donderdag 13 oktober 2016

Zo gezond is een middagdutje



Zo gezond is een middagdutje

De wonderen van het hazenslaapje

Je ogen vallen dicht en je dommelt weg. Even soezen, tukken of een uiltje knappen: rond een uur of twee klinkt deze bezigheid je als muziek in de oren. Toch staat het dutje bij Nederlanders niet vaak op de planning. Zes redenen waarom je vaker weg zou moeten doezelen.

1. Je voelt je fitter

Een middagdutje wordt niet voor niets een powernap genoemd. Twintig minuten is al genoeg om even bij te tanken en je minder slaperig te voelen. Na zo’n dutje kun je er weer fris tegenaan. Je bestrijdt hiermee niet alleen je vermoeidheid: je zorgt zo ook dat je je mentaal beter voelt. Door even je ogen te sluiten boost je je energielevel en ga je opgewekter en vrolijker door het leven. Of je nu echt in slaap valt of twintig minuten rust en ontspant, de positieve gevolgen blijven hetzelfde, blijkt uit onderzoek. Blijf dus vooral nog even liggen.

2. Je kunt je beter concentreren

Amerikaans ruimtevaartinstituut NASA is een groot voorstander van de powernap. Het instituut onderzocht de samenhang tussen prestaties en middagdutjes. Na een powernap van 25 minuten waren de medewerkers van NASA 54 procent alerter: ze reageerden sneller op vragen en konden situaties beter overzien dan de medewerkers die geen middagdutje deden. De prestaties van de slapers verbeterden met wel 34 procent.
Ondertussen zijn middagdutjes een vast onderdeel in het dagprogramma van de trainers en piloten. Gek is het niet: door je volledig te ontspannen is het makkelijker om je daarna weer op lastige opdrachten te richten. Na zo’n wonderslaapje ga je weer geconcentreerd aan het werk en neem je informatie beter op.   

3. Je bloeddruk daalt

Heb je last van een hoge bloeddruk? Griekse doktoren analyseerden het siĆ«stagedrag van 386 mannen en vrouwen met een hoge bloeddruk. De mensen die overdag een dutje deden, hadden een 11 procent lagere hartslag en hun bloeddruk lag gemiddeld 5 procent lager. Ook hadden de middagslapers over het algemeen een gezonder hart, dit betekent dat zij minder risico lopen op een hartaanval. Een dagelijks hazenslaapje kan dus mogelijk een deel van de medicijnen vervangen, aldus de artsen van het Asklipieio Voula ziekenhuis.

4. Je krijgt een beter geheugen

Door even weg te dommelen verbeter je je denkvermogen. Proefpersonen die overdag 100 minuten sliepen, presteerden daarna beter bij geheugentests dan mensen die vooraf niet hadden geslapen. Volgens onderzoekers Matthew Walker en Robert Stickgold van Harvard Medical School komt dat omdat je tijdens je dutje de tijd krijgt om kennis te ordenen. Je hersenen verplaatsen informatie van je kortetermijngeheugen naar je langetermijngeheugen. Bij mensen die niet slapen, raakt het kortetermijngeheugen overvol en kan er geen nieuwe informatie meer bij.

5. Je bent creatiever

Het advies ‘slaap er een nachtje over’ heb je misschien al eens gekregen. Maar als je creativiteit je in de steek laat op de dag van de deadline, heb je weinig aan de ideeĆ«n van morgen. Ook dan is het nuttig om overdag even weg te dutten. Slaap zorgt ervoor dat je loslaat waar je mee bezig bent terwijl het je hersenen op hetzelfde moment wakker schudt. Nog voordat de REM-slaap (diepe slaap) is bereikt, kunnen mensen hun problemen al beter oplossen. Dat blijkt uit onderzoek van de Engelse professor Richard Wiseman. Je powernap hoeft dus helemaal niet lang te duren om het creatieve proces weer op gang te zetten.

6. Je hebt minder stress

Slaap is stressverlagend en door overdag te slapen heb je minder kans op een burn-out, zegt het Amerikaanse National Institute of Mental Health. Een korte nap vermindert gevoelens van irritatie en frustratie. Bovendien geef je jezelf met een middagdutje de tijd om alle zaken op een rijtje te zetten. Je stopt met je bezigheden, zet je lichaam even op pauze en herpakt je rust. Problemen waar je voor je dutje heel erg tegenop zag, zijn met een frisse blik goed op te lossen.

woensdag 12 oktober 2016

Hoeveel water drinkt een dier ?

Hoeveel water drinkt een dier?


Bijna iedereen weet ondertussen wel dat een mens 1,5 tot 2 liter water per dag nodig heeft om zijn of haar vochtgehalte op peil te houden. Maar weet jij ook wat een dier aan vocht nodig heeft? Een koe die veel melk levert kan op een warme dag wel 150 liter water drinken en een klein muisje heeft maar 6 milliliter nodig

Grote verschillen per dier

Een groot dier heeft natuurlijk meer water nodig dan een klein dier. Maar het maakt ook uit waar het dier zich bevindt: een paard op stal drinkt zo’n 37 liter water per dag, maar een paard in de wei een stuk minder. Hoe dit komt? Er zit al veel water in gras! Het maakt ook uit of het dier een mannetje of vrouwtje is: een mannetjesschaap (ram) drinkt wel 15 liter water op een dag, terwijl een vrouwtje (ooi) maar 4 liter drinkt.

Hoeveel drinkt jouw huisdier?

Een gemiddelde kat heeft ongeveer 250 milliliter water per dag nodig. Een hond ongeveer 1,5 liter, maar als jouw hond heel actief is of als het een hele warme dag is kan dit oplopen tot wel 15 liter. Een konijn dat elke dag brokjes krijgt, heeft ongeveer 100 milliliter aan water per dag nodig. Zit jouw konijn veel in het gras of geef je het veel groenvoer? Dan heeft hij maar weinig nodig: zo’n 5 milliliter water per dag.

Genoeg drinken

Al met al, drinken wij als mens een stuk minder dan sommige dieren. Maar als wij net zo weinig zouden drinken als een muis zou het snel afgelopen zijn met ons. Met 1,5 tot 2 liter water zit je meestal goed. En luisteren naar je dorstgevoel werkt vaak ook prima! Voor je huisdier geldt: zorg dat het altijd toegang heeft tot kraanwater in een flesje of een bakje, dan kan het altijd genoeg drinken.

maandag 10 oktober 2016

Constant achter een schermpje: hoe erg is dat?

 Constant achter een schermpje: hoe erg is dat?

Goed voor dagelijkse discussies en soms zelfs ruzie: hoe lang mogen de kinderen online? Weekend Magazine zoekt uit wanneer veel gamen en facebooken te veel is. “Het is een generatiekloof.”
“Mama, mag ik een filmpje?” Deze vraag hoor ik minimaal twee keer per dag. Mijn dochter van 6 kan de hele dag filmpjes kijken. Ze klikt zelf een nieuw YouTube-filmpje aan als ik haar favoriete serie heb opgezocht en zolang ik haar niet achter het scherm vandaan haal, zit ze er de hele dag achter. Ik vraag haar waarom ze zo graag naar filmpjes kijkt. “Dat vind ik gewoon het allerleukst. Dan kan ik lekker chillen.” Ze beschouwt het als een rustmoment tussen de drukke schooldag, speelafspraakjes en dansles in.
Zelf vind ik de drukke animatiefilmpjes met schelle stemmetjes niet echt rustig. Bovendien ikomt uit meerdere onderzoeken dat veel beeldschermgebruik schadelijk kan zijn, voor houding (de smartphonebochel) en nachtrust. Ook kan het slecht zijn voor hun motoriek en kunnen ze dik worden door het gebrek aan beweging. En dat zijn dan alleen nog maar fysieke gevolgen. Voor kinderen op de basisschool geldt daarom de richtlijn: niet langer dan twee uur per dag. Ik vraag me regelmatig af hoe dit over een paar jaar gaat als mijn dochter haar eerste smartphone krijgt en huiswerk op de computer moet maken. Is ze er dan nog wel achter vandaan te krijgen? Hoe doe je dat?
Excessen
Hoewel ik in mijn omgeving veel ouders hoor klagen over het smartphone- en computergebruik van hun kinderen, blijken excessen niet vaak voor te komen. De kinderen van twee vrienden bestelden ongemerkt voor tientallen euro’s online game-accessoires. Het werd vooral een goede les in omgaan met geld, want de kids draaiden zelf op voor de kosten. De dochter van een oud-collega ging over de schreef met een te blote selfie. Die werd massaal verspreid via sociale media. Het liep met een sisser af en de foto werd verwijderd.
Veruit de meeste discussies tussen tieners en hun opvoeders blijken te gaan over ‘schermentijd’: hoe lang mag een kind online zijn. Zo ook bij mijn collega Astrid. Met haar dochters van 17 en 19 moet ze regelmatig het gesprek aangaan over wanneer de telefoon echt weg moet. “Aan tafel moeten alle apparaten weg en ook tijdens andere sociale activiteiten. Bij het huiswerk maken heb ik het allang opgegeven. Ik heb vaak gevraagd hoe ze zich nu kunnen concentreren met drie schermen voor zich. Ik weet dat ze daardoor langer over hun huiswerk doen dan nodig. Maar het is een feit dat ze bij veel opdrachten de computer nodig hebben, dus ik kan het moeilijk verbieden.”
De prestaties van de dochters van Astrid lijden er niet onder. Het altijd online zijn heeft ook positieve kanten, vindt zij. “Ze zijn veel beter op de hoogte van het nieuws dan wij vroeger. Hun wereld is veel groter, dat is mooi om te zien.”
Maar in hoeveel gevallen leidt overmatig online zijn tot problemen? Meisjes gaan vooral op in Facebook, Whatsapp, Instagram, Skype of Youtube. 17 procent van de jongeren zegt zelf verslaafd te zijn aan sociale media. Van de meisjes is 14 procent zelfs elke dag 5 uur of langer actief op sociale media. Onder jongens is dit 6 procent. Maar dat ze zeggen verslaafd te zijn, hoeft niet te betekenen dat ze dat ook echt zijn. Om verslaafd te zijn moet je continu online willen zijn, minder offline sociale contacten onderhouden en slechter presteren op school. Sommige kinderen raken zelfs depressief, zonderen zich af en reageren niet meer op hun omgeving. 

Gameverslaving
Bij puberjongens is gamegedrag vaker een probleem. Trimbos Instituut verfilmde het verhaal van een gezin met twee gameverslaafde zoons. Te zien is hoe Leon ’s morgens om zes uur opstaat om direct zijn computer aan te zetten. Zijn vrienden van de “guilt” zijn ook al op, klaar om te gamen. Als hij zijn moeder op de gang hoort, duikt Leon snel weer in bed. Ze mag niet weten dat hij al achter de computer zit. Zijn broer, die hem even later roept voor het ontbijt, negeert hij voor het gemak en als zijn vader hem komt halen is het inmiddels half tien geweest. Het verhaal van Leon en zijn ouders Peter en Anja is uit het leven gegrepen.
Het bijzondere van het drieluik is dat het niet alleen de zorg van de ouders laat zien, die door werk- en familieomstandigheden veel van huis zijn, maar ook het perspectief van de kinderen. Leon voelt zich thuis bij zijn gamevrienden, iets dat hij mist bij zijn judomaatjes die hij door het vele gamen al een maand niet heeft gezien. “Die praten alleen maar over meisjes.”
Dit geluid hoor je ook terug in een compilatie van interviews met jonge gamers op Gameninfo.nl. Het geeft mooi inzicht in hoe te veel gamen sociale problemen kan veroorzaken. “Als mijn ouders betere afspraken met mij hadden gemaakt dan was ik niet van de Havo naar het VMBO gegaan, denk ik.” Tegelijkertijd horen we wat het de jongeren brengt: nieuwe contacten, vaardigheden en plezier.

Voor veel ouders is juist dit moeilijk voor te stellen. Want echte sociale contacten zijn toch veel belangrijker? En sporten is toch veel beter dan achter die computer zitten? Daar zit wat in en wie er even induikt vindt genoeg literatuur die dit onderstreept, zoals Reclaiming Conversation: The Power of Talk in a Digital Age van Shelley Turkle en wetenschappelijke studies die obesitas direct linken aan TV-kijken en zitten achter een scherm.

De sleutel
Daarom hebben opvoeders de neiging in de “zie je wel!”-houding te schieten als ze hun kinderen aanspreken op gedrag. En dat is niet verstandig, zegt Ferry Goossens, bij het Trimbos-instituut medeverantwoordelijk voor de website en infolijn Gameninfo.nl. “Soms is er echt sprake van een generatiekloof.” De ouders zijn grotendeels opgegroeid in een tijd dat internet er nog niet was en computerspelletjes nog vrij simpel en lang niet zo populair waren. “Daarom raden we opvoeders aan zich eerst te verdiepen in de games die hun kinderen spelen, daar ligt de sleutel voor de oplossing. Als je op een positieve manier op zoek gaat naar wat je kind leuk vindt aan het spelen, helpt dat om het gesprek op gang te brengen. Gamen is niet alleen maar slecht, kinderen vinden er afleiding en spanning en kunnen hun fantasie de vrije loop laten.”
Dat kinderen veel tijd aan games besteden hoeft dus niet erg te zijn. Er zijn ook veel voordelen: gamen prikkelt de creativiteit, leert je snel beslissingen te nemen, verbetert je ruimtelijk inzicht en je reactiesnelheid en kinderen leren samenwerken.        

Dagdromen
Maar toch. Kan de voorliefde voor schermen een voorbode kan zijn voor problemen op latere leeftijd? vraag ik me af als ik naar mijn dochter kijk. Ik vraag het Justine Pardoen, specialist mediaopvoeding Bureau Jeugd & Media en hoofdredacteur van Ouders Online. “Dat hang ervan af wat voor rol de media straks in haar leven spelen en hoe jij er als ouder mee omgaat. Als media een middel zijn om problemen of taken uit de weg te gaan, is de kans groot dat dit op haar 14de ook nog zo is. Maar als jij samen met je kind filmpjes kiest en meekijkt, dan is dat juist essentieel voor de mediaopvoeding. Dan leert ze dat het leuk is om erover te praten. Filmpjes kunnen zeker ook de functie van dagdromen hebben, dus het kan goed zijn dat het helpt haar hoofd leeg te maken.”
Dit antwoord stelt mij enigszins gerust. Ook omdat ik voor het slapengaan altijd vraag wat ze het leukste vond die dag. Tot nu is het antwoord meestal iets van: “Ik vond het op school het allerleukst”, “spelen met Roos” of “toen je me kwam ophalen”. “Filmpjes kijken” zit er nooit tussen. Met de opvoedtips in mijn achterhoofd hoop ik dat vast te houden.

Tips voor ouders
Gamen wordt problematisch als bijvoorbeeld de schoolprestaties eronder lijden, een kind somber of geagiteerd gedrag vertoont, agressief wordt en/of vrienden negeert. Trimbos geeft tot slot een aantal praktische tips aan ouders die grotendeels ook op sociale media van toepassing zijn:
  • Kijk mee met het spel dat een kind speelt om een idee te krijgen of het geschikt is voor zijn/haar leeftijd
  • Stel grenzen: maak duidelijke afspraken over hoe lang en op welke tijdstippen gegamed mag worden. Kies hiervoor een rustig moment, dus niet als je een kind net met de haren achter de computer hebt gesleept.
  • Evenwicht: zorg ervoor dat het gamen in evenwicht blijft met andere activiteiten
  • Signalen: praat over negatieve gevolgen als een kind te veel opgaat in het gamen