Michael Moore mist overtuigingskracht in Planet of the Humans
Documentairemaker Michael Moore was weer eens goed voor een relletje – dit keer met Planet of the Humans, dat hij produceerde. De door Jeff Gibbs geregisseerde film richt zijn vizier op de duurzame energie-industrie, maar mist overtuigingskracht.
Zo, nu weten die linkse snowflakes ook eens hoe het voelt, moet rechts Amerika de afgelopen week hebben gedacht. Normaal gesproken neemt de activistische showman-documentairemaker Michael Moore het rechtse deel van de Amerikaanse maatschappij op de korrel, maar in zijn nieuwe productie Planet of the Humans is juist een van de linkse heilige huisjes het doelwit: groene energie.
De film, die gratis online werd gezet op de Dag van de Aarde, op 22 april, en in de twee weken sindsdien al miljoenen keren werd bekeken, werd niet door Moore zelf geregisseerd. Regie, scenario en productie zijn in handen van collega Jeff Gibbs. Die was eerder de producent van diverse films van Moore, waaronder succesvolle en omstreden documentaires als Bowling for Columbine (2002, over de Amerikaanse wapenverslaving) en Fahrenheit 9/11 (2004, over de ‘war on terror’).
Verdraaide feiten
Met Planet of the Humans maakt Gibbs een film ‘op zijn Moores’. Hij hanteert diens persoonlijke benadering, waarbij archiefmateriaal en eigen reportages van de hak op de tak aan elkaar worden gepraat in een subjectief relaas. En net als Moore gaat hij er met gestrekt been in. Gibbs speelt op de man met verdachtmakingen rond prominente Amerikaanse voorvechters van duurzame energie als Bill McKibben en Al Gore, die in de zak van de fossiele industrie zouden zitten.
Planet of the Humans wordt gebracht als de individuele zoektocht van de maker naar de waarheid, precies zoals Moore dat altijd doet. Gibbs introduceert zichzelf expliciet als voormalig milieuactivist bij wie nu de schellen van de ogen zijn gevallen. Een voor een prikt hij vervolgens de ‘mythes’ over diverse soorten groene energie door. Zonnepanelen, windmolens, biomassa: geen van alle zijn ze in Gibbs’ nadere beschouwing écht groen.
Het kwam hem de afgelopen weken op felle kritiek te staan. Klimaatwetenschappers wijzen massaal op achterhaalde en verdraaide feiten. Milieuactivisten en collega-filmmakers verwijten Gibbs dat hij klakkeloos de standpunten van de fossiele energie-industrie overneemt, die al decennia probeert groene energie weg te zetten als onbetrouwbaar en inefficiënt.
Misschien hadden die critici zich de moeite beter kunnen besparen. Juist dankzij hun storm van protest kreeg Planet of the Humans een berg aandacht. Pas daarna werd hij wereldwijd omarmd door klimaatontkenners – ook in Forum voor Democratiekringen werd afgelopen weekend ineens druk over de film getwitterd.
Terwijl de meeste kijkers de kritiek van die klimaatexperts niet nodig zullen hebben om zelf al aan te voelen dat Gibbs nogal ongenuanceerd te werk gaat. Hoe hard hij zijn lichtend voorbeeld Moore ook na probeert te doen, hij mist diens overtuigingskracht. Moore heeft de gave om de drogredenen in zijn betoog te overschreeuwen door uiterst effectief gebruik van het medium film, met precies getimede bommetjes van sensationeel materiaal. Gibbs mist die energie. Daardoor blijven de gaten en complottheorieën in zijn argument duidelijker zichtbaar.
Heulen met de vijand
De regisseur mag zichzelf presenteren als een afvallige gelover in groen, hij heeft nog steeds de rechtlijnigheid van een dogmaticus. Elk groen initiatief dat niet geheel zuiver is, is daarmee direct fout. En elk duurzaam alternatief dat niet de volledige fossiele energiecapaciteit over kan nemen, is daarmee direct mislukt. Al die alternatieve energiebronnen zijn zwaar afhankelijk van fossiele energie in hun productieprocessen, beklaagt Gibbs zich herhaaldelijk. Ja, nogal wiedes, want zolang die alternatieven niet zijn ontwikkeld, is álles afhankelijk van fossiele energie.
Gibbs hekelt een solar farm die materialen voor hun zonnepanelen inkocht bij een bedrijf van de rechtse industriële broers Koch – toch ‘de duvel zelve’, zoals hij in de voice-over zegt? Zo kan ik het ook: getuige de credits van de film gebruikt Gibbs archiefmateriaal dat hij kreeg of kocht van een Kochbedrijf, dus hij heult zelf blijkbaar ook met de vijand.
Zo schiet Gibbs zichzelf van alle kanten in de voeten.
Een deel van zijn kritiek zal wel degelijk gefundeerd zijn – hoe groter de industrie rond groene energie wordt, hoe meer corruptie en malafide praktijken op de loer liggen. Maar Gibbs gooit met dat vuile badwater ook het kind weg.
Een alternatief heeft hij niet. Het enige dat erop zit, in Gibbs’ ogen, is minderen. Minder consumptie, minder verbruik, minder mensen. Maar hij waagt zich er niet aan iets te zeggen over hoe dat er in de praktijk uit moet zien, en creëert zo een valse tegenstelling. We hoeven geen keuze te maken tussen groene alternatieven ontwikkelen of ons consumptiepatroon veranderen – het moet allebei. En vlug: de wereld staat in brand. Met zijn tendentieuze film gooit hij olie op het vuur, in plaats van te helpen blussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten