Natuur rondom Hattem
Algemene Veen, Hoenwaard en Wiesenbergse Kolk zijn drie afwisselende
kleine natuurgebieden in het IJsseldal ten oosten van Hattem.
Hier komen de dynamiek van de rivier en de rust van de heide samen.
Geschiedenis
Tussen de hooggelegen Veluwe en de laaggelegen rivier ontstonden in
de laatste ijstijd zogenaamde ‘dekzandruggen’. Dat zijn langgerekte
zandbanken van vaak wel een paar meter hoog. De Hezenberg is hiervan een restant.
Bij het Algemeen Veen brak de rivier door een dergelijke zandrug.
Zo ontstonden de typische kolken in dat gebied. Dit soort ‘natuurlijke’
kolk is bijzonder: op andere plaatsen ontstaan kolken na dijkdoorbraken.
Afwatering
De Wiessenbergse Kolk en de Hoenwaard maken deel uit van de uiterwaarden van de IJssel. Ze liggen in een laagte tussen de stuwwal van de Veluwe en de wal langs de rivier.
Hier liggen veel oude richels en droge rivierbeddingen.
Het gebied is sinds de middeleeuwen bewoond.
Na de eerste dijk om het dorpje Hattem werd aan het eind van de 14e eeuw
begonnen met het graven van afwateringen en verbindingswegen,
zoals de Veluwse Wetering en (in 1829) het Apeldoorns Kanaal.
Geulen
Tot de aanleg van de kribben in de IJssel in de 18e eeuw kon de rivier zich hier vrij
verplaatsen. De rivier slingerde niet, maar stroomde door de parallel liggende geulen in
het gebied. Pas in de 20e eeuw werden de laatste broekgronden (natte gebieden)
rondom Hattem ontgonnen. De uiterwaardengebieden worden sinds 1981 door
Het Gelders Landschap beheerd, het Algemene Veen werd in 2000 aangekocht.
Uiterwaarden en heide
In het meest noordelijke puntje van Gelderland raakt de Veluwe het IJsseldal.
Hier liggen twee bijzondere uiterwaarden en een hoger gelegen heidegebied
met onder meer jeneverbesstruiken. De invloed van ijs,
wind en water zijn goed in het landschap te zien.
Ook de latere ingrepen van de mens in het gebied zijn goed zichtbaar.
Dieren
De twee uiterwaardengebieden zijn een paradijs voor water- en weidevogels.
Enkele van de meer zeldzame soorten zijn roerdomp, blauwe kiekendief, kwartelkoning en ijsvogel.
In de winter is de Wiessenbergse Kolk een toevluchtsoord voor de kleine zwaan.
In de plassen van dit gebied komen de kleine modderkruiper en de kleine watersalamander voor.
Veluwe
In het Algemene Veen komen veel typische bos- en heidesoorten voor:
ree, konijn, vos en specht. Langs het Apeldoorns Kanaal vindt u
ijsvogels en reigersoorten. Het gebied vormt een natuurlijke overgang tussen
de Veluwe en de rivier. Er wordt gewerkt aan de verbetering van die verbinding,
zodat bijvoorbeeld edelherten en andere dieren van de Veluwe naar de
uiterwaarden kunnen trekken.
Natuurontwikkeling
De heide van het Algemene Veen wordt opengehouden door begrazing met schapen en oude koeienrassen.
Er wordt gewerkt aan de terugkeer van de knoflookpad in het gebied rond de kolken.
Dit is een zeldzame paddensoort die hier tot 1994 voorkwam.
Ook voor het behoud van de jeneverbesstruik worden speciale maatregelen genomen.
Regionaal belang
In de twee uiterwaarden heeft het water grotendeels vrij spel.
Zo blijft dit gebied gevarieerd. De drie natuurgebieden zijn relatief klein,
maar hebben toch een regionaal belang. Ze vormen de overgang van de droge en
voedselarme Veluwe naar de natte en voedselrijke uiterwaarden.
Er wordt gewerkt aan het verbeteren van die verbinding,
zodat dier- en plantensoorten zich op een natuurlijke manier kunnen verplaatsen.
Wandelen
Hezenberg
Vanaf het dijkje langs het Apeldoorns Kanaal heeft u een mooi uitzicht over de plassen,
houtwallen en graslanden van de Hoenwaard en de Wiessenbergse Kolk.
Bij hoog water staan deze uiterwaarden grotendeels onder water.
Alleen de Hezenberg en de wal langs de IJssel steken er dan nog bovenuit.
Broekgronden
Achter de dijk ligt een oud ontginningsgebied, het Algemene Veen.
Het is een restant van de oorspronkelijke –natte– broekgronden rond Hattem.
Het is een afwisselend gebied met veel hoogteverschillen.
Op het hoge zand groeit heide, bos en struikgewas.
In de lager gelegen delen liggen enkele opvallende waterpartijen, ‘kolken’.
Het Algemene Veen is één van de weinige plaatsen in ons land waar u kunt
wandelen in het ‘jeneverbesstruweel’.
Deze conifeer is zeldzaam in Nederland.
Sommige van de jeneverbesstruiken zijn bijna 100 jaar oud.
De bekende Nederlandse botanicus en natuurbeschermer
Jacob Heimans (1889-1978) beschreef al in 1938
de jeneverbesstruiken in het Algemene Veen.
Planten
Ook in het uiterwaardengebied komen zeldzame planten voor.
Zo is er op de zanderige grond van de Hezenberg in de Hoenwaard
een waardevol schraal graslandtype te vinden, met plantensoorten
als echte kruisdistel, echt walstro en sikkelklaver.
Ook de kleine bevernel en slangelook komen hier voor.
Bij de kolken in het Algemene Veen zijn onder meer borstelgras en wateraardbei
te vinden. Op de drogere hei staan groepjes oude jeneverbesstruiken,
vaak uitgegroeid tot dicht bij elkaar staand struweel.
Dynamisch
De Wiessenbergse Kolk is een veel jonger en dynamischer gebied.
Deze uiterwaard is nog volop in ontwikkeling. Toch komen hier ook al
bijzondere soorten voor, zoals holpijp, naaldwaterbies, schildereprijs,
waterkruiskruid en zwanebloem.
Hier groeit ook het zeldzame gesteeld glaskroos, dat voor het laatst in 1962
op de Veluwe werd aangetroffen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten