de uitdrukking ‘met de staart tussen de benen’ vandaan. Al gaat de staart niet bij elke hond zo laag. Daarnaast bollen bange honden vaak hun rug, en gaan ze met hun kont naar benden. Soms drukken ze hun hele lijf tegen de grond.


Hoe lees ik de lichaamstaal van een hond?

Om te weten in wat voor bui je viervoeter is kunnen we volgens Herwijnen het best even een stapje terugnemen. ‘We zijn echt niet altijd zo goed in het begrijpen van onze hond als we soms denken. Wacht daarom even met je oordeel, en ga eerst eens na welke signalen je ziet.’

‘Denk je dat de hond speelt, ga dan na: gedraagt hij zich klungelig en geeft hij ook de ander de kans? Of jaagt hij eigenlijk de andere hond de stuipen op het lijf?’ Bij agressie en angst geldt hetzelfde. Let al vroeg op signalen van spanning. Herwijnen: ‘Staan de haren op zijn rug omhoog en is zijn lijf strak gespannen? Dan weet je dat je beter even met een boog om tegenliggers heen kan lopen. Zo voorkom je dat angst of agressie verder opbouwt.’

Universele hondentaal

Over het algemeen wordt deze lichaamstaal door alle honden gesproken, zegt Herwijnen. Wel kunnen de sociale vaardigheden van honden verschillen. ‘Honden moeten wel leren hoe ze lichaamssignalen moeten gebruiken.’ Net zoals jij ook ooit van je ouders hebt moeten leren dat slaan nooit de beste oplossing is, en je niet altijd je zin krijgt als je gaat huilen.

Wat nou als een hond niet boos, bang of blij is?

Angst, agressie en speelsheid zijn natuurlijk vrij basale buien. Hoe zit dat met complexere emoties als liefde of vertrouwen? ‘Dat zijn eigenlijk begrippen die we bij honden niet op die manier gebruiken. Wel kennen honden een bepaalde mate van gehechtheid. Hoe ze dat uiten kan per hond verschillen.’ Net zoals dat mensen ook verschillende liefdestalen hebben. De een houdt van knuffelen, de ander geeft liever cadeautjes.

‘Over het algemeen zullen honden hun gehechtheid uiten door contact te zoeken en nabij te zijn. Maar hoe close een hond is, verschilt per dier’, zegt Herwijnen. ‘De een springt op je schoot, de ander komt gezellig in de keuken liggen en weer een ander geeft je een dikke, vette lik over je gezicht.’ Van een andere complexe emotie, schuldgevoel, weten wetenschappers inmiddels vrij zeker dat een hond er geen last van heeft.

Wat betekent kwispelen nou?

Dan nog even over dat kwispelen. ‘De stand van de staart zegt ons een hoop over de gemoedstoestand van onze hond, maar dan moet je wel weten hoe je die moet lezen’, zegt Herwijnen. Een kwispelende hond is niet altijd een blije hond. ‘Dat misverstand leidt tot behoorlijk wat bijtincidenten.’ Neem deze dus mee de volgende keer dat je het park in gaat.


Stappenplan kwispelkennis

Stap 1. De staartstand

- Hoog: voelt zich zeker van zijn zaak
- Laag: Fikkie voelt zich onzeker of onderdanig
- Midden: Fikkie staat in neutrale stand

Stap 2. De kwispelsnelheid

- Vol gas: Fikkie houdt het niet meer
- Slakkentempo: Fikkie is lui of in overpeinzing
- Afremmend: stilte voor de storm, pas op!
- Stil: Fikkie kwispelt niet, stop de test

Stap 3. Het kwispeltype

- Brede, slappe kwispel: Fikkie is ontspannen
- Zwabberkwispel (brede halen met schuddende billen): Fikkie is blij je te zien
- Propellerkwispel (cirkelstaart): Fikkie weet het zelf ook even niet
- Stijve korte kwispel: Fikkie staat onder hoogspanning: alarmfase 1!


En hoe zit dat met blaffen en bijten?

Dan rest ons nog één vraag: bijten blaffende honden (en blaffen bijtende honden)? ‘Ik heb hier al vaker over nagedacht en weet niet waar het spreekwoord vandaan komt’, zegt Herwijnen. Het is volgens haar in ieder geval geen goede vuistregel. ‘Er zijn genoeg honden die eerst blaffen en dan bijten.’

Maar gelukkig zal jij niet meer in die gevaarlijke situatie terechtkomen. Na het lezen van dit artikel is het lezen van je hond een makkie.



woensdag 17 juli 2024

Tambú



Tambú


Slavernij heeft ook in de muziek een rol gespeeld, zoals bij de Curaçaose tambú. Deze muziekstijl was lange tijd verboden, maar werd in de jaren zeventig officieel erkend als de muziek en dans van het volk.

Tambú verwijst niet alleen naar een trommel, maar ook naar een muziekstijl die ontstond tijdens de slavernij op Curaçao. De oorsprong ligt in Afrika, waar tot slaaf gemaakten de tambú in de zeventiende eeuw mee naar Curaçao brachten. De muziek kenmerkt zich door opzwepende ritmes en bevat Afrikaanse elementen zoals call-and-response zang en (poly)ritmes, waarbij meerdere ritmes tegelijk worden gespeeld.

Tijdens de slavernij was tambú een belangrijk onderdeel van het leven van tot slaaf gemaakten. Het bood een uitlaatklep om de zware omstandigheden te vergeten door samen te zingen, klappen en dansen. Tambú diende ook als middel om te communiceren zonder dat de plantage-eigenaren het konden begrijpen. Zelfs na de afschaffing van de slavernij bleef tambú lange tijd verboden. Pas in de jaren zeventig werd het officieel erkend als muziek en dans van het volk.

Tambú speelt nog steeds een belangrijke rol op Curaçao en heeft zowel een sociale als spirituele functie.





Landhuis Bever.

 



Landhuis Bever.

Landhuis Bever ligt in het zuidwesten van Curaçao, in Willemstad. In de buurt liggen ook Landhuis Rooi Catootje, Landhuis Gaito en Landhuis Zuikertuintje. Landhuis Bever staat ook bekend als Buena Vista (vanwege het schitterende uitzicht).

Landhuis Bever staat op een kleine heuveltop genaamd Wiltschutborgh, ten noordoosten van het Schottegat, midden in de bebouwde kom van Willemstad. Het T-vormige landhuis heeft een tuitgevel en een zadeldak met vier dakkapellen, maar het zadeldak bedekt alleen het kerngedeelte. Rondom zijn er galerijen met lessenaarsdaken en de keuken heeft een aparte bijkeuken. Aan de oostzijde is er een zijvleugel met een tentdak. Het huis heeft een vestibule met een halfronde toegangstrap, omgeven door perkjes van IJsselsteentjes en een houten tuinhek tussen gemetselde kolommetjes. Het landhuis is een officieel monument van Curaçao.

Op de Wiltschutborgh-heuvel stond eerst een klein fort, later een houten huisje genaamd Buena Vista, gebouwd voor twee militaire commandanten van de ruiterij eind 17de eeuw. De ruiters bewaakten de baaien van Curaçao en brachten berichten over het eiland rond. De twee commandanten, Jan Pietersz van Oxfort en waarschijnlijk zijn zoon Thomas Pietersz, zijn begraven aan de westzijde van het landhuis, samen met Johanna Mattias, de vrouw van Jan Pietersz. Deze graven zijn waarschijnlijk de oudsten op Curaçao.

Het houten huis werd uiteindelijk afgebroken en rond 1812 werd Landhuis Bever gebouwd als buitenverblijf met een kleine tuin. Op het terrein staan twee cilindrische waterputten en een houten verblijf voor bedienden. Het landhuis is vernoemd naar Daniel Beevers, een vroegere eigenaar. Het oorspronkelijke landhuis is nog volledig intact en werd in 2016 gedeeltelijk gerestaureerd.






    maandag 1 juli 2024

    Kunukuhuis

     

    Kunukuhuis



    Een kunukuhuis, ook bekend als ‘kas di kunuku’ in het Papiaments, verwijst naar een voormalige slavenwoning op de Benedenwindse Eilanden Curaçao, Aruba en Bonaire.

    Het woord “kunuku” betekent zowel ‘plantage’ als ‘platteland’. Na de Nederlandse verovering van deze eilanden legde de West-Indische Compagnie uitgebreide plantages aan voor de handel met Europa. Voor het werk op deze plantages werden slaven uit Afrika gehaald. Zij bouwden woningen op het plantageterrein in de stijl die ze uit West-Afrika kenden. Deze woningen hadden wanden gemaakt van lokale materialen zoals hout, koraalsteen, kalksteen of leem, vermengd met koeienmest en gevlochten takken. De daken waren gemaakt van mais- of rietstengels. In het Papiaments zijn er specifieke termen voor deze materialen, zoals “kas di yerba” voor een “strohut”, “kas di torto” voor een “lemen hut” en “kas di pal’i maishi” voor een “hut van maisstengels”.

    Toen de slavernij op 1 juli 1863 werd afgeschaft, kregen voormalige slaven kleine stukjes grond toegewezen waarop ze hun eigen voedsel konden verbouwen. In het begin van de 20e eeuw werd de olieraffinaderij (de Isla) opgericht, waardoor de voormalige plantagewerkers arbeiders werden in de raffinaderij. Tijdens deze periode evolueerden de huisjes en werden materialen zoals geplette olieblikken, steen, gegolfd plaatijzer en dakpannen gebruikt voor de wanden en daken. Deze gemoderniseerde huisjes kregen de naam “kas krioyo”.

    Naast kunukuhuizen werden er ook huizen gebouwd van hout dat als verpakking was gebruikt voor goederen die over zee werden vervoerd. Deze houten huizen staan bekend als “plankenwoningen” of “kas di tabla” in het Papiaments.
    Een interessante ontwikkeling in de periode na de Tweede Wereldoorlog was de introductie van huizen die volgens het kunukuconcept werden gebouwd, maar met een binnenshuis keuken en een veranda. Deze modernere huizen werden opgetrokken met materialen zoals steen en dakpannen.