vrijdag 1 november 2019

Iedereen vegetariër? Dat is helemaal niet nodig voor een beter milieu

Iedereen vegetariër? Dat is helemaal niet nodig voor een beter milieu

Als vegetariër wel kaas, maar geen vlees. De hamvraag: wie van hen is de grootste vervuiler? En wie is de grootste dierenbeul?

Een rapport van het klimaatpanel van de VN was in augustus 2019 het zoveelste dat aanraadt om vlees te minderen. Het is inmiddels geen verrassing meer dat de productie van vlees enorme gevolgen heeft voor het milieu. Laten staan dus, die hamburger.
Maar ho eens even, vegetariërs eten ook dierlijke producten. Kaas, melk en eieren groeien niet aan de boom. Daar is ook vee voor nodig. En als die melkkoeien en leghennen doodgaan, kun je ze net zo goed opeten. Is vlees eten wel zo erg?

Waarom zou je melkkoeien na hun pensioen niet opeten?

Ook op de Quest-redactie zijn vegetariërs. Zoals redacteur Emmeke Bos. Tijdens borrels negeert ze de schaal met dood dier, in de vorm van bitterballen, plakjes chorizo en droge worst. Maar de blokjes kaas gaan er wel in. Gevulde eitjes en vette kaassoufflés slaat ze ook niet af.
Hypocriet, vindt redacteur Paul Serail. Want voor kaas zijn koeien nodig. Waarom zou je de dieren na hun pensioen niet opeten?
Eigenlijk, vindt Paul, doe je als vleeseter niets anders dan het afval van de melkdrinkers opruimen. Zelf eet hij geen eieren en geen zuivel, want daar is hij allergisch voor. Vlees eten doet hij wel. Dieronvriendelijk? Welnee. Het dierenleed ligt volgens Paul op het bord van de melkdrinkers. Van Emmeke dus. O ja joh? Vleeseter of melkdrinker: wie is de grootste dierenbeul?

Wat is erger voor het milieu: vlees of zuivel

‘Tja’, reageert Theun Vellinga, ‘het is maar op wie je de verantwoordelijkheid afschuift.’ Vellinga is veehouderijonderzoeker aan Wageningen UR. Het klopt deels wel dat vleeseters de resten van melkdrinkers en kaaseters opeten, zo rekent hij voor. Onze melkkoeien gaan na hun pensioen inderdaad naar het slachthuis. En ook het gros van de kalfjes eindigt aan de vleeshaak. ‘Jullie hebben elkaar nodig’, zegt Vellinga.
Zonder vlees geen kaas. Tegenover elke liter melk staat ongeveer 25 gram vlees, berekende Vellinga. Die 25 gram is inclusief botten, het slachtgewicht dus. Voor een kilo kaas is ongeveer tien liter melk nodig. Voor elke kilo kaas die Emmeke eet, kan Paul dus 250 gram dode koe krijgen.

Nederland importeert rundvlees uit het buitenland

Dat tikt niet echt aan, die 250 gram voor elke tien liter melk. Er zijn dan ook te weinig uitgemolken melkkoeien om alle vleeseters hun burgers en biefstukken voor te kunnen schotelen. ‘We importeren rundvlees uit bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Amerika en Argentinië’, zegt Vellinga. ‘Dat komt van koeien die gefokt zijn voor hun vlees.’ Die geven nog geen liter melk.
Dat is slecht nieuws voor Paul. Bij vleeskoeien komen al het dierenleed, het gekapte regenwoud en alle methaanscheten op de rekening van de vleeseter. Hoe weet je of het stuk op je bord van een opgefokte vleeskoe komt of dat het een restje melkfabriek is? ‘Over het algemeen komen de luxe stukken vlees van vleeskoeien, zoals een mooie biefstuk.
Hamburgers van McDonald’s worden daar echt niet van gemaakt.’ Inderdaad. De entrecotes, kogelbiefstukken en riblappen van supermarkten Lidl en Plus komen van buitenlandse vleeskoeien, staat op de verpakking. Slik. Dat wordt dus gehakt eten. En toch maar wat vaker naar de Mac.

Zeventig procent van de landbouwgrond is voor veeteelt

Moeten we, om het milieu te redden en dierenleed te voorkomen, niet gewoon allemaal veganist worden? Dan eet je alleen maar plantaardig. Ook melk, eieren en kaas verdwijnen dan van het menu. Dat is niet per se nodig, volgens hoogleraar dierlijke productiesystemen Imke de Boer van Wageningen UR. Al zeggen veel onderzoeken van wel. Dat zijn berekeningen van de broeikasgassen die er de lucht in gaan voor een kilo koe of kip, al het water dat verbruikt wordt en de nodige landbouwgrond.
De Boer: ‘Daar komt uit dat een kilo rundvlees vele malen slechter is dan een kilo kip. Kijk je daarnaar, dan moet je dus kip eten in plaats van koe, en kun je nog beter vegetariër of veganist worden.’
Maar daar denkt De Boer dus anders over. Haar uitgangspunt is: zo weinig mogelijk grond gebruiken om ons eten te verbouwen. Op het moment wordt meer dan zeventig procent van de landbouwgrond gebruikt voor veeteelt: weilanden met koeien maar ook uitgestrekte akkers vol mais, dat voedsel is voor dieren. Zo is een derde van het graan dat we wereldwijd verbouwen veevoer, terwijl het veel efficiënter is die granen zelf op te eten.

Als iedereen veganist wordt, is er meer landbouwgrond nodig

‘Producten die wij zelf kunnen eten, moet je niet aan dieren geven.’ Wat moeten we ons vee dan voeren? De Boer legt uit dat het verbouwen van mensenvoer vanzelf diervoer oplevert. Zo blijft van suikerbieten bietenpulp over. Stro bestaat uit de stengels van granen en de frietfabriek blijft zitten met aardappelschillen. Mensen eten dat niet. Maar voer je de reststromen aan dieren, dan brengen ze melk, eieren en vlees op tafel.
‘Als iedereen veganistisch eet, kun je die reststromen niet benutten. De voedingsstoffen die je uit vlees kunt halen, moeten dan uit planten komen.’ Daarvoor is wereldwijd meer landbouwgrond nodig dan voor een beperkte veeteelt op basis van reststromen.

Mensen zouden niet meer dan 23 gram dierlijk eiwit per dag moeten eten

Goed, ons vee eet deels plantenresten die wij niet lusten. Daarnaast zouden we eten dat we weggooien kunnen omzetten in brokken voor dieren, stelt De Boer. Dan hebben we in totaal minder grond nodig om ons eten te verbouwen dan nu. Er komt bij dat veel grond niet geschikt is voor akkerbouw, maar wel als grasland. Mensen eten geen gras, maar koeien en andere herkauwers doen het er goed op. Als we vee alleen ons afval voeren en laten grazen op grasland, hoeveel vlees, kaas en eieren kunnen we dan eten elke dag?
Het is het handigst om dieren te houden die een dagelijks product leveren, zegt De Boer. ‘Melk of eieren bijvoorbeeld.’ Het bijbehorende vlees kun je vervolgens opeten. En dan? Gebaseerd op onze plantaardige reststromen kun je per persoon ongeveer 23 gram dierlijk eiwit per dag produceren, heeft De Boer berekend.
Uhm, hoeveel melkkoebiefstukken zijn dat? ‘We eten op het moment ongeveer 52 gram dierlijk eiwit per dag.’ Dat is meer dan we nodig hebben, dus we kunnen minderen. ‘23 gram is ongeveer een beker melk per dag en zeventig gram vlees, en om de dag een eitje.’ Honderd gram vlees op een dag kan ook, tipt De Boer, ‘als je niets anders aan dierlijk product eet’.

Voorlopig is vlees eten nog steeds niet goed voor het milieu

Hoe pakt dat uit voor ons tweeën? Emmeke kan zich bij de volgende Quest-borrel aardig goed op het kaasplankje storten: na ongeveer tien blokjes jonge Goudse kaas zit ze aan haar 23 gram dierlijk eiwit (dan moet ze wel ’s ochtends de yoghurt laten staan).
Paul kan losgaan op de bitterballen. 23 gram eiwit komt neer op ongeveer honderd gram vlees. Er zit maar een paar gram vlees in zo’n bolletje, dus kom maar door met die schaal. Maar o jee, ons vee leeft nog niet op reststromen. In de Amazone wordt nog volop regenwoud platgebrand voor landbouwgrond. Dat wordt dus toch worteltjes met hummus en zoute stokjes. Voor allebei.

Lekker in de file: dit is het effect van regen op het verkeer

Lekker in de file: dit is het effect van regen op het verkeer

Weinig mensen worden gelukkig van regen, maar op de Nederlandse snelweg vind je tijdens een bui pas écht chagrijnige gezichten. Want als het regent, staat er file. Waarom?

Iedereen weet hoe laat het is als het hemelwater met bakken uit de lucht komt vallen. Je hebt er helemaal geen zin in, maar je moet met de auto naar je werk. Je favoriete radiozender maakt nog iets goed, maar al die remlichten pal voor je neus maken je met de minuut zuurder. Waarom rijdt niemand door? Je auto smelt heus niet van die druppels. Waarom staan we dan stil?

Mensen rijden langzamer als het regent, met file tot gevolg

Allereerst: rijden op een nat wegdek is gevaarlijker dan rijden op een droog wegdek. Volgens de Federal Highway Administration, een divisie van het Amerikaanse ministerie van Transport, vindt 75 procent van de weer-gerelateerde ongelukken plaats op een nat wegdek. Ook vergroot de regen de kans dat je crasht met 71 procent. En, verrassing: als ergens een ongeluk gebeurt, ontstaat er vanzelf een file.
Daarnaast rijden mensen langzamer als het regent. Lichte regenval maakt dat automobilisten op de snelweg twee tot dertien procent langzamer gaan, aldus de Federal Highway Administration. En hoe harder het regent, hoe langzamer we rijden. Tijdens een hevige tegenbui neemt de snelheid tussen de drie en zeventien procent af.
In 2003 onderzocht Brian L. Smith van de University of Virginia (VS) wat regen precies doet met het snelwegverkeer. Hij zag dat door een lichte bui de verkeerscapaciteit (ofwel: hoeveel auto's een weg per uur maximaal aankan) met vier tot tien procent afneemt. En als het met bakken uit de lucht komt, kan de weg 25 tot 30 procent minder verkeer aan. Dat het verkeer vastloopt, is dan ook niet zo verwonderlijk.

De snelheidsverschillen op de weg zijn groter als het regent

Kort gezegd: als het regent rijden we langzamer, gebeuren er meer ongelukken en de doorstroom op de weg wordt minder. Allemaal redenen om je rempedaal dieper in te drukken.