dinsdag 12 mei 2020

KAAS, “HOLLANDSE WAAR”


KAAS, “HOLLANDSE WAAR”

Wie is de echte ‘kaaskop’?
Nederlanders gaan als 'kaaskoppen' door het leven. Het is een scheldwoord en geuzennaam tegelijkertijd. Met reden: Edam en Gouda zijn steden en kaassoorten met wereldfaam. Nog altijd zit het kleine Nederland in de top vijf van grootste kaasexporteurs ter wereld. De belangrijkste afzetmarkt is trouwens Duitsland, goed voor ongeveer een derde van de afzet. Per hoofd van de bevolking eet de oosterbuur meer kaas dan wij. Wie is nou de echte Käsekopf?

Hoe Hollands is de melk?
Weinig beelden zijn Hollandser dan een sappig groene weide met daarin zwartbonte koeien, loom herkauwend op de maaltijd die zeal eerder tot zich namen. Dat beeld verdient nuancering. Van dit oorspronkelijk Fries-Hollandse koeienras zijn er nog maar ongeveer
2.000. Voor de melkproductie is het ras vanaf de jaren zeventig ingehaald door de Amerikaanse tak van de familie; de Holstein-Friesian. Deze zwartbonte remigrant is goed voor gemiddeld 25 tot 30 liter melk per dag. Om 1 kilo kaas te maken is ongeveer 10 liter
melk nodig.

Puur natuur of ook beetje (bio-)chemie?
Kaas komt van melk en de grote Nederlandse kazen komen van koeienmelk. Kaas is daarmee een natuurproduct maar wel de uitkomst van chemische reacties met dank aan zuursel (melkzuurbacteriën) en stremsel (enzymen). Zuursel zorgt voor de
smaak, stremsel voor het laten samenklonteren van de eiwitten. Hierdoor ontstaan wrongel en vocht (wei). De geperste wrongeldeeltjes vormen de basis van kaas. Voedseltechnologen
werken in zuivelfabrieken aan het perfectioneren van dit eeuwenoude, chemische proces. De geschiedenis van het kaasmaken gaat terug tot 800 voor Christus. De Romeinse keizer Julius Ceasar schreef al dat kaas in de Lage Landen een belangrijk voedingsmiddel was.

Zonder olie geen kaas?
Het is een beetje kort door de bocht maar voor de gemiddelde Nederlandse kaas klopt het wel. Nadat de Hollandse kaas drie dagen in een pekelbad heeft gelegen, ontstaat een
korst om de kaas. Die beschermt tegen schimmels en vochtverlies. Om de kaas nog verder te beschermen gaat daar een dun laagje paraffine omheen of, sinds midden vorige eeuw,
een kunststof polymeer, ook wel kaasplastic genoemd. Beide zijn olieproducten overigens. In de oude dagen was dit een korst van biest. Opeten van de korst is niet lekker en niet de
bedoeling, maar kleine hoeveelheden verlaten het lichaam weer via de natuurlijke weg …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten