donderdag 13 juni 2019

Zorg jij goed voor jezelf? - Zelfcompassie - Psycholoog Najla

Keuzestress: het nemen van grote beslissingen


Keuzestress: het nemen van grote beslissingen



Elke seconde gaat er een enorme hoeveelheid informatie door onze zintuigen. Alleen al wat onze ogen betreft gaat het om wel duizend gigabits per seconde. Een bit is een kleinst mogelijk informatiedeeltje, en giga staat voor miljard. Oftewel, we nemen met onze ogen duizend miljard ministukjes informatie per seconde waar. Kan ons brein dat wel aan? Nee. Zo kunnen we volgens dezelfde onderzoeker per seconde maar enkele tientallen bits nieuwe informatie in ons brein opnemen. Dat is maar een miljoenste deel.
Dit brengt ook met zich mee dat wanneer we beslissingen moeten nemen, er onnoemelijk veel factoren kunnen meespelen. Mijn blog gaat deze keer over keuzestress. Dit is een onderwerp wat ik in 2015 al behandelde, en volgens mij is het nog zeker zo actueel want de hoeveelheid informatie neemt alleen maar toe. Keuzestress betreft niet alleen de grote, misschien wel levensveranderende beslissingen, maar kan ook de kleinste, alledaagse dingen aangaan.
Koop bijvoorbeeld maar eens een rolletje drop. In oma’s tijd was dat niet zo ingewikkeld. Je had waarschijnlijk maar een paar soorten. Tegenwoordig heb je een supermarktschap van zo’n twee meter hoog bij vier meter breed. Dat is dus acht vierkante meter drop. Honingdrop, veterdrop, salmiakdrop, muntdrop, autodrop, Engelse drop, krijtjesdrop, biologische drop, organische drop, drop in de aanbieding en drop waar je een gratis bewaarblik bij krijgt. Wat zocht ik ook alweer?
We worden dus blootgesteld aan een enorme hoeveelheid informatie. In deze wirwar vinden wij dagelijks onze weg. Veel beslissingen nemen we door de dag heen haast onopgemerkt. Welke sokken trek ik vandaag aan, steek ik mijn sleutels in mijn linker- of rechterjaszak, vertel ik mijn collega wel of niet wat ik gisteren heb meegemaakt, etc. Veel besluitvorming gebeurt in een fractie van een seconde en we denken er nooit meer aan terug.
Iets anders is het wanneer het om grote beslissingen gaat, die ons leven wel eens blijvend kunnen veranderen. Denk aan trouwen, verhuizen, een baan opzeggen of voor het eerst vader of moeder worden. Wanneer een keuze grote consequenties kan hebben, is het ineens niet meer zo gemakkelijk om te beslissen. De angst om verkeerd te kiezen kan gaan meespelen. En sowieso wil je de best mogelijke uitkomst bereiken.
Op internet is van alles te lezen over wat je dan moet doen. Zo beschrijft een blogger, die zelf overigens net een ingrijpende verhuizing achter de rug had, een aantal trucs om het beslissen makkelijker te maken. De eerste is: als je er niet uitkomt, doe dan alsof je een vriend adviseert die hetzelfde probleem heeft. Stel jezelf voor dat die vriend bij jou komt en jou vraagt wat hij moet doen. Wat zou je dan zeggen? De reden dat dit volgens de schrijver werkt, is omdat onze emoties ons eigen keuzeproces in de weg zitten. Je kunt gewoon niet helder nadenken. Maar als je doet alsof het om een ander gaat, dan zitten die emoties niet meer in de weg en zie je ineens een helder plaatje.
De tweede truc is om de hoeveelheid informatie die je verzamelt om tot een keuze te komen, te beperken. Onbewust heeft ons brein een hekel aan onduidelijkheid. Wanneer er vaagheid bestaat, gaan we dit ‘gat’ als het ware opvullen met extra informatie. Tot op zekere hoogte kan dit goed zijn. Zo ga je voor je een vakantie boekt waarschijnlijk eerst kijken of het je leuk lijkt om daar naartoe te gaan. Maar als we teveel informatie hebben, dan kan het gebeuren dat we geen hoofd- en bijzaken meer onderscheiden, compleet de verkeerde waarde aan informatie toeschrijven en daardoor tot een verkeerde beslissing komen.
Een voorbeeld hiervan is het volgende experiment. De mensen die deelnamen werden in twee groepen verdeeld. Elke groep kreeg een verhaal te horen, waarna ze een beslissing moesten nemen. Het verhaal van de eerste groep was als volgt:
“Stel je voor dat je bij een bank werkt en leningen verstrekt. Er komt een pas afgestudeerde jongen om een lening aan te vragen. Hij heeft een stabiele, goed betaalde baan en heeft in het verleden nooit financiële problemen gehad. Maar dan ontdek je dat hij al drie maanden 5000,- rood staat en dit bedrag nog niet heeft afgelost. Zou je de lening wel of niet verstrekken?”
De tweede groep kreeg hetzelfde verhaal te horen, met één belangrijk verschil. Aan hen werd verteld dat er tegenstrijdige informatie in het systeem stond en dat het nog niet duidelijk was of de jongen de afgelopen drie maanden 5000,- of 25000,- rood had gestaan. De deelnemers konden kiezen of ze direct een beslissing namen, of eerst zouden afwachten tot de hoogte van de roodstand duidelijk was. De meeste deelnemers kozen voor het laatste. Vervolgens werd hen verteld dat de roodstand slechts 5000,- was. Zie je wat hier gebeurt? De tweede groep had uiteindelijk precies dezelfde informatie als de eerste groep, namelijk dat er sprake was van een roodstand van 5000,-. Alleen er was bij de tweede groep een verhaal aan vooraf gegaan, waardoor dezelfde informatie een andere lading kreeg. En raad eens wat er gebeurde? Van de eerste groep besloot 71% de lening af te wijzen, van de tweede groep slechts 21%, waarschijnlijk omdat een roodstand van 5000,- vergeleken met 25000,- behoorlijk meeviel. De extra informatie gaf de 5000,- roodstand dus een heel andere lading.
Aan dit slimme experiment is te zien wat er gebeurt als je teveel details in je besluitvormingsproces betrekt. Dat is waarom de blogger schreef: beperk de hoeveelheid informatie op basis waarvan je een beslissing neemt.
De derde truc heeft te maken met onbewuste aannames die ten diepste je beslissingen bepalen. Vaak hebben mensen de neiging om steeds hetzelfde te beslissen. Het lijkt een soort karrenspoor waar je in zit. Om dit te doorbreken, kun je eens een nieuwe optie aan je keuzemogelijkheden toevoegen die compleet het tegenovergestelde is van wat je normaal zou doen. Bijvoorbeeld, als je een beslissing moet nemen over een carrièrestap en er zijn drie bedrijven waaruit je kunt kiezen, dan zou je als vierde optie kunnen toevoegen dat je je baan opzegt en een wereldreis gaat maken. Of dat je een eigen bedrijf start, of voortaan van de bijstand gaat leven en nooit meer gaat werken. Het klinkt misschien idioot, maar een compleet andere optie kan je helpen uit je vaste ‘straatje’ te komen en op een nieuwe en frisse manier naar je mogelijkheden te kijken (sterker nog, om beter te gaan zien welke mogelijkheden je allemaal hebt). Misschien kom je er op deze manier achter dat je diep van binnen veel meer vrijheid in je werk wilt en vallen enkele opties daardoor al vanzelf af.
Nu kun je hier nog een heel interessante vervolgstap nemen. Iedereen kent misschien wel het idee van een lijstje met voors en tegens. Deze weeg je dan tegen elkaar af en op die manier kom je erachter wat de optimale beslissing is. Je kunt dit ook met je onbewuste aannames doen. Maak een lijstje met alle aannames over het onderwerp waarover je moet beslissen. Bedenk dan bij iedere aanname wat het compleet tegenovergestelde is en schrijf dat erbij. Vervolgens vraag je jezelf af hoe je iedere tegenovergestelde aanname kunt bereiken. Wat dit oplevert is dat je frisse inzichten kunt opdoen waar je anders niet op was gekomen. De kans is groot dat je geen van deze tegenovergestelde situaties zult verkiezen, maar het kan je wel helpen om erachter te komen wat je nu echt belangrijk vindt. En dit helpt je bij het nemen van een ingrijpende beslissing.
Een stap verder
Wat echter opvalt aan bovengenoemde trucs, is dat ze alle drie op een heel bewuste manier worden uitgevoerd. Je eigen redenatie is sturend in het besluitvormingsproces en je stuurt jezelf op een ‘logische’ manier naar een ‘optimale’ uitkomst toe. Eigenlijk is dit gek. We begonnen deze blog immers met te vertellen dat wij iedere seconde worden blootgesteld aan een overweldigende hoeveelheid informatie. Ons brein is absoluut niet in staat om al deze informatie te verwerken. Hoe komen we er dan bij dat we op deze wijze wel een goede beslissing zouden kunnen nemen, zeker als het om ingrijpende, levensveranderde zaken gaat? En is het bewust beredeneren van een optie dan wel de beste manier om tot een beslissing te komen?
Denken, redeneren, afwegen, tobben en piekeren zijn allemaal vormen van bewuste denkprocessen. Echter, een veel groter deel van onze gedachten en belevingen zijn onbewust. Nu blijkt onderzoek keer op keer te laten zien dat mensen die vanuit hun onbewustzijn beslissen – je zou kunnen zeggen intuïtief – betere keuzes maken dan mensen die een bewuste afweging maken. Zo liet Nederlands onderzoek in verschillende experimenten steeds opnieuw zien dat mensen die een complexe beslissing moesten nemen en geforceerd werden om dit snel te doen, betere keuzes maakten dan mensen die de tijd kregen om na te denken. Daar waar ons bewustzijn zeer beperkt is en maar een klein beetje informatie tegelijk aankan, oftewel nooit een compleet plaatje kan vormen, beschikt ons onbewustzijn over eindeloze mogelijkheden.
In lijn hiermee wordt het steeds meer mensen duidelijk dat objectiviteit niet bestaat. In iedere waarneming speelt een subjectieve factor mee. Sommige onderzoekers beweren zelfs dat het onmogelijk is om je beslissingen te sturen, omdat deze ten diepste worden aangestuurd door een gebied in de hersenen dat niet toegankelijk is voor bewuste processen. Hoe het ook zij, duidelijk is dat we de krampachtigheid kunnen laten varen en veel spontaner mogen worden in de beslissingen die we nemen.
Even een leuke anekdote om dit toe te lichten, welke mij tevens bij het laatste punt brengt. De Nederlandse onderzoeker van de experimenten die ik zojuist aanhaalde, begint zijn artikel met een verhaal hoe hij zelf ooit een appartement in Amsterdam kocht. In die tijd maakten makelaars gebruik van een bijna onmogelijk methode waarin woningen overal werden aangeprezen. Vervolgens moesten alle geïnteresseerden op hetzelfde moment naar het huis komen kijken en degene die als eerste een redelijk bod deed, kreeg de woning toegewezen. Met andere woorden, je moest razend snel een bod doen. De onderzoeker beschrijft hoe er tussen het moment dat hij het appartement binnenstapte en het moment dat hij een bod deed, nog geen 5 minuten hadden gezeten. Daarbij herinnerde hij zich slechts drie seconden naar de badkamer te hebben gekeken voordat hij een torenhoge hypotheek aanging. Hij vertelt ook dat hij die volgende nacht niet veel heeft geslapen..
Terugkijkend ziet deze onderzoeker dat hij toen een hele goede beslissing heeft genomen. En dit brengt mij op het laatste punt, want wat bracht hem dan aan het twijfelen? Dat was angst. De angst om een verkeerde beslissing te nemen, om het niet goed te hebben afgewogen en er achteraf achter te komen dat je een fout hebt gemaakt. Angst is een slechte raadgever zegt men altijd, en dit is waar. Angst blokkeert je intuïtie, je van nature gegeven zender die ‘meer weet’ dan je hoofd. Het is een illusie om te denken dat je door redeneren de best mogelijke keuze maakt. Ons brein kan dit simpelweg niet. Daarbij baseren we ons in onze afwegingen ook nog eens op een opeenstapeling van eerdere ervaringen, want dat is wat we kennen en dat verwachten we dan ook voor de toekomst. Maar elk moment is nieuw en onze ervaringen uit het verleden kunnen nooit voorspellen hoe de toekomst eruit zal zien. Natuurlijk kun je leren van je fouten, maar als het om ingrijpende beslissingen gaat, juist dan, kun je vertrouwen op je hart, op je onbewustzijn en je intuïtie. Dit is wat velen van ons razend spannend vinden, want het voelt alsof je geen controle hebt. Maar die controle is een illusie. Wijsheid is juist om je diepe zender te volgen, niet om alles te beredeneren. Wijsheid is om los te laten, door de angst heen te breken en je hart te volgen. Wie dat aandurft, zal merken dat hij de beste beslissingen neemt.

Zelfvertrouwen; zo versterk je dat


Zelfvertrouwen;  zo versterk je dat



Zelfvertrouwen in de praktijk: Je loopt een kledingwinkel binnen en wordt door een vriendelijke dame begroet. Wanneer je aangeeft wat je zoekt loopt ze vastberaden naar een deel van de winkel en laat je een aantal opties zien. Ze kijkt je aan terwijl ze praat, is ontspannen en opgewekt en weet duidelijk waar ze het over heeft. Een prettige ervaring, en de kans is groot dat je de winkel uit loopt met een nieuwe set kleding die je zojuist met overtuiging hebt aangeschaft.
Zelfvertrouwen is kostbaar en ook heel prettig. Toch worstelen veel mensen ermee. Talloze redenen kunnen hieraan ten grondslag liggen. Toch heeft niemand reden om onzeker te zijn. Ieder mens is uniek en waardevol. Het is een kwestie van bewustzijn.
Wat is zelfvertrouwen?
Bij zelfvertrouwen wordt een onderscheid gemaakt tussen twee onderdelen: zelfredzaamheid en zelfwaardering. Zelfredzaamheid betekent dat je ervan overtuigd bent dat je over de vaardigheden beschikt die je nodig hebt voor de taken waarvoor je gesteld bent. Dit kan zeer uiteenlopende vormen aannemen. Voor de hand ligt zelfredzaamheid op het werk of in de taken van het dagelijks leven, maar wist je dat mensen die zich zelfredzaam voelen, bijvoorbeeld ook makkelijker te hulp schieten in noodsituaties[1]? Dat is op zich ook logisch, want als je ervan overtuigd bent dat je kunt helpen, dan doe je dat ook sneller.
Zelfredzaamheid maakt ook dat je doorgaat bij tegenslagen. Je bent ervan overtuigd dat je links- of rechtsom tot een oplossing komt, dus je gaat door totdat je die gevonden hebt. Het brengt ook de overtuiging met zich mee dat als je je inzet, je je doel zult bereiken, waardoor je tegenslagen en taaie perioden doorstaat om daar te komen.  En het mooie is, het bereiken van je doel zal dit positieve zelfbeeld alleen nog maar verder versterken.
Deze zelfredzaamheid heeft enige overlap met het tweede onderdeel, namelijk zelfwaardering. Zelfwaardering is een meer algemene overtuiging dat je het recht hebt om er te zijn en in staat bent om met de omstandigheden in je leven om te gaan. Deels komt zelfwaardering van de waardering die de mensen om je heen voor je hebben. Toch is dat niet het enige. Ook je eigen overtuiging wanneer je juist handelt, dingen goed kunnen en in staat zijn om je doelen te bereiken geven je een gevoel van zelfwaardering.
Waar sta je zelf?
Voordat we verder gaan, eerst eens een test. Hieronder staat een vergelijking tussen kenmerken van iemand met zelfvertrouwen, en iemand die geen zelfvertrouwen heeft. Lees het eens door. Herken je zaken?
ZelfverzekerdGedrag uit onzekerheid
Doen waar je van overtuigd bent, zelfs wanneer anderen je belachelijk maken of kritisch zijnJe in je gedrag laten leiden                            door wat andere mensen denken
Bereid zijn om risico’s te nemen en je extra in te zetten om betere dingen te bereikenIn je comfortzone blijven,bang zijn                    om fouten te maken en risico’s vermijden
Je fouten toegeven en ervan lerenErg je best doen om fouten te verbergen en hopen dat je het probleem kunt oplossen voordat iemand het doorheeft
Wachten tot anderen je verdiensten opmerken en er iets over zeggenJe goede verdiensten zo vaak mogelijk en richting zoveel mogelijk mensen benadrukken
Complimenten dankbaar aanvaarden. “Dankjewel, ik heb er hard aan gewerkt en ik ben blij dat je dat kunt zien.”Complimenten direct wegwuiven. “Oh dat stelt niks voor, dat had iedereen kunnen doen.”
Bron: https://www.mindtools.com/selfconf.html
Aan deze voorbeelden is te zien dat zelfvertrouwen opbouwend is, in de eerste plaats voor jezelf. Maar het is ook prettig voor de mensen om je heen. Iemand met zelfvertrouwen is opgewekt, rechtdoorzee en haalt meer uit het leven. Het mooie is dat zelfvertrouwen zichzelf versterkt. Handelen uit zelfvertrouwen maakt je effectief en daarmee wordt het zelfvertrouwen steeds verder bevestigd. Daarentegen kan een gebrek aan zelfvertrouwen juist destructief zijn. Je haalt jezelf naar beneden maar ontlokt ook negatieve reacties uit je omgeving. Een gezond zelfvertrouwen is dus goed voor jezelf en voor je omgeving. Het mooie is dat je je zelfvertrouwen positief kunt stimuleren. Hieronder vind je tips hoe je zelfverzekerd kunt groeien in 3 stappen.
Baas over je eigen denken
Allereerst is het van belang dat je autoriteit krijgt over je eigen gedachten. Deze gedachten zijn namelijk sturend voor je handelen. En je woorden hebben kracht. Letterlijk. Er zijn experimenten bekend waaruit blijkt dat water en producten bederven wanneer ze worden blootgesteld aan negatieve woorden, maar ook dat positieve woorden juist een opbouwende uitwerking hebben. Zo blijken zich bij positieve woorden de prachtigste, symmetrische waterkristallen te vormen[2]. Het menselijk lichaam bestaat voor het grootste deel uit water. Denk je eens in wat woorden dus met jouzelf en je lichaam doen!
Train jezelf competenter
Positief denken en jezelf bevestigen, zijn dus belangrijke middelen om je zelfvertrouwen te stimuleren. Maar, er is nog een volgende stap. Je kunt jezelf trainen zodat je ook inderdaad competenter wordt. Eerlijk is eerlijk: er is geen snelle formule. Je moet echt willen en bereid zijn om gefocust en doelgericht aan de slag te gaan. Stap voor stap zul je merken dat je sterker wordt en je vaardigheden ontwikkelt. En het mooie is, deze vaardigheden zullen zich vertalen in de dingen die je bereikt. Misschien eerst klein, maar stap voor stap steeds groter. Zo wordt je zelfvertrouwen een zichtbare en tastbare werkelijkheid.
Een goede voorbereiding is het halve werk
Mindtools (mindtools.com) onderscheidt hierin drie fasen. De eerste fase is een voorbereidingsfase. Maak de rekening op over waar je je op dit moment bevindt en waar je naartoe wilt. Het is als het plannen van een reis. Kijk eens naar wat je al bereikt hebt. Het is goed om dit op te schrijven en jezelf regelmatig aan te herinneren. Wees hier blij over en houdt deze punten voor ogen wanneer negatieve gedachten zich opdringen. Denk ook na over je sterktes en zwaktes. Sta even stil bij je recente verleden en vraag je af wat vrienden en familie over je zouden zeggen. Wat zijn je kwaliteiten en waar moet je aan werken? Zet voor jezelf op een rij welke dingen nu echt belangrijk voor je zijn en waar je naartoe wilt.
Wat is je doel?
Kern is het stellen van doelen en het focussen op de juiste dingen, zodat je je onderweg ook niet laat afleiden door secundaire zaken. Volgens Mindtools is dit een kernpunt en komt zelfvertrouwen voort uit het stellen van doelen en het bijhouden of je deze behaald hebt. Het vergt dus een daadwerkelijke inzet. Hierbij is het ook van belang dat je je gedachten leert te sturen. Je moet leren om negatief denken allereerst al te herkennen, en vervolgens dit door de waarheid te vervangen. Als laatste onderdeel van de voorbereidingsfase wordt genoemd dat je een toewijding in jezelf maakt om de doelen die je voor je hebt gesteld, na te streven en je hiervoor in te zetten. Wees je bewust van je eigen gedachten. Schrijf je twijfels op en denk er eens rustig over na. Misschien heb je het opgeblazen. Dat is mooi, want dan besef je nu dat je er geen aandacht aan moet besteden. Maar misschien zit er ook wel een kern van waarheid in. Dan is het zaak om je koers bij te stellen. Dit kan door bijvoorbeeld extra doelen te stellen om hiermee om te gaan. Wees realistisch. En wees niet bang om fouten te maken.
Een kanttekening: zelfverzekerd zijn betekent niet in een illusie leven. Mensen die overdreven zelfverzekerd zijn, kunnen onaanvaardbare risico’s nemen en flink op hun neus gaan of zelfs grote schade veroorzaken. Maar het kan ook maken dat ze juist verwachten dat alles er vroeg of laat toch wel gaat komen en daardoor nooit iets bereiken. Zelfverzekerd zijn is nuchter zijn en van daaruit handelen.
Kom in actie
Fase 2 is daadwerkelijk aan de slag gaan. Dit kan in het begin heel langzaam gaan, en dat is prima. Stel jezelf kleine doelen, zorg dat je ze behaalt en vier je overwinning. Volgens Mindtools is het van belang om je vaardigheden te versterken. Misschien moet je er zelfs wel een cursus voor volgen. Hoe dan ook, wees serieus en doe wat nodig is. Richt je verder op de basis. Je kunt een grote stap niet in één keer maken, het gaat stap voor stap. Wees niet perfectionistisch en geniet van kleine overwinningen. In lijn hiermee is het zeer aan te raden om ook kleine doelen te stellen. Het moet een gewoonte worden om doelen te behalen en de winst te vieren. Later kun je dit steeds verder uitbouwen. Ten slotte moet je in deze fase je denken in de gaten blijven houden. Negatieve gedachten laten je niet zomaar los. Blijf weerstand bieden en de waarheid er tegenover zetten. Dit heeft niet alleen betrekking op het behalen van overwinningen, maar ook het omgaan met fouten. Leren lopen gaat met vallen en opstaan. Dit geldt voor elke vorm van leren en groeien. Als het een keer niet goed gaat, zie het dan niet als een fout maar een leermoment. Kom jezelf eerlijk onder ogen en leer ervan. Op deze manier worden zelfs tegenslagen ervaringen die je sterker maken.
Mag het ook wat sneller?
De laatste fase is het versnellen van de juiste koers. Op een gegeven moment zul je merken dat je zelfvertrouwen aan het groeien is. Je hebt de slag te pakken en bent vastberaden om door te gaan. In deze fase kun je jezelf gaan uitdagen door steeds iets grotere doelen te stellen en je uitdagingen wat zwaarder te maken. Houd het realistisch; de bedoeling is nog altijd dat je ze ook daadwerkelijk behaalt. Maar je kunt jezelf ‘oprekken’ door dit behalen wat moeilijker te maken.
Deze laatste fase is ook een goed moment om nog eens terug te kijken naar je zelfvertrouwen. Is dit vooruit gegaan? Waarin is het veranderd? Zijn er misschien gebieden waar je nog niet veel vooruitgang ziet? Mooi, dan heb je nu helder dat hier misschien iets anders voor nodig is.
Belangrijk om te noemen is dat er voor dieperliggende oorzaken van onzekerheid geen makkelijke oplossing is. Dit artikel is daar ook niet voor bedoeld. Wat het je wel brengt is een realistische kijk op jezelf en wat je te bieden hebt, jezelf beginnen te waarderen om wie je bent en van daaruit een voller uitleven van alles wat jou gegeven is.

Keuzestress? Zo maak je wél de juiste beslissing.


Keuzestress?                                              Zo maak je wél de juiste beslissing.




Keuzestress? Zo maak je wél de juiste beslissing.
Keuzestress komt iedere dag voor. Want kiezen en beslissingen nemen is tegenwoordig lastiger dan ooit. Er wordt van je verwacht dat je op ieder gegeven moment knopen doorhakt. Zowel voor je werk, thuis, met betrekking tot je kinderen enzovoort. Welke taken doe je eerst? Wat ga je eten? Welke kleding draag je? Is het wijs om van energieleverancier te wisselen? Moet je je gsm-abonnement verlengen? Een andere baan zoeken? Verhuizen? Yoghurt van merk A, B, C, D of E kopen? Wel of geen iPad? Al die keuzes kunnen de nodige onrust en stress met zich meebrengen.
In deze blog leer je hoe je daar mee om kunt gaan.
Kiezen kost veel energie
Het afwegen van kleine en grote beslissingen vraagt veel brandstof van je brein. Onze hersenen gebruiken namelijk 20% van de totale energie in het lichaam. Zodra je worstelt met bepaalde keuzes, is het lastig om gefocust te blijven. Je wordt snel afgeleid om zelfs de meest basale taken uit te kunnen voeren. Volgens prof. Michael Useem van de University of Pennsylvania, is keuzes maken te vergelijken met het lopen van een marathon;
‘Je hebt er ook uithoudingsvermogen voor nodig.’
‘Je moet jouw keuze-techniek trainen.’
‘Het is nodig om vertrouwen te krijgen in de combinatie van emoties (vaak angst) en jouw ratio.’
Te veel keuzes
Keuzestress is een gevolg van de meerkeuzemaatschappij waarin je leeft. Best een luxe eigenlijk, maar soms ook lastig. Of niet? Zeker als je kijkt naar vroeger. Toen stond alles veel meer vast. Je werd bakker, dokter, huisvrouw of meester. Trouwde vervolgens, kreeg kinderen en werkte je leven lang bij dezelfde baas. Vandaag de dag ligt dat heel anders. Wat je kiest, dat ben je; bepaalt je identiteit. Je dromen realiseer jij. Dus jij beslist, bepaalt en maakt de keuzes. En dat is soms best moeilijk en lastig in een maatschappij waarin zeer veel valt te kiezen. Want, hoe weet je of je een goede keuze uit dat enorme aanbod aan mogelijkheden maakt? Dat kost tijd en energie en kan gepaard gaan met de nodige angst, twijfel en keuzestress, want wanneer hak je een knoop door?
De afgelopen jaren zijn er diverse onderzoeken gedaan naar keuzestress bij jongeren. Hieruit blijkt dat dit verschijnsel door verschillende factoren wordt gevoed. Welvaart, opvoeding, massamedia, maatschappelijke en sociale druk zijn de factoren die een rol spelen bij het ervaren van keuzestress onder jongeren.
Last van een dreigend dertigers dilemma?
Niet alleen jongeren hebben hier last van. Er bestaat ook zoiets als ‘Het dertigers dilemma’, een vervroegde midlifecrisis. Een midlifecrisis rond je dertigste (25 – 35 jaar). Ja, dat kan. Na je leven als flierefluitende twintiger breekt er een nieuwe levensfase aan. Ultieme levensvragen steken de kop op. Over je werk, relatie, levensstijl en persoonlijke zingeving. Je vraagt je af: Is dit alles? Gevoed door het idee dat je leven maakbaar is en de karrevracht aan keuzemogelijkheden slaat de twijfel toe. Wat kies je? En wat als het tegenvalt? Het gevolg: keuzestress. Je verkrampt. Wordt onzeker, onrustig en bent bang te falen.
Hoe herken je keuzestress?
De 5 meest voorkomende symptomen van keuzestress op een rij:
  • Onzeker zijn
Voel je je erg onzeker en twijfel je of je wel de juiste beslissing neemt? Malen de ‘wat als’ opties door je hoofd? Dan wordt het erg lastig om een definitieve keuze te maken. Wacht niet te lang, want anders kiest bijvoorbeeld een ander voor je. Word je daar gelukkig van? De kans bestaat dat het je zelfvertrouwen ondermijnt en de kans op keuzestress in de toekomst toeneemt.
  • Streven naar 100% zekerheid
Streef je altijd naar 100% zekerheid? Realiseer je dat dat niet bestaat. Daarbij kost streven naar 100% zekerheid heel veel tijd en energie. Bovendien zorgt het voor de nodige frustraties. Probeer je tijd en energie liever te stoppen in keuzes die echt belangrijk zijn dat zorgt voor minder keuzestress.
  • Kampen met uitstelgedrag
Durf je geen beslissing te nemen? Blijf je bijvoorbeeld eindeloos op internet zoeken? Weeg je telkens weer de verschillende ‘voors’ en ‘tegens’ af? Handig, maar meestal leidt het alleen maar tot nog meer spanning. Wellicht is het beter om jezelf een deadline te stellen waarbinnen je een beslissing moet nemen om je keuzestress te bepreken.
  • Je schuldig voelen
Moet je een keuze maken die ook gevolgen heeft voor een ander? Dat kan leiden tot keuzestress, omdat allerlei schuldgevoelens en zelfverwijten lange tijd aan je blijven knagen. Schud die gevoelens van je af en kies wat je het beste lijkt. Kijk niet terug, maar focus je op het hier en nu.
  • Bang om fouten te maken
Ben je bang dat je de verkeerde keuze maakt? Dat is nergens voor nodig, want iedereen maakt fouten. Dus waarom jij niet? Leer van je fouten en oordeel niet te hard over jezelf.
Vijf algemene tips om keuzestress te voorkomen
  1. Voorkom afleiding
Zeker in deze tijd van overprikkeling door de (social) media is het moeilijk om geconcentreerd te blijven. Op het moment dat je in jouw taak wordt onderbroken, duurt het ongeveer 15 minuten voordat je weer jouw oorspronkelijke focus kunt oppakken.
  1. Herken de signalen van jouw intuïtie
Iedere keuze die je maakt komt in eerste instantie vanuit jouw gevoel. Daarna ga je redenen bedenken om dat gevoel rationeel te rechtvaardigen. Luister goed naar jouw lichaam. Dat reageert namelijk direct en voortdurend op prikkels uit de omgeving: Wanneer je bijvoorbeeld een zucht van opluchting of een kramp in je buik voelt, weet je al dat daar een (onbewuste) reden voor is. Voelt het goed? En komt je verstand er niet tegen in opstand? Hak dan de knoop door en ga ervoor. En mocht het achteraf niet de juiste beslissing zijn? Leer ervan en doe er een volgende keer je voordeel mee. Blijf zeker niet dralen.
  1. Bouw structuur in je leven
Je oma zei het waarschijnlijk al: ‘Het draait in je leven om Rust, Reinheid en Regelmaat’. Vooral die regelmaat is tegenwoordig bij veel mensen zoek. Door jezelf meer structuur te geven, hoeft je brein minder nieuwe keuzes te maken.
  1. Neem de tijd om met jouw vraag bezig te zijn
Gun jezelf de tijd om jouw keuze ‘te proeven’. Vraag niet te veel mensen om raad. Het is beter om eerst zelf vanuit jouw hoofd weer in je hart te komen. De belangrijkste vragen zijn daarbij: Waar word ik blij van?’ en ’Wat geeft mij energie?’ Neem op basis daarvan een beslissing. Je hoeft daarom ook niet langer dan een paar dagen met jouw dilemma rond te lopen. Anders loop je weer het risico dat je vervalt in uitstelgedrag.
  1. Jij staat aan het roer van jouw leven
Het is  tijd om de 4 ‘K-‘s’ achter je te laten. Stop met Klagen, Knokken, Kloeken (jezelf verantwoordelijk voelen voor anderen) en Krampen (wachten totdat het leven beter wordt). Neem honderd procent verantwoordelijkheid voor je eigen leven.
Kansen met keuzestress
  1. Ken je persoonlijke drijfveren
Kamp je met keuzestress? Dan wil en moet je alles uit het leven halen dat erin zit. Maar, dat is bijna onmogelijk. Dus moet je kiezen en dan slaat de twijfel toe. Je keuzemogelijkheden zijn oneindig. En kies je? Dan sluit je voor je gevoel andere opties uit. Om je keuzestress aan te pakken is het goed om je persoonlijke drijfveren te kennen. Waar wil je echt voor gaan? Wat geeft je energie? Wat motiveert je telkens weer? Schrijf die persoonlijke drijfveren eens op en beperk je tot ongeveer 5 stuks. Moet je kiezen? Toets je mogelijkheden dan aan wat je persoonlijke drijft. Het geeft je houvast en je verkleint je aantal keuzes. Ook een prioriteitenlijst maken waarop je je keuzes baseert kan uitkomst bieden.
  1. Maak een keuze met je hoofd en hart
Kiezen door rationeel de pro’s en contra’s tegen elkaar weg te strepen kan. Maar, hoe voelt het? De kans is groot dat het in tegenspraak is met je gevoel: wie je bent en waarvoor je staat. Kies daarom met zowel je hoofd en hart. Niet kiezen maakt juist ongelukkig. Kenmerkend voor het dertigers dilemma is beslissingen telkens weer uitstellen. Uit angst de verkeerde keuze te maken. Dus: blijf je maar rondjes draaien wat je twijfel aanwakkert. Zeg nou zelf? Dat doet je zelfvertrouwen geen goed. Het voedt je onzekerheid, zorgt voor stress en maakt je ongelukkig. Stel jezelf een deadline en beslis. Verspil niet langer je tijd en energie aan niet kiezen. Realiseer je: er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Trouwens, geen keuze maken kan er zelfs toe leiden dat je straks – als je bijvoorbeeld 60 jaar bent – met spijt terugkijkt, omdat je niet durfde te kiezen.
  1. Stop met vergelijken
Ben je jezelf steeds aan het vergelijken met anderen? Omdat je denkt hetzelfde te moeten kunnen en/of doen? Lukt dat niet? Dan ben je teleurgesteld in jezelf en voelt het als falen. Pak je keuzestress aan en stop met jezelf te vergelijken met anderen. Want, zeg eens eerlijk? Geloof je die sprookjes op Facebook en andere sociale media? Nooit eens twijfel? Angst? Tegenslag? Doe wat jou hart sneller laat kloppen en verwijs die hallelujaverhalen naar het land der fabelen. Raadpleeg liever echte mensen die je al je hele leven kennen.
  1. 100% zekerheid bestaat niet
Wacht je met kiezen tot je 100% zekerheid hebt? Uit angst dat je misschien niet juist kiest? Je andere dingen dan uitsluit? Besef dat zoiets als 100% zekerheid niet bestaat. Bovendien loop je het risico dat de tijd je inhaalt en/of dat iemand anders voor je kiest. Wil je dat? Het is dan niet jouw keuze. En het is maar de vraag of je daar gelukkig van wordt. Kom uit je comfortzone en verdoe verder geen tijd met eindeloos piekeren en malen. Beslis en zet de eerste kleine stap. Bedenk dat je gaandeweg je koers altijd nog kunt bijsturen.
Heb je moeite met kiezen? En herken je bovenstaande verschijnselen? Blijf dan niet doorlopen met dat vervelende gevoel. Praat erover met anderen, zorg voor volop ontspanning en leef gezond. Ook kan het goed zijn professionele hulp te raadplegen. Je bent echt niet de enige met keuzestress.
Hoe ben jij om gegaan met de moeilijke dilemma’s in je leven? Deel ze hieronder in het reactieveld. Andere mensen kunnen zeker leren van jouw levenservaring. Het is ook altijd fijn wanneer je deze blog de aandacht geeft via de bovenstaande social mediaknoppen. Dan help je jouw vrienden zeker weer een stukje in een positieve richting.

Heb ik een burn-out? Ontdek hier de signalen


            Heb ik een burn-out?            Ontdek hier de signalen





Heb ik een burn-out? Ontdek hier de signalen
Burn-out ben je niet van de ene op de andere dag. Dat gaat geleidelijk. Op weg naar een burn-out krijg je echter allerlei signalen dat het tijd is om van koers te veranderen. Negeer je die signalen dan kan het mis gaan. In deze blog lees je wanneer de alarmbellen zouden moeten gaan rinkelen en tips om stressverhogende gewoontes te veranderen.
 Signalen van beginnende burn-out
Niet iedereen krijgt dezelfde signalen. Iedereen heeft zo zijn eigen manier van omgaan met stress. Wie te veel hooi op zijn vork heeft, neigt vaak tot keihard doorwerken. Wie zich verveelt en te weinig uitdaging ervaart, zal eerder neigen naar cynisme en kampen met motivatieproblemen. Hoe dan ook, het is belangrijk om de volgende signalen serieus te nemen en een andere koers in te slaan. Welke signalen herken jij?
  1. Je voelt je continu gespannen, angstig, nerveus, opgejaagd.
  2. Je motivatie en betrokkenheid bij het werk is ver te zoeken. Je stelt veel uit en kunt je niet goed concentreren.
  3. Je bent negatiever en cynischer dan vroeger en hebt een kort lontje.
  4. Je zoekt minder contact met mensen.
  5. Je neemt geen tijd om fatsoenlijk te eten. Je propt snel iets naar binnen achter je bureau of in de auto.
  6. Je slaapt slecht, minder dan 8 uur per dag.
  7. Je bent moe en hebt weinig energie. ’s Avonds heb je geen puf meer om te sporten of mensen te ontmoeten.
  8. Je bent altijd gehaast en komt voortdurend tijd tekort.
  9. Je piekert veel en hebt veel zelfkritiek.
  10. Je hebt lichamelijke klachten; een hardnekkige verkoudheid, last van je maag, hoofdpijn, stijve nek.
  11. Je neigt naar verslavingen; meer koffie drinken of snoepen. Meer alcohol, roken of urenlang tv-kijken.
  12. Je bent minder productief en efficiënt dan vroeger, ook al maak je veel uren.
  13. Je neemt weinig rustmomenten.
  14. Je beweegt te weinig. Daar neem je de tijd niet voor.
Tips om burn-out te voorkomen
1  Zorg beter voor jezelf
Voldoende slaap, beweging, dagelijkse herstelmomenten, gezonde voeding en sociale contacten zijn belangrijke energiebronnen. Ga je daarop beknibbelen, dan kun je wachten op lichamelijke en mentale klachten. Zorg jij slecht voor jezelf, stel dan concrete doelen. En regel een stok achter de deur, zodat het niet bij goede voornemens blijft.  Vertel iemand wat je wanneer gaat doen en vraag hem jou ter verantwoording te roepen als je in de fout gaat. Dit helpt trouwens bij elke vorm van uitstelgedrag. Niemand geeft graag toe dat iets niet is gelukt.
2  Ga anders om met tijd
ga-beter-om-met-tijdEen to-do-lijst van hier tot Tokio? Altijd haast, opgejaagd en nooit genoeg tijd? Nog harder werken is niet de oplossing. ‘Als je haast hebt, wordt het tijd om te gaan zitten’, luidt een Chinees gezegde. Tijd om afstand te nemen en je af te vragen wat reden van dat eeuwige tijdgebrek is. Vind je het moeilijk om nee te zeggen en laad je telkens weer nieuwe taken op je bordje?  Of ben je nogal perfectionistisch en kost alles daarom zo veel tijd?
Nee zeggen
Met elke ja voeg je weer iets toe wat tijd en energie kost. De uitdaging voor notoire ja-zeggers ligt voor de hand: vaker nee zeggen. Zoek uit wat je tegenhoudt. Ben je bang dat anderen je dan niet aardig vinden of niet goed genoeg als je nee zou zeggen? Dat is misschien wat je denkt, maar zeker weten doe je dat niet. Wat je wel weet, is dat je afkoerst op een burn-out als je hier geen verandering in brengt. Wat je angst ook is, het maakt dat je jezelf ontzegt wat je het hardste nodig hebt: tijd en rust. Pak hem vast die angst, erken hem – en zeg nee. De wereld vergaat echt niet. Ben je zelf degene die telkens nieuwe ideeën bedenkt die je wilt uitvoeren, zeg dan vaker nee tegen jezelf. Je hoeft echt niet alles wat je bedenkt ook werkelijk te doen.
Goed is goed genoeg
Alles perfect willen doen, kost vreselijk veel tijd. Perfectionisme is hét recept voor uitputting en uitstelgedrag. Ook achter perfectionisme liggen angsten. Je krijgt geen stress omdat je niet perfect bent. Je krijgt stress omdat je perfect wilt zijn. Ook hier gaat het weer om het vastpakken van de angst erachter. Waar ben je bang? Stop met jezelf tegenwerken en veroordelen. Kies voor goed is goed genoeg. Perfectie bestaat sowieso niet. Het enige wat je harde werken en tijdrovende pogingen tot het benaderen van onmogelijke perfectie je opleveren, zijn slapeloze nachten, gebrek aan beweging, ontspanning en contact met je dierbaren. Waar je je dan weer schuldig over gaat voelen. Dat is het allemaal niet waard. Doe wat je binnen redelijke grenzen kunt doen en laat het daarbij. Misschien moet je dan uitstel vragen aan je baas of iets minder perfect werk leveren, maar dat is helemaal oké.
3  Stop met jezelf motiveren
Gebrek aan motivatie leidt meestal tot uitstelgedrag. ‘Morgen ga ik echt beginnen’, zeg je tegen jezelf. Maar morgen wordt overmorgen, volgende week, maand … de klussen hopen zich op. De stress neemt toe en de motivatie blijft uit. Heb jij last van gebrek aan motivatie? Deze tip zal je verrassen: Stop met proberen jezelf te motiveren om in actie te komen! Het werkt niet en geeft alleen maar meer stress. Je weet namelijk heel goed dat je in actie moet komen. Dat is het probleem niet. Het echte probleem is dat je ervan uitgaat dat je pas in actie kunt komen als je zin hebt om in actie te komen. Met die aanname heb je een extra barrière voor jezelf opgeworpen. Nu heb je jezelf naast de taak die je moet doen nog een veel moeilijkere taak opgedragen: zorgen dat je er zin in hebt.
Wat dan wel? Erken en benoem allereerst je negatieve emoties (je verveling, gebrek aan betrokkenheid, desinteresse). Dat alleen lucht al op. Je hebt die emoties nu eenmaal. Ze ontkennen of proberen weg te drukken, lukt toch niet. Kom vervolgens ondanks die gevoelens in actie. Met frisse tegenzin. Meestal verdwijnen die negatieve gevoelens dan ook. Misschien herken je dat wel van je administratie moeten bijwerken. Uiteindelijk ga je met tegenzin aan de slag. Eenmaal bezig valt het eigenlijk best mee. Mocht dat niet zo zijn, dan heb je in elk geval weer iets van je lijstje kunnen schrappen. Je hoeft geen zin te hebben of gemotiveerd te zijn om iets klaar te krijgen. Het enige wat je hoeft te doen, is beginnen.
4  Geef je innerlijke vriend het woord
Je innerlijke criticus ken je vast als je last hebt van stress. Dat luide kritische stemmetje in je hoofd dat voortdurend commentaar heeft, hoe je je best ook doet. Dat maakt onzeker, geeft stress en leidt tot een hoop gepieker omdat je de situatie telkens vanuit zijn gezichtspunt beschouwt. En denkt dat dát de waarheid is. Je hebt echter ook een innerlijke vriend, alleen kun je die door het geschreeuw van je criticus bijna niet horen. Geef dat milde, vriendelijke stemmetje ook het woord. Hij bekijkt zaken vanuit een ander perspectief en laat een ander geluid horen. Waarschijnlijk zegt hij dat je meer compassie met jezelf mag hebben, dat je goed bent zoals je bent en dat goed goed genoeg is. Vind je dat lastig, zo’n innerlijke dialoog? Bespreek je zorgen of problemen dan eens met mensen van wie je zeker weet dat zij er anders naar kijken of het niet met je eens zijn.
5  Zie een terugval als een leermoment
Een nieuwe gewoonte inslijten gaat niet vanzelf. Soms val je nu eenmaal terug in oud gedrag. Dan kun je het bijltje erbij neergooien. ‘Zie je wel, ik ben weer terug bij af. Waarom zou ik al die moeite doen.’ Opgeven is de makkelijkste manier. Maar dan maak je jezelf slachtoffer van de omstandigheden. Zie een terugval als een leermoment. Wat was de oorzaak van je terugval? Voerde je innerlijke criticus het hoogste woord? Heb je dingen uitgesteld omdat je zat te wachten op motivatie? Heb je toch ja gezegd tegen een nieuwe taak? Ging je toch weer voor een 10 of heb je geen herstelmomenten ingepland? Je weet dan waar jouw valkuil ligt. Dan weet je ook waar je vooral op moet letten om te voorkomen dat je erin stapt. Sta jezelf toe om fouten te maken. Veranderen gaat nu eenmaal met vallen en opstaan.gewoonte-inslijten
Het is trouwens onzin om te denken dat je bij een terugval weer terug bij af bent. Je hebt al heel wat stappen gezet. Het helpt om die bewijzen van vooruitgang een tijdje te noteren tot je nieuwe gewoonte echt is ingesleten. Daar kun je moed uit putten als het even tegenzit.
Ken je vrienden, familie of collega’s die dreigen op te branden? Help ze door dit artikel met ze te delen via de bovenstaande Social Media Knoppen.









Voorkom smartphonestress met deze   11 slimme tips


Voorkom smartphonestress met deze 11 slimme tips


Waar zou je zijn zonder jouw smartphone? Is jouw mobiele telefoon ook jouw beste ‘vriend’? Zoals in iedere relatie kunnen er op den duur spanningen ontstaan. Hoe voorkom je een smartphone verslaving? Lees in dit artikel hoe jij controle blijft houden in een wereld van digitale verleidingen.

Smartphonestress is een groeiend probleem
Voor menigeen voelt het vergeten van hun smartphone bijna hetzelfde als vergeten adem te halen. Je smartphone is je contactpunt met de buitenwereld, je agenda, je wekker, je doet er betalingen mee en zet er misschien zelfs je verwarming mee aan en uit. Als je je verveelt, speel je ermee en ’s avonds in bed bekijk je er nog een paar filmpjes op. Oh ja, en je belt ermee.
Al langer klinken geluiden dat een smartphone stress zou veroorzaken en een schadelijke invloed op de gezondheid heeft. Psychische gevaren zijn bijvoorbeeld het dwangmatig checken van e-mails, berichten en allerlei accounts zoals Facebook, Twitter, Instagram of LinkedIn. Wanneer een bericht binnenkomt, kunnen mensen zich verplicht of gedwongen voelen om hem te lezen en te beantwoorden.

Verslaafd voor je het weet
Jouw smartphone kan ook een verslavende werking hebben. Het schijnt dat maar liefst 10-12% van de smartphonegebruikers verslaafd is aan zijn of haar mobiel. Ze kunnen de hele dag door niet stoppen met op hun mobiel kijken. Het kan zijn dat iemand zelfs ’s nachts wakker wordt en de telefoon pakt om mails te lezen, filmpjes te kijken et cetera. Dat is ook niet zo vreemd, want een smartphone geeft onmiddellijke behoeftebevrediging. Als je behoefte hebt aan afleiding, heb je zo een filmpje of leuke Facebookpagina gevonden. Als je graag aandacht wilt, dan stuur je een paar appjes en hebt binnen de kortste keren reactie.
Met andere woorden: je wordt steeds direct ‘beloond’. Het hormoon dat hierbij vrijkomt, heet dopamine. Het zorgt voor een plezierervaring en maakt dat iemand steeds weer op zoek gaat naar dezelfde prettige ervaring. Dit hormoon houdt ook verband met andere verslavingen. De verslaving aan een smartphone wordt weleens vergeleken met een gokverslaving. Omdat de prikkels op onverwachte momenten binnenkomen, sluipt de verslaving er in voordat je het in de gaten hebt.

Andere stressfactoren die je moet kennen
Een mobiele telefoon kan je ook afleiden, bijvoorbeeld op je werk of in het verkeer. (Op het werk kan het ook een bron van stress zijn voor een werkgever, die soms veel betaalde werktijd verloren ziet gaan aan smartphonegebruik door werknemers …!). Een telefoon die aan staat, is bovendien een constante bedreiging voor je rust, want iedereen kan op ieder moment inbreken. Ook dit kan stress opleveren. Daarnaast remt het blauwe licht van een smartphone het slaaphormoon, waardoor je nachtrust verstoord kan raken. We komen hier verderop nog op terug.

Stralen is balen
De straling die een smartphone afgeeft, blijkt echter ook een belangrijke stressfactor te zijn. Twee Amerikaanse onderzoekers hebben vastgesteld dat dit invloed heeft op de cellen in ons lichaam. Door de elektromagnetische straling treedt er een stressreactie van de cellen op. Er kan ook DNA-schade door ontstaan. Bovendien wordt de straling in verband gebracht met depressie en andere psychische aandoeningen. Het onderzoek liet verder zien dat ook straling de productie van het slaaphormoon melatonine verstoort.
Er zijn verschillende stralingsfrequenties die een apparaat kan uitzenden. Voor wifi wordt hoofdzakelijk een microgolf-frequentie van 2,45 GHz gebruikt, evenals voor de magnetron trouwens. Naast het gebruik thuis, worden steeds meer van dit soort wifi-zenders in openbare ruimten geplaatst. Denk aan bibliotheken, winkelcentra, treinen et cetera. Ook bepaalde computerspelletjes werken dankzij een wifi-verbinding, evenals apparaten op kantoor en in het huishouden. In een uitgebreid onderzoek dat begin dit jaar verscheen[1], werden ruim 100 studies vergeleken die de uitwerking van deze veelgebruikte stralingsfrequentie hebben onderzocht.
Uit deze vergelijkingsstudie kwam een unaniem beeld naar voren dat de wifistraling die ook door je smartphone wordt uitgezonden, allerlei schadelijke gevolgen heeft voor zowel je psychische als fysieke gezondheid. Belangrijk om te noemen is dat de sterkte van de straling in alle gevallen onder de wettelijk toegestane hoeveelheid lag. In diverse studies werd het reeds hierboven genoemde effect van ‘celstress’ genoemd. Ook kwam naar voren dat de gifstoffen die je cellen aanmaken als reactie op de straling, een negatieve uitwerking hebben op het vermogen om te leren, dingen te onthouden, je aandacht en je gedrag.

Liever aan de kabel
Verder blijkt de straling een bedreiging te zijn voor de vruchtbaarheid, de hersenen en het DNA. Ook is het kankerverwekkend. Andere risico’s hebben betrekking op bijvoorbeeld het hart, de lever en de schildklier. Eén van de oplossingen die deze studie aandroeg, was dan ook het zoveel mogelijk gebruik maken van kabels in plaats van draadloos internet. Het negatieve effect op het leren, geheugen en gedrag maakte dat men scholen aanraadde om alle toepassingen met wifi te verwijderen uit de scholen. Een andere studie die de uitwerking van de wifistraling uit smartphones op het hart en de hersenen onderzocht, vond een verband met zeldzame vormen van hart- en hersentumoren.
Je wordt er niet bepaald vrolijk van als je leest wat de straling vanuit je telefoon allemaal doet met je lichaam. Op www.slapen.com worden ook nog enkele redenen genoemd waardoor een mobieltje stress kan veroorzaken. We noemden al het dwingende effect van berichtjes en dergelijke, waarbij je je verplicht kunt voelen om ze meteen te lezen en te beantwoorden. Mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel kunnen makkelijk in de verleiding komen om toch nog even iets op te zoeken voor hun werk of vast de stukken te lezen voor de vergadering van morgen. Maar denk bijvoorbeeld ook aan verhitte discussies of zelfs ruzies via Facebook of een ander medium. Ook hierdoor kan je telefoon een bron van stress zijn.

Je ligt er wakker van
Er lijkt bovendien een verband te zijn tussen het gebruik van mobieltjes en nachtmerries of wakker liggen ’s nachts. Eén van de redenen noemden we al, namelijk dat het blauwe licht ervoor zorgt dat het slaaphormoon melatonine wordt afgebroken. Hierdoor voel je je minder slaperig en val je minder makkelijk in slaap.
Een andere reden is dat veel mensen nog even een paar dingen op hun smartphone bekijken voordat ze gaan slapen. Het idee is dat dit ontspannend werkt, maar dat blijkt nou juist niet zo te zijn. Het zien van je mailbox herinnert je bijvoorbeeld aan zaken die je nog moet doen, berichten die je leest kunnen emoties oproepen en ook op andere manieren stimuleer je je hersenen om weer actief te worden. Het gevolg is dat je helderder wordt, in plaats van slaperiger. Beter is het om zo min mogelijk prikkels om je heen te hebben, zodat je in rust kunt gaan slapen. Ook dit kan veel stress voorkomen.

Wat kun je eraan doen?
Wat kun je nu doen om het stressvolle effect van je mobieltje te beperken? Laten we eerst eens kijken naar hoe je die stress-veroorzakende straling kunt verminderen.
  • Less is more. De allereerste tip, die mogelijk voor wat zuchten en steunen zorgt bij jou: gebruik je smartphone zo min mogelijk….(Duhh, zouden mijn dochters zeggen).
  • Houd je telefoon ook zo min mogelijk tegen je lichaam. Neem de telefoon mee in je tas als je ergens naartoe gaat en leg hem -als dat mogelijk is- bij je vandaan als je ergens binnen bent. (Maar leg bijvoorbeeld ook een iPad op tafel in plaats van op schoot.)
  • Gebruik air-tube oortjes of de luidspreker tijdens het bellen. Als dat niet mogelijk is, houd de telefoon dan een paar centimeter bij je oor vandaan, dus niet tegen je hoofd. Gebruik zoveel mogelijk een vaste telefoon met kabel. Ook kun je ervoor kiezen om je telefoon naar je huislijn door te schakelen zodra je thuis bent.
  • Wifi is een bron van straling en daardoor van stress. Gebruik daarom zo min mogelijk wifi op je telefoon. Op Google Android smartphones is het mogelijk om wifi automatisch te laten uitschakelen op het moment dat het beeldscherm uit gaat.
  • Zet je telefoon uit als je gaat slapen en leg hem het liefst ook in een andere ruimte neer. Mocht je hem echt als wekker nodig hebben, zet hem dan op de vliegtuigstand.
  • Een belangrijke tip is ook om je mobiele telefoon zo min mogelijk te gebruiken in kleine, metalen ruimtes. Denk aan een lift, maar ook een bus, trein of … de auto! Door de metalen constructie om je heen kaatsen de stralingsgolven als het ware heen en weer, waardoor je er nog meer aan wordt blootgesteld.
  • Is je vaste telefoon ook draadloos en wil je dat graag zo houden? Gigaset biedt zogenaamde ‘Eco-DECT telefoons’. Deze zijn 100% stralingsvrij als ze stand-by staan en wanneer je ermee belt, verlaagt de telefoon de straling met zo’n 80%. Schakel ook wifispots uit. Voor wie over dat laatste een uitleg wil: klik hier.
  • Zet ’s nachts je wifi uit. En gebruik een stralingsarme router. Deze geeft wel 90% minder straling af.
  • Bel zo min mogelijk als je weinig bereik hebt. De telefoon gaat dan nog harder ‘zijn best doen’ om verbinding te maken en geeft hierdoor extra veel straling af.
  • Gebruik altijd zoveel mogelijk een internetkabel en zo min mogelijk draadloze verbindingen.
  • Kinderen zijn kwetsbaarder voor straling dan volwassenen. Hun dunnere schedel maakt dat straling vanuit telefoon dieper de hersenen binnendringt. Zorg er dus voor dat kinderen zo min mogelijk mobiel bellen.

Nog andere stralingsbronnen
Goed om te weten is dat er naast de smartphone dus ook andere stralingsbronnen in huis zijn, die hetzelfde effect hebben. Wel is hun effect waarschijnlijk minder, omdat je deze apparaten vaak korter en minder dicht bij je in de buurt hebt. Voorbeelden zijn een laptop, (spel)computer, tablet, draadloze printer, wifi router, dect telefoon, smart tv, slimme meter en slimme thermostaat, magnetron, inductiekookplaat, slimme wasmachine of -droger en de zender en ontvanger van de babyfoon. Voor al deze apparaten geldt hetzelfde: zo min mogelijk gebruiken, zo ver mogelijk bij je vandaan houden en als het kan ’s nachts uitschakelen.

Meten is weten
Als je merkt dat je smartphone een verslavende werking op je heeft, doe er dan echt iets aan. Er bestaat bijvoorbeeld een  ‘BreakFree’ app die precies bijhoudt hoe vaak je de telefoon ontgrendelt, hoeveel minuten (of uren …) je op je telefoon besteedt, etc. Door het voor jezelf visueel te maken, groeit ook het bewustzijn dat je niet goed bezig bent. En daarmee hopelijk de motivatie om er iets aan te doen. Stel grenzen aan het gebruik van je mobiel. Zet hem ook periodes uit en betrek mensen die je vertrouwt in jouw battle tegen smartphoneverslaving en smartphone-stress.
Wat je verder nog kunt doen, is ervoor zorgen dat je een telefoon hebt die zo min mogelijk straling afgeeft. Alhoewel geen enkele smartphone qua straling goed is voor je gezondheid, zitten er wel grote verschillen tussen. Zoek hier eens naar op internet, er zijn beslist lijsten te vinden met stralingsarme telefoons.
Als laatste nog een tip: eet ook gezond. Op deze manier versterk je het vermogen van het lichaam om de schade door straling te herstellen. Antioxidanten zijn hiervoor belangrijk. Ook hierover kun je veel op het internet vinden.
Al met al geen vrolijk verhaal. Ik wil beslist jouw digitale vriend(in) niet afpakken. Maar ik gun je een leven met zo min mogelijk stress. Stralen kan je op zoveel verschillende manieren, daar heb je niet altijd een wifi-verbinding voor nodig.

Welke suggesties heb je voor de andere lezers van deze blog? Deel ze hieronder in het reactievak.
Ik waardeer het wanneer je dit artikel verspreid onder je vrienden, door middel het klikken op een van de social mediaknoppen.